Hoe er in 't begin van deze eeuw geboerd werd Ir. M. A. Geuze De „Zandhoeve" voor de inundatie. Om de lezers daarover wat te vertellen heb ik een aantal vra gen gesteld aan mijn vader, die geboren is in 1888 en dus nu 80 jaar is. Hij heeft, kunnen wij dus wel zeggen, de jaren voor de eerste wereldoorlog vanaf 1900 bewust meegemaakt. Hij is geboren op de Zandhoeve te Poortvliet en is daar zelf in 1916 boer geworden. Voordien werkte hij als oudste zoon en eerste knecht bij zijn vader, zoals gebruikelijk was. Hij bezocht de lagere school, kreeg wat avondschool en bezocht de landbouwcursus van meester Van Dijk in Tholen (de vader van L. van Dijk, de eerste direkteur in Schoondijke). Dat ging het eerste jaar op los paard, samen met E. Noom, die al een fiets bezat. Daarna kreeg hijzelf ook een fiets, die zijn vader gewonnen had op een lot uit de Dinteloordse paardenloterijl De landbouwcursus gaf op 4 da gen per week les, n.l. 1 x 2 uur, 2 x 2% uur en 's zaterdagvoor- middags 3 uur. Het paard stallen kostte 10 cent en 1 glaasje rood daarna ook 10 cent. Vraag: Hebt V nog de meekrapteelt meegemaakt? Ik herinner mij daarover nog een aantal din gen, maar toch niet erg precies meer. Ik heb alleen de afloop van de teelt nog gezien. De mee je werd als kie-en geplant. Die kiemen werden als stukjes (stekjes) van de moeder planten van één of tweejaarsvelden getrokken en vervolgens met modder behandeld. Dit was om te zorgen dat ze niet meteen zouden ver- 14 drogen. Men kon immers niet heel zo'n versge- plant veld gaan gieten. Het planten ging op de manier van koolplanten met een soort hand greepje (kiemmes) en de planten werden met de voet aangetrapt. Met een lang soort spade werden de twee- of derdejaars meekrapvelden gedolven, opgebroken als het ware en de wor tels losgescheurd om de grond er zoveel moge lijk reeds af te krijgen. De lange rode wortels kwamen nog al tamelijk schoon uit de grond.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 40