Toen ruim 10 jaar geleden het „New Forest" pony
stamboek in Nederland werd opgericht, had nie
mand kunnen denken dat na de toen geregistreerde
10 eerstelingen ruim 5000 rasgenoten in de registers
van het stamboek zouden worden opgenohien.
Vanwaar die grote animo? Hoe komt het dat
2000 paardenliefhebbers lid zijn van het stamboek?
Om die vragen goed te kunnen verklaren is het
nuttig om terug te gaan naar 1956. In die tijd was
de enigste pony die in Nederland voorkwam de
Shetland. Kleine kinderen konden hier uitstekend
op rijden, maar zodra hun beentjes over de grond
begonnen te slieren moesten zij iets anders hebben
en het enigste waar ze op over konden stappen was
een groot paard. Een tè grote stap. Er was dus be
hoefte aan „iets er tussen". Nu gaat men bij de
aanschaf van iets nieuws eisen stellen. Eisen gericht
op het doel waarvoor men het nodig heeft. Zo ook
hier. De eisen aan een kinder rijpony te stellen
zijn vrij eenvoudig. In de eerste plaats een goed en
mak karakter, in de tweede plaats niet schrikachtig,
verder zeker in het terrein en dan natuurlijk een
écht rijpaard met goede gangen en springcapaci-
teiten. Lang werd gezocht, veel geïnformeerd. Het
resultaat was de „New Forest".
U weet nu al heel wat over dit ras, „maar" zult u
denken, „wat een gekke naam voor een pony „New
Forest", wat letterlijk vertaald „Nieuw ral" bete
kend. Het is niet zo moeilij,k als het lijkt, want de
„New Forest" is een landstreek in Zuid-Engeland,
even ten westen van de stad Southampton. Het ia
een heuvelachtig landschap met arme grond, veel
hei, wat arme weiden met een enkel stroompje et
doorheen, een weinig bos, in tegenstelling met de
naam.
In" deze streek van 24000 ha leven de pony's, win
ter en zomer buiten. Al sinds mensenheugenis zwer
ven ze daar rond. Voor diegenen, die nu meteen een
touw opzoeken om het lasso-werpen weer wat op
te frissen en morgen een kaartje willen bestellen
naar de New Forest, zal het een teleurstelling zijn
om nu te lezen dat deze pony's wel degelijk een
eigenaar hebben. Ieder in de buurt mag zijn pony's
voor een luttel bedrag in de „Forest" laten lopen.
De dieren zijn gebrandmerkt en grazen in kudden.
De hengst houdt de kudde bij elkaar en verjaagd
de concurrenten. Door dit Spartaanse leven zijn de
dieren hard en sober, ook zijn ze zeer zeker in het
terrein, van jongsaf gewend aan de gaten in de hei.
Door de „Forest" lopen autowegen. De bermen
zijn geliefkoosde weideplaatsen voor de pony's. Het
kost wel eens een pony het leven, maar dit weegt
niet op tegen het voordeel dat ze geen angst voor
het verkeer hebben.
Vroeger werden nogal eens andere hengsten ge
bruikt om het ras te „verbeteren", o.a. Koningin
Victoria zond een Arabische hengst naar de „Forest".
Nog steeds vindt men bij sommige bloedlijnen het
mooie Arabische hoofd terug. Tegenwoordig wordt
niet meer ingekruist en is het ras stabiel.
Maar komt u naar de Z.L.M.-tentoonstelling en
ziet de keuring van 21 juni. Het bespaart u een
reis naar Engeland en u kunt rustig onze zuivere
„New Foresters" bekijken.
HET FJORDENPAARD
OOK OP DE Z.L.M.-TENTOONSTELLING
(Vervolg van pag. 98)
wel uit het feit dat het fjordenpaard, in zo'n kort
tijdsbestek, zich een vaste plaats heeft weten te
verwerven tussen de hier te lande aanwezige ras
sen en de ontwikkeling ervan ook zo stormachtig is
verlopen. Dit heeft betrekking zowel op het ge
bruik ervan op de boerderij, in de bosbouw alsook
voor rij doeleinden. Vanuit Noorwegen zijn deze
paardjes, vlak na de le wereldoorlog, in grote ge
tale uitgevoerd naar Denemarken en na de 2e we
reldoorlog veelal van daaruit weer naar Zweden,
Duitsland, Polen en ook Nederland.
In oktober 1954 werden de eerste 45 merriën als
proef hier ingevoerd, waarbij het succes van dien
aard was, dat reeds in 1955 de vereniging „Het
Nederlandse Fjordenpaard Stamboek" werd opge
richt en een aanvang werd gemaakt met de geor
ganiseerde fokkerij ervan. Naar schatting zijn hier
te lande thans tussen de 3000 en 4000 vrouwelijke
fokdieren en ligt het totaal aantal fjordenpaarden
in Nederland tussen de 4000 en 5000 stuks.
De vlotte afzet van het goede nederlandse fok-
produkt stimuleert de fokkerij in gunstige zin. De
fokkerij is zoveel mogelijk zuiver gehouden en
slechts daartoe goedgekeurde merriën zijn tot de
originele fjordenhengsten toegelaten. Bovendien is
steeds één hengst per dekstation beschikbaar ge
steld, zodat de afstamming van de fokprodukten vol
komen vaststaat
Om de dieren te kunnen identificeren wordt een
brandmerk met codenummer op de dij aangebracht
waardoor verwisseling of knoeierij al bij voorbaat
wordt uitgesloten.
Al deze strenge maatregelen acht de fokleiding
noodzakelijk om een verantwoorde basis te hebben
voor een zuivere fokkerij.
De selectie vindt niet alleen plaats op grond van
het onderzoek naar landbouwbruikbaarheid voorde
remwagen, maar bovendien, wat het exterieur be
treft, door middel van de Moeder/dochter-verge
lijking. Deze dubbele selectie vindt haar toepassing
bij de goed- of afkeuring van de vaderdieren.
Als onderscheiding bij de merriën kent de vereni
ging: de voorlopige premie-merriën (beneden de
leeftijd van 5 jaar), de premie-merrie (boven de leef
tijd van 5 jaar, waarbij een le premie-merrie, te
vens onderworpen aan het landbouwbruikbaarheids-
onderzoek, het predikaat: MODEL-MERRIE mag
voeren. Een model-merrie, geplaatst in de le klasse,
tevens voorzien van een A-certificaat landbouw
bruikbaarheid krijgt de onderscheiding: STER
MERRIE; dit alles een combinatie van het gewen
ste rastypische-exterieur en zeer goede prestaties.
Gezien naar het aantal dekkingen van zuiver ras,
is ons land Denemarken reeds voorbij gestreefd en
staat thans op de derde plaats, achter Noorwegen
en West-Duitsland.
Het is uiteraard onmogelijk in een paar regels U
alles te vertellen over het fjordenpaard. Mocht U
er meer van willen weten, dan verwijs ik U gaarne
naar de brochure over het „FJORDENPAARD IN
NEDERLAND", welke tijdens de keuringen van dit
ras op vrijdag 21 juni verkrijgbaar is bij de se
cretaris van het „Nederlands Fjordenpaarden Stam
boek",
100