H. ENGLEBERT N.V.
Uitbreiding capaciteit
telersverenigingFlevoland'
te Dronten
15
UET is gebruikelijk om een nieuwe zaak officieel
en feestelijk te openen. Over het tijdstip van
opening kan men discussiëren. Wij hebben dit tijd
stip gekozen op een tweesprong. Afsluiting van een
aanloopperiode en mede op een tijdstip waarop wij
ons naar de toekomst richten. Aldus de voorzitter
van de Coöperatieve Telersvereniging voor Poot- en
Konsumptie-aardappelen „Flevoland" g.a. te Dron
ten bij de, onder grote belangstelling, door ir. J.
Wellen verrichte opening van het gebouwencom
plex te Dronten. Er is, aldus de voorzitter, bij ons
enige aarzeling geweest of wij midden in de zwart
ste aardappelerises die wij thans beleven wel deze
feestelijke opening zouden laten doorgaan. Wij ho
pen echter dat er na deze dag weer een hausse mag
komen in de toekomstige aardappelmarkt, zodat we
een wat zonniger toekomst tegemoet mogen zien.
yiJF jaar geleden werd in Flevoland met zestien
leden begonnen aan de opbouw van deze
coöperatieve telersvereniging voor de afzet van
MXlfttóe«*0ÖS8EWfG VOORSCHOTEN -TEttfOW*föR! A20 li
DEALERS
Fa. J. van Dixhoorn, Terneuzen - tel. 01150-2213 ft Heesters-Roosendaal N.V.,
Spoorstraat 79, Roosendaal - tel. 01650-6652 0 Smederij M. Leenpoel, Kam
perland - tel. 01107-336 Fa. G. L. Slabbekoorn, Kloetinge - tel. 01100-6606
Fa. P. Steutel, Landbouwmechanisatiebedrijf, Zierikzee - tel. 01110-3118
Garage Gebrs. Vervaet, Biervliet - tel. 01152-400.
aardappelen. Een beslissing met grote risico's, ge
zien de zware investeringen waarvoor de leden per
soonlijk aansprakelijk waren. Gebouwd werden een
luchtgekoelde aardappelbewaarplaats van 2500 ton,
mechanisch gekoelde ruimten voor opslag van 1000
ton, een kistenopslag en een sorteerinrichting met
een capaciteit van 15 ton. Een en ander kwam in
1964 gereed.
In 1967 werd met de tweede bouwfase begonnen,
die nu gereed kwam: een opslagruimte van 5.000
ton waarvan voor 3.000 ton speciaal is ingericht voor
de bewaring van chipsaardappelen voor april, mei,
juni. Tevens is de ontvangst sterk gemechaniseerd,
zodat nu per uur ruim 100 ton aardappelen kunnen
worden ontvangen.
Met de kantine, kantoorgebouw, woning bedrijfs
leider en de machines vergde een en ander een to
tale investering van meer dan 2 miljoen.
Voor een omzet van 4500 ton in 1963/'64 groeide
de omzet van de Telersvereniging tot 55.000 ton in
'67/'68. Een marktaandeel in Flevoland van 45
voor pootaardappelen en ruim 40 voor consump
tie-aardappelen.
De voorzitter wees erop van mening te zijn dat
er een versnelde concentratie en integratie moet
komen in de Nederlandse aardappelafzet. In de al
lereerste plaats door een samengaan van alle Neder
landse coöperaties die op dit terrein werkzaam zijn.
Maar ook door een nauwe samenwerking tussen
telers-coöperatie, handel en verwerkende indus
trieën, die wij minder zien als eikaars concurrenten
maar veel meer als eikaars componenten. Wij van
onze kant willen de deuren voor iedere samenwer
king die nuttig en nodig is, wijd openstel'en. Al' us
de voorzitter N. Hoornsman. De Coöperatieve
Telersvereniging „Flevoland" gaat met opgestroop
te mouwen en vol energie verder met de opbouw
van het gestelde doel
■■■■■hdbhi h - iuuhub
ZAAI AFSTANDEN EN OPKOMST
VAN SUIKERBIETEN
In 1964 startte he I. L. R. een onderzoek om de
mogelijkheden van precisiezaai op verschillende
afstanden in de rij na te gaan. Dit onderzoek is
afgesloten met de thans verschenen I. L. R.-publi-
katie 118 „Zaaiafstanden en opkomst van suiker
bieten" door E. N. C. Meijer. (Verkrijgbaar bij het
I. L. R. te Wageningen door storting of overschrij
ving van ƒ2,40 op giro-no. 880018.)
Sinds 1964 beschikt de Nederlandse bietenteler
over precisiezaad, dat zeer nauwkeurig is gezeefd
en van jaar tot jaar aan dezelfde hoge eisen vol
doet. De precisiezaaimachines zijn in zeer korte tijd
aan dit gestandaardiseerde zaad aangepast.
Om een uitspraak te kunnen doen ten aanzien
van de zaaiafstanden in de rij werden in vier op
eenvolgende jaren (1964 t/m 1967), telkens op ca.
tien bedrijven door het gehele land verspreid,
proefvelden aangelegd, waarbij per bedrijf op vijf
verschillende zaaiafstanden in de rij werd gezaaid.
Gebruik werd gemaakt van een zelfrijdende preci-
siezaaimachine. Uitvoerige tellingen werden na op
komst in het gewas verricht.
Voorafgaand aan het zaaiseizoen werd een lijm-
bandonderzoek uitgevoerd. Door slip van de aan
drijf wiel en en verrollen van het zaad in de grond
bleek de spreiding van de plantenverdeling in het
veld meestal tweemaal zo groot te zijn als de zaad-
verdeling op de lijmband.
Na vaststelling van de beginstand werd het ge
was in handwerk opeengezet, waarbij de tijden,
nodig voor dit werk, werden opgenomen. Het aan
tal planten in de eindstand werd tenslotte vast
gesteld om een indruk te krijgen van de risico's
van de verschillende zaaimethoden. Het zaaien op
grote onderlinge afstanden van de zaden is niet
zonder risico; zelfs in een jaar met een gemiddel
de opkomst van meer dan 50 werd nog op 50
van de proeven, gezaaid op 10 en 15 cm, eeniitand
van blinder dan 65.000 planten per ha verk| '*en.