ngcia
m
H. ENGLEBERTN.V.
Ledenvergadering
Onderlinge
Verzekerings Mij
der Z.L.M.
Bestrijding valse
meeldauw en
bladvlekkenziekte in uien
■MM
v'-
MVS.
v:::V
V-
fx&x-ïx-y
m
Kwaliteit en service, twee begrippen welke niet Umi
- xy':':
los van elkaar te denken zijn. McCORMICK trac^ rS^--
toren zijn kwaliteitsmachines, technisch perftó^^
en degelijk afgewerkt Uw IH-dealer verleent dié
ongekend goede service, waar McCORMICK ge-
V,.
•bruikers prijs op stellen. Originele onderdelen
wor
den, waardoor eventuele storingen in een'mini-
l mum van tijd verholpen zijn. Originele IH onder-
-
delen passen altijd, gaan langer mee en zijn na
jaren nog uit voorraad leverbaar,
KAHVESTS»»
DEALERS
Fa. J. van Dixhoorn, Terneuzen - tel. 01150-2213 Heesters-Roosendaal N.V.,
Spoorstraat 79, Roosendaal - tel. 01650-6652 Smederij M. Leenpoel, Kam
perland - tel. 01107-336 Fa. G. L. Slabbekoorn, Kloetinge - tel. 01100-6606
Fa. P. Steutel, Landbouwmechanisatiebedrijf, Zierikzee - tel. 01110-3118
Garage Gebra. Vervaet, Biervliet - tel. 01152-400.
VALSE MEELDAUW
Het optreden van deze schimmelziekte, veroor
zaakt door de schimmel Peronospora destructor,
noopt de teler ieder seizoen voorzorgsmaatregelen
te nemen ter voorkoming van schade. Het optreden
van aantasting is in de eerste plaats afhankelijk
van de nauwkeurigheid, waarmee de voorzorgs
maatregelen worden uitgevoerd. Voorts zijn de
weersomstandigheden, de aanwezigheid van een in-
fektiebron en de loofdichtheid beslissende faktoren
voor de omvang van de aantasting.
Door valse meeldauw aangetaste planten zijn te
herkennen aan de aanvankelijk lichtgroen tot geel-
gekleurde met sporen overtrokken vlekken op de
bladeren. Later ontwikkelt zich op de vlekken vaak
een „zwartschimmel".
De voornaamste bronnen van infektie zijn de
planten, gegroeid uit de door de schimmel geïnfek-
teerde bollen (systemisch zieke planten), die vooa;
de teelt van zaaduien en tweedejaars plantuien zijn
uitgeplant. Ook treden via de grond geïnfekteerde
planten van gezaaide gewassen als besmettings
haard op.
De infektie kan zich vooral tijdens vochtig, warm
weer snel uitbreiden. Naarmate meer loof aanwezig
is, neemt de kans op het optreden van aantasting
toe. Een vroege aantasting kan de opbrengst en de
kwaliteit van het produkt zeer nadelig beïnvloeden.
Door vroegtijdig te beginnen met voorbehoeden
de bespuitingen kan deze ziekte met goed gevolg
worden bestreden. Voor het uitvoeren van de be
spuitingen komen behalve zineb en maneb bevat
tende middelen ook kombinatiemiddelen van zineb
en maneb in aanmerking. Het tijdstip waarop met
de bespuitingen moet worden begonnen, is afhan
kelijk van de ontwikkeling van het gewas. Zo zal
b.v. in zaaduien en tweedejaars plantuien vroeger
een begin gemaakt worden met de bespuitingen
dan in de gezaaide gewassen. Afhankelijk van de
weersomstandigheden is een herhaling van de be
spuiting om de 7 tot 10 dagen noodzakelijk. Om de
afrijping niet te vertragen, verdient Jiet voor be
waring bestemde zaai-uien aanbeveling de behan
delingen 4 weken vóór de vermoedelijke oogst-
datum te beëindigen. De reden hiervoor is, dat de
vertraging van het afrijpingsproces de koprot-
schimmel meer kans geeft om in de hals van de
uien te dringen.
BLADVLEKKENZIEKTE
Deze ziekte wordt veroorzaakt door de schimmel
Botrytis squamosa. Het schadebeeld bestaat uit
kleine, geelwitte, ingezonken vlekjes op de blade
ren. De vlekjes komen verspreid over het gehele
blad voor. Vooral tijdens regenachtig weer kan de
aantasting zich snel uitbreiden. Het aantal vlekjes
neemt dan dikwijls zo toe, dat het gewas hierdoor
vroegtijdig afsterft. Een ernstige aantasting door
bladvlekkenziekte leidt meestal tot een niet ge
ringe opbrengstderving.
Evenals valse meeldauw grijpt ook deze schim
melziekte sneller om zich heen in loofrijke gewas
sen. Hoewel eerstejaars plantuien, zilveruien en
picklers om deze reden het meest gevoelig zijn, kan
ook in zaaiuien de schade aanzienlijk zjjn.
Aantasting door bladvlekkenziekte wordt het
meest afdoende bestreden door wekelijks te spuiten
met een van de voor dit doel goedgekeurde zineb/
maneb-kombinaties of met mancozeb. Voor alle
middelen geldt een dosering van 3 kg, te verspuiten
in 150200 liter water per ha.
Daar bovenbedoelde middelen ook te gebruiken
zijn voor de bestrijding van valse meeldauw, is het
mogelijk beide schimmelziekten in één werkgang
te bestrijden.
Stichting Nederlandse Uien-Federatie,
C. DE GEUS.
Noch het vriendelijke stadje Hulst noch het mooie
weer, dat beslist een tochtje door het mooie Zeeuws-
Vlaamse land eens te meer aantrekkelijk maakte,
bleken ieder voor zich en ook niet tesamen genoeg
aantrekkingskracht te bezitten om belangstellenden
naar de jaarvergadering van onze Onderlinge Ver
zekerings Maatschappij der Z.L.M. te brengen. De
belangstelling voor deze voor onze verzekerden
toch belangrijke vergadering was bepaald gering.
De reden zal wel geweest zijn dat men dacht: „Het
gaat toch goed!"
De voorzitter van de Onderlinge, de heer C. J. van
der Werff, kon de agenda in een vlot tempo afhan
delen. Omtrent de gang van zaken in het nu lopende
boekjaar deelde hij mede dat de eerste maanden
van 1968 een netto-toename van 625 verzekerde
voertuigen te zien geeft. Een gunstige ontwikkeling,
waaruit de groei van onze Onderlinge blijkt!
Minder gunstig echter waren de cijfers betreffen
de de opgegeven schaden en de uit te betalen
schadebedragen. In het bijzonder deze laatste laten
een voortdurende stijging zien. Redenen voor het
bestuur om daarover haar verontrusting uit te spre
ken. Maar ook het aantal schadegevallen, zo'n 280
a 300 gemiddeld per maand, is bepaald niet laag!
Hieraan kan beslist nog wel het een en ander ver
beteren door goede oplettendheid van de bestuur
ders als deze geschetste ontwikkeling zich in de
verdere maanden van boekjaar 1968 voortzet, zo liet
de voorzitter zijn waarschuwende stem horen, zal
op den duur niet aan een premieverhoging te ont
komen zijn! Eenzelfde geluid liet mr. G. Smit van
„Wet-Risoco" te Amsterdam horen, waar het W.A.-
risico van onze Onderlinge gedekt is. Ook hij wees
op een mogelijke premieverhoging door de steeds
grotere risico's die verzekeraars lopen in verband
met de toenemende verkeersdichtheid. Een ieder,
die bij de Onderlinge als verzekerde betrokken is
heeft, via het in het Landbouwblad opgenomen
Jaarverslag, kunnen kennisnemen van de gang van
zaken. De Onderlinge staat er financieel gunstig
voor. De reserves nemen toe en de gang van zaken
is bevredigend. Het jaarverslag werd dan ook dooi
de vergadering zonder op- of aanmerkingen aan
vaard. Voor 1968 werden de heren G. P. A. Nieu-
wenhuyze en P. W. C. van Westen in de financiële
commissie herbenoemd. De heer Iz. de Bruijne te
Cadzand werd benoemd in de vakature J. W.
Scheele te Zaamslag. De heer Scheele werd dank
gebracht voor zijn, gedurende vele jaren, in de
financiële commissie verrichte werkzaamheden.
Wederom werd de accountantsdienst van het
Boekhoudbureau der Z.L.M. aangewezen om t.z.t.
de stukken over 1968 te controleren. In het bestuur
werden herbenoemd de heren H. C. de Kater. P. G.
de Bruyn en B. H. Mayers, terwijl ook de leden van
de beroepscommissie overeenkomstig de voordracht
werden herbenoemd. Met de door het bestuur voor
gestelde wijziging in de vakantieregeling ging d«
vergadering akkoord.
Wij zouden dit summiere verslag willen besluiten
met de slagzin van de direkteur van de Onderlinge,
de-heer J. de Lange
Zijt ge tevreden, zegt het anderen.
Hebt ge klachten zegt het „Goes"!
BI