11
via het Zeeuws Land- en Tuinbouwblad de ter visie ligging van de plannen be
kend wordt gemaakt. Van de mogelijkheid om de plannen in te zien wordt zo
goed als geen gebruik gemaakt. Hoewel hierop, door de Z.L.M. al vele malen
is gewezen, legt men dit advies schijnbaar naast zich neer. Het zijn dus niet
alleen de gemeentebesturen die tekort schieten doch wij als agrariërs niet minder.
Op de vraag waarom men niet ingeschakeld is werd geantwoord:
gemakzucht van onze kant geen initiatieven ontplooid;
bu gemakzucht van het gemeentebestuur;
e. vermijding van ellen-lange besprekingen die toch weinig resultaat opleveren;
d. gedachte bij het gemeentebestuur M't hoeft niet, daarom doen we het niet";
e. de landbouwbelangen lopen niet parallel met al deze plannen; men heeft daar
om liever geen overleg met ons;
de planologen hebben in hun algemeenheid te weinig kennis van de landbouw;
daarom schakelt men ons niet in.
ETR kwamen verschillende suggesties op de vraag hoe men ingeschakeld
wenste te worden.
a. Incfien in een gemeente of een streek een plan ter visie wordt gelegd van
enige importantie moet öf de afdeling óf de kring óf B. en W. het initiatief
nemen een bijeenkomst bijeen te roepen waar van de zijde van de gemeen
telijke of provinciale overheid een toelichting kan worden gegeven op het
plan.
b. Bij het maken van de plannen dienen vertegenwoordigers uit het agrarische
bedrijfsleven te worden ingeschakeld meer dan nu het geval is.
c. Men zou praatavonden willen hebben over het conceptplan. Bij de ruilver
kavelingen doet men dit ook, met goed resultaat. Men zou wat dat betreft
hieraan een voorbeeld kunnen nemen.
d. Voordat het plan ter goedkeuring komt in de gemeenteraad zouden op initia
tief van de gemeente praatavonden moeten worden belegd.
2 afdelingen uit grote gemeenten zouden ingeschakeld willen worden via een
uit agrariërs bestaande commissie, die periodiek met B. en W. contact kon
t hebben.
f. Door vele gemeentebesturen worden de bestemmingsplannen voorgelegd
aan de Gewestelijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap. Er is dan
verder geen contact met de afdelingen? Kan hierin wellicht verbetering ko
men?
Vraag 3: Is er in de praktijk voldoende samenspraak met de agrarische raads
leden en wethouders?
Hoe is deze samenspraak in Uw gemeente geregeld? Acht U dit
voldoende?
Zo niet, welke verbeteringen dienaangaande zouden volgens U nood
zakelijk zijn?
Hoeveel raadsleden kunnen in Uw gemeente als agrariërs worden
aangemerkt?
Hoeveel zijn er rechtstreeks uit de agrarische sector afkomstig?
Vanuit 24 afdelingen werd de vraag of er voldoende samenspraak is met de
agrarische raadsleden met neen beantwoord.
Vanuit 14 afdelingen werd deze vraag met ja beantwoord, terwijl 9 afdelingen
antwoordden dat deze samenspraak te weinig is.
Hoe deze samenspraak geregeld is, werd als volgt beantwoord. De voorzitter
of bestuurslid van de afdeling is wethouder of raadslid. Wij nodigen een of meer
raadsleden uit om over gemeentelijke zaken te spreken en van gedachten te
wisselen.
leder lid kan bij een agrarisch raadslid terecht om zijn belangen of die van de
gemeente naar voren te brengen menen 10 afdelingen. Zij achten dit voldoende.
De verbeteringen die men dienaangaande zou willen zien luiden als volgt:
Eens per jaar wordt op een ledenvergadering een uiteenzetting gegeven door een
raadslid over zaken als structuurplannen en bestemmingsplannen van de betref
fende gemeente. Voordat een plan in de gemeenteraad komt dienen de betref
fende raadsleden dit met de groepen die zij vertegenwoordigen te bespreken.
Regelmatig overleg tussen gemeentebestuur en afdelingsbestuur acht men bij
diep ingrijpende plannen gewenst.
Sommige afdelingen zeggen: „Neem zelf het initiatief, neem contact op en blijf
dat onderhouden."
Een afdeling merkt op: „Neem ook als agrariërs actief deel aan de politiek zowel
gemeentelijk, provinciaal als landelijk. Dan kan er via de politieke partijen druk
uitgeoefend worden.
aantal
totaal
rechtstreeks
gemeenten
aantal
raadsleden
uit agrarische
raadsleden
die werk
sector
zaam zijn in
de agrarische
sector of
aanverwante
takken
5
53
26
28
8
51
31
25
2
16
9
7
2
22
16
16
5
61
25
25
4
28
16
14
4
44
14
9
1
40%
30%
Schouwen-Duiveland
Tbolen en St Philipsland
Oost Zuid-Beveland
West Zuid-Beveland
Noord-Beveland
Walcheren
West Zeeuws-Vlaandererr
Kring Axel
Kring Hulst
Vraag 4: Agrarische Inspraak
Voor de totstandkoming van een ontwerp-streekplan wordt gehoord
de Agrarische Advies Commissie van de Provinciale Planologische
Dienst, waarin vertegenwoordigd zijn o.a. de standsorganisaties via
het Landbouwschap, de H.I.D.'s van de Landbouwvoorlichting en de
Cultuurtechnische Dienst Daarnaast wordt ook het Landbouwschap
om advies gevraagd. Het Landbouwschap brengt advies uit na o.a.
eerst de betreffende districtsraden te hebben gehoord. Dit is dus in
de periode, dat het ontwerp wordt voorbereid en nog niet ter visie
ligt voor iedereen.
Indien er in Uw gebied sprake is, of sprake is geweest van een streek
plan in voorbereiding.
Is hieraan in Uw afdeling of kring aandacht besteed?
Zo ja, in welke vorm?
Zo nee, waarom niet?
In de afdelingen van de kring Axel is het streekplan in voorbereiding en nog
niet openbaar. Alleen op da districtsvergaderingen van de Gewestelijke Raad
voor Zeeland van het Landbouwschap is het ontwerp streekplan toegelicht.
De afdelingen hebben zich nog niet kunnen laten voorlichten omdat volgens hen
alles nog in een vertrouwelijk stadium is.
In enige afdelingen in W.Z.-Vlaanderen hebben de voorzitters een toelichting go-
geven op het ontwerp streekplan, terwijl voor een vergadering van de Kring een
medewerker van de P.P.D. een toelichting heeft gegeven op het ontwerp-streek
plan W.Z.-Vlaanderen. In de kring Hulst is aan het streekplan in voorbereiding
geen aandacht besteed omdat volgens hen alles in de grootste geheimzinnigheid
geschiedt.
In Schouwen-Duiveland is door de kring aandacht besteed aan het streekplan.
Doorhet kringbestuur is deze materie regelmatig bekeken. Sommige afdelingen
vinden dit voldoende. Anderen zeggen we hebben ons te weinig rekenschap gef
geven van de inhoud van een dergelijk plan en hadden dit ook in onze afde^
lingen moeten bekijken.
Op Noord-Beveland is door de kring aandacht besteed aan het streekplan door
middel van een uiteenzetting door een vertegenwoordiger van de P.P.D. In Kort-
gene en Kamperland zijn door de afdelingsbesturen nuttige besprekingen gevoerd
met B. en W. over het streekplan. Ook in ruilverkavelingsverband is er veel aan
dacht besteed met een nuttige, inspraak van de zijde van de agrariërs.
De jongerenafdeling in Tholen zegt helemaal niets te weten van deze plannen.
Een jeugdraad zoals bij de Coöperaties zou wellicht een goede inspraak kunnen
krijgen.
ln,Tholen is niet bekend of er nu een streekplan in voorbereiding is of niet. Men
hoort er in ieder geval niets over en er is aan één en ander dus nog geen aan
dacht besteed kunnen worden.
In West Zuid-Beveland is zeer veel aandacht besteed aan het streekplan in kring
vergadering, kringbestuur en in de afdelingen Borssele en Nieuwland en Wolf-
aartsdijk. Deze zijn wel zeer nauw bij één en ander betrokken. Ook in ruilver-
Waarom de land bow beperkingen opleggen voor zaken die wellicht
pas over 25 jaar kunnen worden gerealiseerd, of daarvoor al weer van
de baan zijn?
kavelingsverband in de Poel-Heinkenszand is veel aandacht besteed aan het
streekplan. In de kring Walcheren is zeer veel aandacht besteed aan het Ont
werp Plan Midden Zeeland. Er is een planologische middag belegd door de ge
zamenlijke organisaties. Er is een Algemene Vergadering belegd waarbij de be
zwaren uit agrarisch oogpunt nader werden toegelicht.
Afdelingen hebben bezwaren ingediend. De Kring heeft bezwaren ingediend. Er
zijn vanwege de Z.L.M. zitdagen gehouden waarbij de leden door het secretariaat
van de Z.L.M. hulp werd verleend bij het indienen van bezwaarschriften. In me
nige afdelingen werd het ontwerpstreekplan toegelicht door iemand van het secre
tariaat van de Z.L.M., de burgemeester van de gemeente, de secretaris van de
Gewestelijke Raad of een vertegenwoordiger van de P.P.D. Men vindt dat men
nu voldoende als proefkonijn heeft gediend bij verkaveling en streekplannen. Door
steeds maar proeven op hetzelfde perceel krijgt men bodemmoeheid. Zo gaan
wij dat in Walcheren ook voelen zegt een afdelingl
Vraag 5: Landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
Een landschappelijk waardevol agrarisch gebied is een gebied, dat tot
functie krijgt om op zichzelf of in samenhang met zijn omgeving, dan
wel met het oog op een TOEKOMSTIGE ontwikkeling in zijn omgeving
van landschappelijk belangrijke waarde te zijn. Deze gebieden wor
den in grote mate bevroren en de landbouw, zowel als de recreatie
worden allerlei beperkingen opgelegd; zodanig, dat een effciënte op
de toekomst gerichte bedrijfsvorming vaak onmogelijk wordt
Hoe denkt U over de verdeling van het agrarisch gebied
a. in industriegebieden?
b. in recreatiegebieden?
c. landschappelijk waardevolle agrarische gebied?
d. gebieden voor uitbreiding van steden of dorpen?
Is er in Uw gebied behoefte aan deze indelingen.
a. op korte termijn waarom wel, waarom niet?
b. op lange termijn waarom wel, waarom niet?