Dageljjks Bestuur vergaderde
De verplichte verzekering van op ouderlijk bedrijf
meewerkende kinderen
Deze week.
5
CONGRES „ZIE ZEELAND"
DEELNEMING ALS „TOEHOORDER"
De provinciale organisaties hebben inmiddels
hun deelnemers aan het congres ,,Zie Zeeland"
op 18 en 19 juni te Goes opgegeven. Daarbij is ge
bleken dat aan een aantal belangstellenden nog de
mogelijkheid kan worden geboden om als „toehoor
der" gedeelten van het congres bij te wonen. Toe
hoorders kunnen in dit verband aanwezig zijn tij
dens de inleidingen van de sprekers en tijdens de
plenaire zitting, waar de rapporten van de discus
siegroepen behandeld worden. Zij kunnen om or
ganisatorische redenen helaas niet aan andere pro
gramma-onderdelen deelnemen.
Het inschrijfgeld van het toehoorderschap be
draagt f 7,50 per persoon (voor leden van de Z.
L. M., de Bond van Plattelandsvrouwen en de P. J.
G. Z. f 5,per persoon). Na opgave ontvangt men
de deelnemerskaart met een aantal bonnen voor
consumpties in het congresgebouw.
Uitsluitend op vertotan van de kaart kan men
toegang krijgen tot het congres.
Tijdige aanmelding, uiterlijk tot 13 juni, is dus
noodzakalijk. Men kan zich opgeven bij L. A. No
bels, Landbouwhuis, Goes, tel. 01100- 5010. De op
gaven worden in volgorde van binnenkomst behan
deld.
EUROPESE PUBLIC-RELATIONS PRIJS VOOR
NEDERLANDSE STICHTING PUBLIC RELATIONS
LAND- EN TUINBOUW
De algemene vergadering van het Europese Cen
trum voor Public Relations, die dezer dagen in
Hamburg door vertegenwoordigers uit tien landen
werd bijgewoond, heeft met algemene stemmen
de Europese prijs voor de beste public relations
aktiviteiten in 1967 in Europa toegekend aan de
Nederlandse Stichting Public Relations Land- en
Tuinbouw.
De betekenis van het onderwerp, de principes
en de systematiek van het public relations werk,
de verkregen resultaten en de draagwijdte daarvan,
waren onder meer maatstaven voor de beoordeling
van de jury.
De uitreiking van de Europese public relations
prijs zal plaatsvinden tijdens de volgende algemene
vergadering van het Europese Centrum voor Public
Relations in mei 1969 in Dublin. De directeur van
de stichting, de heer F. A. M. Wilbers, zal by die
gelegenheid een uiteenzetting geven over het werk
dat ook in andere Europese landen reeds de aan
dacht heeft getrokken. Een pluim op de hoed van
de stichting Public Relations voor de Land- en
Tuinbouw, die voortreffelijk werk verricht!
AGRARISCHE WENS:
PRODUKTSCHAPPEN BEHOUDEN
Vooralsnog moet voor het behoud van produkt-
schappen worden gekozen, maar de kans bestaat
dat dit oordeel over enkele jaren al moet wor
den herzien. In de akkerbouwsector moet eén pro-
duktschap de plaats gaan innemen van het Hoofd-
produktschap en de vier produktschappen die er
ou zijn.
Dat vindt de Nederlandse Raad van Overleg voor
Land- en Tuinbouw. Een door de raad ingestelde
werkgroep heeft over de positie van de produkt
schappen een rapport opgesteld, waarmee de raad
zich nu akkoord heeft .verklaard.
De raad meent dat reeds thans onderzocht zou
kunnen worden of een concentratie van verschil
lende afdelingen van de produktschappen, zoals
personeelszaken, administratie, statistiek en do
cumentatie, nuttig kan zijn. Over enkele jaren wil
de raad de positie en de taak der produktschappen
opnieuw in studie nemen. Daarbij zal onder meer
worden onderzocht of ook samenvoeging van an
dere produktschappen dan die in de akkerbouw
sector tot vereenvoudiging en besparing kan lei
den.
In het rapport van de werkgroep wordt onder
meer gesteld dat de marktordenende taak der pro-
.duktschappen sterk is verminderd. Die ontwikke
ling begon al voordat de E. E. G. er was en werd
door het totstandkomen van het markt- en prijs
beleid in de E. E. G. aanzienlijk versterkt. Daarom
is in sub-werkgroepen de vraag onder ogen gezien
of de taakvermindering tot opheffing de»\ produkt
schappen zou moeten leiden en wie dan de nog
overblijvende werkzaamheden zou moeten overne
men: het adviseren, de belangenbehartiging, het
verlenen van medewerking aan de uitvoering van
hogere regelingen. Gedacht werd daarbij aan rijks
bureaus of organen van het bedrijfsleven op pri
vaatrechtelijke grondslag. De werkgroep vond, op
basis van wat de sub-werkgroepen haar rappor
teerden, de bezwaren van die alternatieve moge
lijkheden onder de huidige omstandigheden zoda
nig, dat ze vooralsnog voor het behoud van verti
cale publiekrechtelijke organen, produktschappen
dus, koos.
(Vervolg van pag. 1)
glasaardbeienseizoen is bijna afgelopen, de prijs
varieerde van matig tot vrij goed. De laatste restan
ten van de fruitoogst 1967 worden geruimd. Door
een plotselinge vraag uit Frankrijk is de prijs de
laatste weken aanzienlijk gestegen. De vooruitzich
ten voor de nieuwe oogst zijn gunstig voor peren,
pruimen en zure morellen. Bij de appels is de situ
atie daarentegen vrij ongunstig, waarbij de winter-
rassen overwegend matig tot slecht gezet zijn. De
oogst van Goudreinetten en Jonathan zal naar ver
wachting klein zijn, terwijl de Cox Orange een wis
selvallig beeld te zien geeft. De Golden Delicious
tenslotte is over het algemeen niet gezet op het
oude hout, doch op het éénjarige hout lijkt de zet
ting iets beter, zodat nog een matig tot goede oogst
verwacht kan worden.
Ter vergadering werd een uiteenzetting gegevew
over de stand van zaken betreffende het provinciaal
overleg over de nieuwe C.A.O.'s land- en tuinbouw
1968 - 1969 voor de provincie Zeeland. Tevens werd
de landelijk situatie betreffende deze onderhande
lingen besproken. Hierbij werd ook betrokken het
advies van de commissie werkgeversbelangen der
Z.L.M. die woensdag 29 mei vergaderde. Daarbij
waren eveneens de gerezen moeilijkheden ten aan
zien van de loonvorming van de nieuwe C.A.O.'s
het belangrijkste onderwerp van beraad. Het be
stuur sprak de hoop uit dat het, op vrijdagmiddag
a.s., opnieuw te voeren overleg tussen werkgevers
en werknemers in de Sociale Commissie van het
Landbouwschap tot resultaten mag leiden.
HE Agrarische Sociale Fondsen (A.S.F.) hebben
nadere regels gesteld ter beantwoording van
de „vraag of een op het ouderlijk bedrijf meewer
kend kind al dan niet verplicht verzekerd is in
gevolge de sociale verzekeringswetten.
Verplicht verzekerd is het uitwonend meewer
kend kind, dat per week, maand of jaar een loon
in geld ontvangt, dat ienminste gelijk is aan 75
van het tijdloon, dat ingevolge de op het bedrijf
toepasselijke C.A.O. aan een vreemde arbeider
zou moeten worden betaald. Ook verplicht ver
zekerd is het inwonend meewerkend kind, dat
naast kost, inwoning en kleding, per week, maand
of jaar een loon in geld ontvangt, dat even
tueel tot weekloon omgerekend tenminste
ƒ50,netto bedraagt wanneer het meerderjarig,
en 25,netto wanneer het minderjarig is.
Als loon in geld wordt slechts aangemerkt het
vaste overeengekomen loon. De hoogte daarvan
moet van te voren vast staan en dus niet afhan
kelijk zijn van de bedrijfsresultaten. Dit loon moet
direct ter beschikking van het kind komen. Het
is evenwel niet noodzakelijk, dat het onmiddellijk
in handen van het kind komt. Het geld kan der
halve ook op een ten name van het kind gesteld
spaarbankboekje worden geplaatst. Voorwaarde is,
dat het loon wezenlijk ter beschikking van het
kind komt en dus niet in het bedrijf blijft.
Deze regeling wordt niet toegepast op meisjes,
die in de huishouding van de ouder(s) werkzaam
zijn en al dan niet daarbij ook wat bedrijfswerk
verrichten. Of zij al dan niet verplicht verzekerd
zijn zal aan de hand van alle van belang zijnde
omstandigheden worden beoordeeld.
INDIEN aan de gestelde voorwaarden wordt
voldaan zijn de meewerkende kinderen ver
plicht verzekerd ingevolgde de Ziektewet, de
Ziekenfondswet, de Wet op de Arbeidsongeschikt
heidsverzekering en de Werkloosheidswet.
Kinderen van 17 jaar en ouder zijn dan tevens
verplicht tot deelneming in het Bedrijfspensioen
fonds voor de landbouw.
Is ten aanzien van een meewerkend kind al dan
niet verplichte verzekering aangenomen, dan blijft
die situatie gehandhaafd zolang er geen belang
rijke wijziging komt in de arbeidsvoorwaarden.
Dit geldt met name voor de beloning. Aangezien
de bedoelde belangrijke wijziging zich vaak voor
doet, wanneer het kind de meerderjarige leeftijd
bereikt of zijn militaire dienstplicht heeft vol
tooid zal door het A.S.F. in ieder geval bij die
gelegenheid worden nagegaan of de tot dan be
staande situatie (al dan niet verplicht verzekerd)
kan worden gehandhaafd.
DEDRIJFSHOOFDEN wier meewerkende kinde-
ren Voldoen aan de hierboven vermelde richt
lijnen inzake de verplichte verzekering dienen
deze kinderen op de loonlijst te vermelden. In ge
val van twijfel richte men zich tot het regionaal
kantoor van het A.S.F.
Het A.S.F. heeft gemeend deze richtlijnen te
moeten vaststellen om een eind te maken aan de
onduidelijke situatie rondom de verplichte ver
zekering van het meewerkend kind, welke ont
staan is door de wetswijzigingen van juli 1967.
Op grond daarvan moet worden aangenomen, dat
het meewerkende kind verplicht verzekerd is in
dien zijn arbeidsvoorwaarden niet belangrijk af
wijken van die van een vreemde arbeider. Als
belangrijkste criterium voor de beantwoording
van de vraag of al dan niet sprake is van ver
plichte verzekering wordt uiteraard in de eerste
plaats op dehoogte van het loon gelet.
Met deze richtlijnen hoopt het A.S.F. een eind
te kunnen maken aan de ongewenste situatie dat
bijvoorbeeld op het moment van een ernstig on
geval niet duidelijk is of de getroffene al dan niet
verplicht verzekerd is.
jN ons vorige artikel hebben wij geschreven
over de nieuwe omzetbelasting maar ons er
toe beperkt om de gewone régeling te bespreken.
In het wetsontwerp komt echter ook een speciale
regeling voor, die gelden zal voor landbouwbedrij
ven. Landbouw moet men ruim opvatten, hieronder
valt ook veehouderij, tuinbouw en bosbouw.
De teelt van bloemen zal er echter waarschijn
lijk niet onder vallen. De landbouwregéling is in
zijn opzet eenvoudig, maar zal niettemin voor elke
landbouwer in de praktische toepassing grote
moeilijkheden opleveren.
Wat is n.l. de opzet?
De landbouwer zal kunnen kiezen uit twee sys
temen:
1. HET GEWONE SYSTEEM. Wij hebben dit vo
rige keer geschetst, als het systeem waarbij hij
over zijn gehele omzet belasting moet betalen,
maar er rekening mee mag houden dat hij aan
ZIJN LEVERANCIERS, via de van deze ontvan
gen en betaalde facturen reeds aanzienlijke be
dragen heeft betaald.
2. DE LANDBOUWREGELING. Het systeem
waarbij wordt aangenomen dat de bedragen,
die via de facturen aan andere ondernemers
zijn betaald, gelijk zijn aan het bedrag dat hij
over zijn omzet verschuldigd is.
Men kan kiezen bij het in werking treden van
de wet voor het systeem l dan wel 2, maar is
dan voor 5 jaar aan deze keuze gebonden.
J?N daar zit nu het grote probleem. Elke keuze
*-* kan foutief uitvallen. Niemand kan 5 jaar
vooruitzien. In het voorbeeld van vorige week
kwam het zo uit dftt aan de Ontvanger der be
lastingen geen cent moest worden betaald.
Aan de leveranciers was precies het verschul
digde bedrag voldaan. Maar stel eens dat in het
voorbeeld de landbouwer f 2.000,minder voor
aardappelen had ontvangen, dan had hij 4 van
f 2.000,van de ontvanger terug gekregen, als hij
voor de gewone regeling had gekozen. Als de werk
tuigen f 2.000,meer hadden gekost zou hij zelfs
meer hebben terugontvangen, omdat hij dan 12
van f2.000,is f240,meer aan andere onder
nemers had. betaald.
Indien voor de landjbouwregeling wordt geko
zen krijgt men in de volgende 5 jaar nooit iets te
rug en moet men ook niet bijbetalen.
VN jaren met een slechte opbrengst komt men
indien men de landbouwregeling kiest er dan
wellicht bekaaid af, terwijl in jaren met hoge op
brengsten het een voordeel kan opleveren. Het is
echter ook dan niet alleen de opbrengst die bepa-
ren dat er veel wordt aangeschaft, krijgt men veel
nota's en op al deze nota's staan de bedragen voor
omzetbelasting afzonderlijk vermeldt.
Schaft men veel aan, dan is er ook een grotere
kans op teruggaaf, of moet men minder bijbeta
len.
Het is wel duidelijk dat een gefundeerd stand
punt niet mogelijk is, wie kan zijn opbrengsten over
de volgende jaren enigszins juist schatten, wie zijn
kosen bepalen? En dat 5 jaar vooruit.
Zo blijkt hier ook weer dat we eén eenvoudige
regeling lijkt, in zijn uitvoering zeer moeilijke be
slissingen eist.
Wij zijn er van overtuigd dat moeilijke situaties
kunnen ontstaan bij het bepalen van de keuze en
dat ook het uitbrengen van adviezen hierover een
vrijwel onmogelijke taak is.
Wij zullen nog dikwijls over deze nieuwe wet
moeten schrijven, maar van één ding zijn wij reeds
nu overtuigd, het zal er beslist niet gemakkelijk
op worden.
PAAUWE.