E OLVEH VAN 1879 Landbouwbegroting 1968 in Eerste Kamer Van het Landbouwschap „De wereld van morgen'' 17 LEVENSVERZEKERING WINSTDELING ZONDER EXTRA PREMIE DEFINITIEVE KEUZE ONTWIKKELINGSPROJECTEN O. EN S.-FONDS VOLGT BINNENKORT Het bestuur van het Ontwikkelings- en Sane ringsfonds voor de Landbouw beraadt zich over het te voeren ontwikkelingsbeleid, waarvoor in de Landbouwbegroting-1968 een bedrag van 25 mil joen is uitgetrokken. Het georganiseerde agrarische bedrijfsleven heeft voor dit doel een aantal ge dachten aangedragen. In antwoord op desbetreffende vragen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Voorlopig Verslag op de begroting 1968 wijst de Minister Van Landbouw en Visserij in de memorie van ant woord er op, dat hij in de memorie van toelich ting zeer duidelijk en concreet omschreven heeft welke beleidsachtergronden uitgangspunt dienen te zijn voor het ontwikkelingsbeleid. In dit ver band maakt de Minister gewag van financiële bij dragen voor proefnemingen op praktijkschaal, met het oog op de risico's voor de ondernemers ver bonden aan de toepassing van nieuwe ontwikke lingen, en in bepaalde gevallen voor sub sidiëring van investeringen of voorzieningen door toepassing op ruime schaaL Daarmede ondergaat een gehele bedrijfstak een ontwikkeling ten goede, zonder dat de voorziening in een algemene maat regel vervalt. De aan het fonds gegeven financiële armslag biedt mogelijkheden op dit terrein. Mi nister Lardinois vertrouwt er op, mede gelet op een recent gesprek met het bestuur van het Land bouwschap, dat binnen afzienbare tijd een defini tieve keuze van maatregelen zal volgen. Inmiddels heeft het bestuur besloten tot een regeling voor het rooien van verouderde boom gaarden. Deze regeling zal op korte termijn nader worden uitgewerkt en vastgesteld. Recente beslis singen van het fondsbestuur betreffen uitbreiding van het melkbewarings- en transportproject, con centratie van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse K. I.- verenigingen, een proefneming met dagkaasappa- ratuur en stimulering van de tuinbouw in het noor den des lands. Voor deze projecten zijn thans reeds gelden gereserveerd. BEDRIJFSBE-EINDIGING De eerste ervaringen met de nieuwe bedrijfsbe- eindigingsregeling waren goed. De eerste maanden na de invoering was het aantal aanvragen overeen komstig de verwachting ongeveer gelijk aan dat wat daarvoor gemiddeld per maand onder de in middels vervallen regeling werd ontvangen. De laatste maand is dit aantal echter aanzienlijk te ruggelopen. Enerzijds zal in de eerste maanden sprake zijn geweest van een zekere opstuwing, om dat gedurende enige maanden geen aanvragen kon den worden ingediend; anderzijds zal men zich nog vertrouwd moeten maken met de uitgangs punten van de nieuwe regeling, die vooral voor bedrijven van grote omvang aantrekkelijker is, om dat de uitkering gedifferentieerd is. Het bestuur van het fonds heeft verder de so ciale problematiek van de oudere landarbeiders in studie naar aanleiding van een verzoek van het Landbouwschap om een afvloeiingsregeling voor oudere agrarische werknemers. Het fondsbestuur heeft voor dit onderwerp een speciale werkgroep in het leven geroepen, die op korte termijn verslag van haar bevindingen zal uitbrengen. NIET ZEKER ANDERE REGELING STEMRECHT-RUILVERKAVELING BETER Betreffende de stemmingsprocedure bij ruilver kavelingen, geregeld in de Ruilverkavelingswet- 1954, ziet de Minister van Landbouw en Visserij, volgens de memorie van antwoord met belangstel ling uit naar de studie, die reeds enige tijd naar de mogelijkheden van wijziging gaande is. Het staat echter voor hem geenszins vast, dat een andere regeling mogelijk is. Althans een regeling, die een duidelijke verbetering zou betekenen zonder weer andere bezwaren op te roepen. Minister Lardinois stelt zich voor op het resultaat van de studie en het daarover uit te brengen advies van de Centrale Cultuur-Technische Commissie bij de indiening van de Landbouwbegroting-1969 terug te komen. De Minister maakt van de memorie van ant woord verder gebruik om een misverstand op te helderen, dat blijkbaar bestaat over de bijdragen van het Europese Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, bestemd voor het uitvoeren van cul tuurtechnische werken. Deze financiële bijstand wordt n.l. niet gebruikt ter vergroting van de jaar lijks in uitvoering te nemen oppervlakte ruilver kavelingen, maar dient ter versnelling van de uit voering der betrokken cultuurtechnische werken. „We hebben nu in de E.E.G. lieve en stoute kindertjes en wij horen bij de stoute"; ir. C. S. Knottnerus, voorzitter van het Landbouwschap, zei dit in de onlangs op 5 juni gehouden bestuurs vergadering. Hij sprak meer als bestuurslid dan als voorzitter en had het over de in Brussel vast gestelde melkprijsregeling, waarbij sommige E. E. G.-landen wegens verschillen in omzetbe lasting toegevoegde waarde, hogere inleverings- prijzen voor boter en melkpoeder krijgen dan Nederland. De Nederlandse veehouder, niet de minst efficiënte onder zijn collega's, heeft geen belang bij te hoge inleveringsprijzen, omdat die minder efficiënte produkties stimuleren. Dat andere landen nu toch hogere inleveringsprijzen krijgen terwijl zij niet mee mogen doen vond ir. Knott nerus nogal gortig. Men had eigenlijk van onze regering niet mogen verwachten dat ze ermee akkoord ging. De heer Loonen, voorzitter van de hoofdafde ling veehouderij van het schap, had wel begrip voor de nieuwe omschrijving van de richtprijs, maar was er toch niet helemaal gelukkig mee. Volgens die nieuwe omschrijving zal de richtprijs een melkprijs zijn die men voor de veehouders tracht te bereiken, voorzover de afzetmogelijk heden dat toelaten. Men moet echter volgens de heer Loonen niet gaan menen dat een lage melk prijs een oplossing zal zijn voor de zuivelpro- blemen. De nieuwe inleveringsprijzen vindt de hoofdafdeling ook te laag. Het Landbouwschap heeft gepleit voor een inleveringsprijs voor boter van 6,38 per kilo, terwijl het in de nieuwe E.E.G.- regeling 6,28 zal zijn, en voor een inleverings prijs voor magere melkpoeder van 160 per hon derd kilo, terwijl het in de E.E.G.-regeling 149, gaat worden. (Voor de nationale inleveringsrege ling voor melkpoeder gedurende de overgangs periode had het Landbouwschap 149,— gevraagd, maar het werd 142,50). Alles moet volgens de heer Loonen in het werk gesteld worden om de nieuwe E.E.G.-regeling op 1 juli a.s. te laten in gaan. De heer Van Leeuwen van het K.N.L.C. was er nog niet zo zeker van dat de voorspelling van minister Lardinois, dat in het jaar april 1968 april 1969 ongeveer dezelfde melkprijs voor de boe ren zal worden bereikt als in het voorgaande jaar, zal uitkomen. Nu de marktprijzen van boter en melkpoeder verbeterd zijn is er wel een neiging tot wat meer optimisme. Maar de vraag is of de „derde poot" onder de melkprijs, de kaasprijs, waarvoor geen inleveringsregeling bestaat, wel meekomt. HET WETSONTWERP GEMEENTEBELASTINGEN Het Landbouwschap zal zich schriftelijk tot de Tweede Kamer wenden over het wetsontwerp wijziging van de bepalingen inzake gemeentelijke en provinciale belastingen. Het Landbouwschap is van oordeel, dat de uitzondering die het wetsont werp maakt ten aanzien van cultuurgrond die ten behoeve van de landbouw of de bosbouw wordt geëxploiteerd, getuigt van begrip voor de proble men waarmee de agrarische bedrijfstak te kam pen heeft ten aanzien van de lasten op de grond. Het Landbouwschap heeft er echter bezwaar tegen, dat het begrip landbouw volgens verouderde op vattingen wordt uitgelegd. Eert betere omschrij ving is te vinden in de Pachtwet en het Land bouwschap dringt er op aan dat deze begripsbe paling zal worden toegepast. Voorts zijn er bezwaren tegen de wijze waarop in het wetsontwerp het totaalbedrag aan gemeen telijke belastingen dat gedurende een belasting jaar van de zakelijke gerechtigden geheven ka» worden, wordt beperkt. Een andere methode wordt aanbevolen, die bovendien mechanische verwer king van de gegevens beter mogelijk maakt, waar door de kosten van het innen van de belasting per gemeente zoveel mogelijk beperkt kunnen worden. In de overgangsperiode van tien jaar kunnen gemeenten die nog geen eigen belasting op on roerend goed hebben ingevoerd, nieuwe opcenten leggen op de grondbelasting en de personele be lasting. Deze opcenten zullen niet hoger mogen zijn dan overeenkomt met de situatie ten tijde van inwerkingtreding van de wet. STIMULERINGSSUBSIDIE NED. KONTRAKTTELERSVERENIGING Besloten werd aan de Nederlandse Kontrakt- telers Vereniging van de drie centrale landbouw organisaties voor het jaar 1967 een stimulerings subsidie te verlenen van 20.900,Het Land- bouwschapsbestuur acht het van de grond komen van een organisatie als de N.K.V. een belangrijke zaak, waarvoor gedurende enige tyd een bijdrage van het Landbouwschap zeker gerechtvaardigd en verantwoord is. SUBSIDIE VLASONDERZOEK Betreffende de vlassubsidie oogst 1968 die is vastgesteld op ƒ320,per hectare in Nederland verwerkt vlas, werd in overeenstemming met het Bedrijfschap voor de Vlasindustrie en de hoofd afdeling Akkerbouw besloten dat van dit bedrag 50,per hectare gebruikt zal worden voor de subsidiëring van het onderzoek van de verwerking van vlas. Mocht dit bedrag onvoldoende blijken voor het verstrekken van de noodzakelijke sub sidies, dan zal de Minister van Landbouw wor den verzocht het ontbrekende bedrag beschikbaar te stellen uit het nog aanwezige saldo van het Kwekersvergoedingenfonds voor vlas. Drs. D. H. FRANSSENS SECRETARIS LANDBOUWSCHAP VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Drs. D. H. Franssens te 's-Gravenhage werd be noemd tot secretaris van het Landbouwschap be last met de zaken der ruimtelijke ordening. De heer Franssens, die op 1 oktober zijn werkzaam heden bij het Landbouwschap aanvangt, is thans werkzaam als staffunctionaris bij het Openbaar Lichaam Rijnmond. (Vervolg van pag. lij Een lange smalle brug, aan de uiteinden rustend op twee trekkers, zal het land overspannen. Grondbewerking en oogsten kan nu via de brug geschieden. En de „2000 boer" zelf? Ford zegt dat hij gedeeltelijk 'n econoom, gedeeltelijk een landbouwkundige, gedeeltelijk een scheikundige en gedeeltelijk een werktuigbouwkundige zal zijn. Net zoals zijn gewassen en vee is hij een super boer! Tot besluit mogen wij concluderen: Al deze door Ford verzamelde getuigenissen tonen dat het niet nodig is dat er in de toekomst honger geleden wordt. Wel moeten wij onmiddellijk onze schouders zetten onder de gygantische taak die ons wacht. Het is vijf voor twaalf. Afdelingen die belangstelling hebben voor een diaserie over „de landbouw in het jaar 2000" kunnen contact opnemen met Ford Nederland - afd. Tractoren - Amsterdam.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 17