K. N. L. C.
Hoe een E.E.G.-zuivelmarkt
versierd wordt
Deze week.
ERNSTIGE BELGISCHE KRITIEK OP MANSHOLT
De voorzitter van de Belgische Boerenbond, prof.
Boon, uitte onlangs op de jaarvergadering van de
bond ernstige kritiek op dr. Mansholt. Hij verweet
hem dat hij na tien jaar de Europese prijs- en markt-
politiek te hebben verdedigd" nu komt verklaren,
dat dit beleid niet werkt zonder struktuurpolitiek.
In landbouwkringen hebben we in het verleden her
haaldelijk op de noodzaak van een doelgericht
struktuurbeleid gewezen, aldus prof. Boon. Hij ver
oordeelde elke poging om door middel van de prijs
politiek de produktie van melk en boter te beheer
sen. Een verlaging van de melkprijs zal de produk
tie niet remmen, zo zei hij, doch vergroten. Dit om
dat de klqine bedrijven dan door grotere produk
tie zullen proberen de daling van hun inkomen op
te vangen.
De uitdaging aan de landbouw lag volgens prof.
Boon niet op het vlak van de bedrijfsstruktuur, zoals
Mansholt stelde. Een aangepast gezinsbedrijf kon
evengoed, zo niet beter dan welke andere bedrijfs
vorm ook, de technische ontwikkeling aan. De wer
kelijke uitdaging, zo meende hij, ligt op het vlak van
de ongeordende wereldmarkt en daar kan het boe
renbedrijfsleven niets aan doen. Dat was ook geen
nationaal of gemeenschapsprobleem, maar een
wereldprobleem.
PRIJSBELEID EN STRUKTUURPOLITIEK
Ir. Wagenaar Hummelinck, voorzitter van de
Stichting voor Nederlandse Zelfstandige Handel en
Industrie, heeft op de onlangs gehouden jaarver
gadering onder meer het landbouwprijsbeleid aan
gesneden. Wij moeten, zo was zijn mening, in het
belang van onze boeren afstappen van de gedachte
dat gegarandeerde prijzen altijd hoog moeten zijn.
Ten eerste kan daardoor in de E.E.G.-partnerlanden,
die nu per hektare of per dier nog veel minder pro
duceren, met als gevolg overproduktie en een prijs-
krisis die op de Nederlandse boeren terugslaat. Ten
tweede wordt er een gunstig klimaat door gescha
pen voor het ontstaan van zgn. mammoetbedrijven.
Die bedrijven zijn vooral kwetsbaar doordat ze gro
tere risiko's lopen. Neemt men het prijsrisiko weg,
dan kunnen ze zich onbekommerd uitbreiden. En al
produceren ze, althans in de veehouderij, bepaald
niet goedkoper dan goed middelgrote bedrijven,
uitbreiding wordt voor hen toch aanlokkelijk zolang
er nog een redelijk rendement van het geïnvesteer
de kapitaal overblijft.
Ir. Wagenaar Hummelinck achtte wel een sanering
nodig waarbij een groot aantal mensen de landbouw
zal moeten verlaten. De vraag is nu maar, hoeveel
dat er moeten zijn en waar dit zal moeten gebeuren.
Wanneer men door een verlaging van de prijzen
tracht te bereiken dat mensen van de landbouw
naar de industrie gaan, zal dat niet gebeuren op die
plaatsen waar de landbouwers het laagste inkomen
hebben. Dit zal plaats vinden op die plaatsen waar
zij gemakkelijk kunnen overstappen om op een an
dere manier een hoger inkomen te verdienen. Er
moet dus een alternatief zijn. In Nederland is dat
alternatief, mede door de steeds grotere vermen
ging van industrie en landbouw, in veel groter mate
aanwezig dan in andere delen van de gemeenschap.
Een boer die in Bretagne met verlies slachtkuikens
houdt, kan daar alleen mee ophouden als er iets
anders is wat hij kan gaan doen. Is dat niet het ge
val dan blijft hij slachtkuikens houden. Ook zal hij
er weinig op overhouden. Een prijsbeleid zal dan
ook hand in hand moeten gaan met een doeltreffen
de struktuurpolitiek. Een struktuurpolitiek die zeer
veel geld zal kosten, maar waar wij niet omheen
kunnen. Want het gaat hier om een sociaal pro
bleem. Evenals er op de wereld „ontwikkelingslan
den" zijn die aanspraak maken op hulp, zijn er ook
binnen de E.E.G. „ontwikkelingsgebieden" die we
niet aan hun lot willen overlaten, aldus ir. Wagenaar
Hummelinck. Het is zijns inziens voor de Neder
landse overheid geen geringe taak om aan de op-
tossing van dit probleem mee te werken zonder dat
dit gaat ten koste van de Nederlandse landbouw en
de agrarische handel en industrie.
HERNIEUWD UITSTEL?
Eind mei j.l. vielen eindelijk de moeilijke besluiten
over de regeling van de vrije, gemeenschappelijke
zuivel- en rundvleesmarkt van de E. E. G. Alles wat
we sindsdien hebben gehoord, wijst erop, dat de
E. E. G.-landbouwministers in hun bewuste zitting
persé en dus desnoods geforceerd de éénheids-
markt per 1 juli a.s. tot stand gebracht wilden heb
ben.
Gepoogd werd om een tijdelijk te handhaven, eigen
lijk onmogelijk, verschil in bodemprijzen voor boter
en mager melkpoeder goed te praten. Maar hcxe die
vrije zuivelmarkt dan ook nog mocht rammelen, hij
bood voor de Nederlandse melkveehouderij uitzicht
op het einde van een allerongelukkigste overgangs
periode. Vanaf 1 juli had Nederland kans de E. E. G.-
richtprijs van melk ongeveer verwezenlijkt te zien.
Tenminste dan dus één troost na de grote klappen in
de voorjaarsmaanden van 1968.
MISSCHIEN WEL 1 OKTOBER!
Begin deze we^k kwamen de E. E. G.-landbouw-
ministers weer bijeen om de verordeningen vast te
stellen, waarin hun principe-besluiten van eind mei
zijn vastgelegd. Gewoonlijk een formele bezigheid,
maar toch zou daar deze keer toch wel eens meer
aan vast kunnen blijken te zitten. Iets wat de Neder
landse veehouderij niet bijster zal bevallen. De land
bouwministers schijnen n.l. in de nacht van 29 mei
j.l. niet alleen wat de gelijkheid van prijzen, maar
ook wat de ingangsdatum betreft wat vrijmoedig te
zijn geweest. Achteraf zou nu gebleken zijn, dat
alleen gewoon technisch al de datum van 1 juli
met maanden zou moeten worden overschreden. Nu
zou voor melk en zuivel 1 oktober als ingangsdatum
in aanmerking komen. Voor de rundvleesmarkt zou
1 augustus gaan gelden.
Dit uitstel betekent een verlenging van de over
gangsperiode, dde hem tot op dit moment .nog lang
niet bij de nationale richtprijs van 35 cent brengt.
Wat boter en melkpoeder betreft wordt de basisprijs
(32,15 cent) wel gehaald, maar de kaas wil niet mee.
Dus een situatie met uitbetalingsprijzen van centen
beneden de richtprijs zou tot in de herfst voort moe-
te duren?
VERONTRUSTE LANDBOUW
Omstreeks 1 juli was de Nederlandse veehouderij
de gemeenschappelijke zuivelmarkt met zijn iets
DE pachtwet is voor onze agrarische bevolking
van zeer grote betekenis; is speciaal voor dit
deel van het volk gemaakt. Men zou verwachten
dat voor deze wet en haar toepassingen een steeds
voortdurende en toenemende belangstelling aan
wezig is.
Telkens moet dan weer worden ervaren dat zelfs
de meest elementaire begrippen en grondbeginselen
van de wet niet worden nageleefd of overtreden.
Een tweetal voorbeelden uit de praktijk van alle
dag.
Iedereen weet dat een pachtovereenkomst schrif
telijk moet worden aangegaan en dat praktisch elk
gebruik van gronden als pacht moet worden be
stempeld.
De wet somt als zodanig op akkerbouw, weide-
bouw, veehouderij, tuinbouw, teelt van griendhout,
elke andere tak van bodemcultuur met uitzonde
ring van bosbouw. Zo vallen ook inscharen van vee
en b.v. het recht van naweiden onder de pachtwet.
Is er grondgebruik dan is er dus een pachtover
eenkomst en is er een pachtovereenkomst dan geldt
deze voor de wettelijke duur, dit is 6 jaar voor on
behuisd en 12 jaar voor behuisd land. Voor elke kor
tere duur is goedkeuring van de Grondkamer nodig.
Veel grond wordt „verhuurd" voor de tijd van
één jaar, voor de teelt van uien, vlas, pootaardappe-
len en soms ook voor andere gewassen zonder dat
goedkeuring voor de verpachting tot een korte ter
mijn wordt gevraagd.
Ti ET is verwonderlijk hoe dikipijls dit goed af-
tl loopt en de huurder na het oogsten de grond
vrijlaat. Er doen zich echter ook regelmatig geval
len voor dat hij blijft zittenschriftelijke vastleg-
betere kansen in" uitzicht gesteld. Ook heeft minister
Lardinois voorspeld dat 1968/69 een gemiddelde op^-
brengstprijs van melk zou opleveren die ongeveer ge.
li. zou zijn aan die van het vorige jaar en wel 34
cent. In diverse veehouderijkringen van de georga-l
hiseerde landbouw is grote verontrusting over dit;
dreigende hernieuwde uitstel van de start van de^
Eurozuivelmarkt naar voren gekomen.
Er is op aangedrongen, dat in elk geval per 1 juli
a.s. dan dus maar nationaal het hogere E. E. G.-
prijspeil in zou gaan: richtprijs 35,30 cent, boterprijs
6,28, poederprijs 1,49.
Het Landbouwschap heeft zich in een telegram aan
de minister tot tolk gemaakt van deze verontrusting
en verlangens.
De Nederlandse veehouder mag niet opnieuw het
slachtoffer van Brussels uitstel worden. Hoe de heren
ministers de zaak dan ook menen te moeten ver
sieren
Str.
ging van een pachtovereenkomst vraagt en dan
tenminste 6 jaar de grond exploiteert. Hij heeft
immers ook nog een recht op verlenging.
Daar wij pas met een dergelijk geval te maken
hadden, waarbij dus schriftelijke vastlegging voor
de tijd van 6 jaar werd gevraagd en verkregen, wil
len ivij het gevaar van het verhuren zonder de goed
keuring iMn een korte termijn nog eens nadrukke
lijk stellen.
Verder willen wij nog eens wijzen op het belang
van het Üirekt reageren op kennisgevingen die van
de verpachter worden ontvangen inzake hei beëin
digen van de pachtovereenkomst, dan wel van zijn
voornemen tot vérkoop over te gaan.
Indien men op een dergelijke kennisgeving niet
BINNEN EEN MA^jND reageert, is de pachter zijn
rechten kwijt.
iN het eerste geval, wanneer de verpachter
schrijft dat hij de pachtovereenkomst wil be
ëindigen, moet de pachter binnen één maand aan
de pachtkamer verzoeken de pachtovereenkomst te
verlengen. Doet hij dit niet, is de pacht uit.
In het andere geval, als de verpachter bericht dat
hij tot verkoop wil overgaan, is de pachter verplicht
binnen één maand te antwoorden of hij bereid is te
kopen, en alzo van zijn VOORKEURSRECHT ge
bruik wil maken. Doet hij dit niet, is hij zijn voor
keursrecht kwijt en is de verpachter vrij te verko
pen aan wie hij wil.
Het lijken zo bekende zaken, maar telkens blijkt
weer dat in de praktijk zich moeilijkheden voor
doen, omdat de wettelijke voorschriften niet wor
den nageleefd
PA AU WE.
LANDBOUWSCHAP ZENDT TELEGRAM
AAN MINISTER VAN LANDBOUW
In verband met de hervatting van de be
sprekingen te Brussel heeft het Landbouw
schap maandag 17 juni j.l. een telegram ge
zonden aan de minister van Landbouw.
In dit telegram gewaagt het Landbouw
schap van ernstige verontrusting over de be
richten, dat de gemeenschappelijke markt
voor zuivel en rundvlees per 1 juli a.s. niet
zal ingaan. Indien de Raad van Landbouw
ministers in de komende zitting zou beslui
ten de overgangsperiode opnieuw te verlen
gen, dan verwacht de Nederlandse veehou
derij dat het door de minister in het voor
uitzicht gestelde hogere prijspeil toch per 1
juli a.s. gerealiseerd wordt.
Het Landbouwschap doet een dringend be
roep op de minister te voorkomen, dat de
veehouders in Nederland nogmaals gedu
peerd worden tengevolge van politieke of
administratieve moeilijkheden in Brussel.