Verhoging sociale verzekeringsuitkeringen
Deze week.
5
STUDIE OVER HERZIENING VAN DE PACHTWET
De omstandigheden zijn nu anders dan zij ten
tijde van de totstandkoming van de Pachtwet waren.
Een te geringe flexibiliteit zou van negatieve In
vloed kunnen zijn op de gewenste strukturele aan
passing in de landbouw. In aansluiting hierop heeft
minister Ir. P. J. Lardinois kortgeleden opdracht ge
geven een interne voofoereidende studie ter hand
te nemen, waarbij met name aandacht moet Worden
geschonken aan die onderdelen van de Pachtwet,
waarvan de toepassing tot een in verband met de
noodzakelijke strukturele ontwikkeling ongewenste
verstarring in het grondgebruik kan leiden. Deze
studie zal enige tijd vergen. Over de uitkomsten
ervan zal de bewindsman te zijner tijd het advies in
winnen van het georganiseerde bedrijfsleven. Daar
na zal hij zijn standpunt bepalen.
RECTIFICATIE MEDEDELING ONTHEFFING
LANDBOUWWERKTUIGEN
Voor de landbouwwerktuigen die breder dan 2.60
meter zijn, mag slechts met een ontheffing van de
wegbeheerder over de openbare weg worden ge
reden.
De ontheffingen, die in het algemeen tot een
breedte van ten hoogste 3.50 meter worden ver
leend, moeten worden aangevraagd voor rijkswegen
bij Rijkswaterstaat, Koorkerkhof 7, Middelburg, en
voor de provinciale wegen en andere wegen niet
or^jer beheer van het Rijk en gelegen buiten be
bouwde kommen bij de hoofd-ingenieur-direkteur
van de Prov. Waterstaat, Rouaansekaai 43, Middel
burg.
Voor wegen binnen de bebouwde kom is er ont
heffing nodig van het betreffende gemeentebestuur.
De verleende ontheffing heeft een geldigheids
duur van één seizoen. Oude ontheffingen zijn dus
niet meer van kracht.
Vraag de noodzakelijke ontheffingen tijdig aan;
u voorkomt vertraging bij de uitvoering van het
werk.
Binnenkort zullen op voorstel van de Minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid de- bedragen van
de verschillende welvaartsvaste sociale-verzekerings-
uitkeringen alsnog per 1 april 1968 als volgt worden
verhoogd
A. O. W.:
gehuwde bejaarden
ongehuwde bejaarden
gehuwde bejaarden
ongehuwde bejaarden
per jaar;
van 4650,tot 4794,—.
van 3270,-— tot 3372.—.
per maand:
van 387,50 tot 399,50
van 272,50 tot 281,—
A. W. W.: per jaar:
weduwen met kinderen van 4650,tot 4794,—
weduwen zonder kind van 3270,tot 3372,
wezen tot 10 jaar van 1032,tot 1068,
wezen van 10 tot 16 jaar van 1542,tot 1590,
wezen van 16 tot 27 jaar van 2004,tot 2070,—
weduwen met kinderen
weduwen zonder kind
wezen tot 10 jaar
wezen van 10 tot 16 jaar
wezen van 16 tot 27 jaar
per maand:
van 387,50 tot 399,50
van 272,50 tot 281,—
van 86,tot 89,—
van 128,50 tot 132,50
van 167,— tot 172,50
Kinderbijslagen per kwartaal:
voor een eerste kind
tweede en derde kind
vierde en vijfde kind
zesde en zevende kind
achtste en elk
daaropvolgend kind
van 102,96 tot 106,86
van 117,78 tot 121,68
van 158,34 tot 163,80
van 176,28 tot 181,74
van 195,— tot 201,24
yOORTS is binnenkort te verwachten, eveneens
met terugwerkende kracht tot 1 april 1968, een
verhoging van de vóór die datum ingegane arbeids
ongeschiktheidsuitkeringen ingevolge de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering (W. A. O.).
Deze verhoging zal in het algemeen 3,05 bedra
gen. Aangezien in de arbeidsongeschiktheidsuitkerin
gen, die zijn ingegaan na 30 november 1967, reeds
een deel van de loonstijging is verwerkt, zullen deze
uitkeringen niet volledig met 3,05 worden ver
hoogd. Zo zullen de uitkeringen, die zijn ingegaan
tussen 1 december 1967 en 1 februari 1968, met
2,27 en de uitkeringen, die zijn ingegaan tussen l
februari 1968 en 1 april 1968, met 0,75 worden ver
hoogd.
"|"EN slotte zal ook het maximumdagloon, waar
naar de uitkeringen en de premies ingevolge de
W. A. O., de Ziektewet (Z. W.) en de Werkloosheids
wet (W. W.) worden berekend, verhoogd worden.
Daarbij zal het maximumdagloon, dat geldt voor de
berekening van de uitkeringen krachtens de W. A. O
de Z. W. en de W. W., alsnog per 1 februari 1968
stijgen van 77,tot 80,30. Ook voor de bereke
ning van de uitkeringen ingevolge de Wet Werkloos
heidsvoorziening zal het maximumdagloon per 1
februari 1968 worden verhoogd van 77,tot 80.30.
Voor de berekening van de premies ingevolge de
W. A. O., de Z. W. en de W. W. zal het maximumdag
loon ingaande 1 januari 1969 worden verhoogd van
f 77,— tot 80,—.
|TR zal naar worden gestreefd om de verhoogde
uitkeringen ingevolge de A. O. W., de A. W. W.
en de W. A. O. met ingang van de uitbetaling over de
maand juni 1968, zo nodig bij wijze van voorschot,
te doen plaatsvinden. Tevens zal daarbij zoveel moge
lijk ook de achterstallige verhoging over de maanden
april en mei 1968 worden uitbetaald. De uitkeringen
ingevolge de A. O. W. en de A. W. W. worden door
de Sociale Verzekeringsbank uitbetaald; de arbeids
ongeschiktheidsuitkeringen worden betaalbaar gesteld
door het Gemeenschappelijk Administratiekantoor of
de desbetreffende bedrijfsvereniging.
De uitbetaling ten slotte van de kinderbijslagen
vindt in het algemeen eerst plaats na afloop van het
desbetreffende kwartaal. De verhoogde kinderbijsla
gen zullen derhalve ook eerst na afloop van het twee
de kwartaal van dit jaar betaalbaar worden gesteld.
LONEN, WERKGELEGENHEID EN LANDBOUW
In het overlegorgaan van de drie Centrale Land
bouw Organisaties op 22 mei j.l., is ook de nota van
de regering over. lonen en werkgelegenheid ter
sprake gekomen. Deze regeringsnota is inmiddels
door de Tweede Kamer behandeld. De 3 C.L.O. be
sloten hun oordeel over deze belangrijke zaak in
een persbericht kenbaar te maken. In dit bericht
zeggen zij de bezorgdheid van de regering over de
ontwikkeling van de economische situatie te delen.
Zij vervolgen dan aldus:
,,Deze ontwikkeling, die geschetst is in de nota
Inzake het te voeren loon- en werkgelegenheids
beleid, vormt een ernstige bedreiging voor de toe
komstige werkgelegenheid.
De drie C.L.O.'s hebben daarom begrip voor de
door de regering voorgestelde maatregelen, al kan
men van mening verschillen over het tijdstip waar
op de regering tot aankondiging van deze maat
regelen heeft menen te moeten overgaan. Zij wijzen
er overigens op dat de in het vooruitzicht gestelde
loonpauze door middel van een verlenging van de
looptijd van alle c.a.o.'s behoort tot de spelregels
van de vrije loonpolitiek.
De drie C.L.O.'s zijn voorts van oordeel, dat in
de huidige economische situatie het regeringsbeleid
in de eerste plaats gericht moet worden op het sti
muleren van de werkgelegenheid in die gebieden,
waar de werkloosheid onaanvaardbaar groot is".
MOEIZAAM AKKOORD
(Vervolg van pagina 1.)
Voor rundvlees zijn er verder geen bijzonder
heden. De oriëntatie-prijs wordt 2,46. Algemene
interventie is mogelijk als de prijs meer dan 7
lager wordt. Regionale interventie is eerder moge-
lijk.
Konklusie: Altijd nog beter een voorlopig ge
brekkige vrije zuivelmarkt, dan geen, maar er bljj-
ven financië e moeilijkheden dreigen.
In Nederlandse omstandigheden lijkt de melk-
richtprijs haalbaar, maar de groeiende melkplas zal
natuurlijk drukkend blijven werken.
Str.
T?N vorige week heeft in de Tweede Kamer de
*-* behandeling van de nieuwe wet op de Om
zetbelasting plaats gevonden. De belasting die be
kend is als de B.T.W.
Dit is een afkorting van Belasting op de Toege
voegde Waarde. Het wetsontwerp is ingediend op
4 oktober 1967 en heeft reeds veel pennen in be
weging gebracht
De gevolgen van de invoering van deze wet zijn
nog niet te overzienmaar zullen in vele gevallen
ingrijpend zijn.
Op het moment dat wij dit artikeltje schrijven is
de behandeling in de Kamer nog in volle gang. Vele
amendementen zijn ingediend en al deze voorge
stelde wijzigingen moeten apart worden besproken.
Wij kennen de hoofdinhoud van het wetsontwerp.
Alle goederen en diensten zullen aan omzetbelas
ting zijn onderworpen. Er zijn in eerste aanleg maar
twee tarieven, n.l. 12 en 4%.
Alle leveringen van produkten na 1 januari 1969
zullen aan deze belasting onderworpen zijn.
De levering van landbouwprodukten, granen,
peulvruchten, suikerbieten, vlas, aardappelen, za
den, melkvee, fruit enz. zijn onderworpen aan een
tarief van 4 Loonwerk zal belast zijn met 12
ook het uitlenen van personeel.
De belasting zal periodiek moeten worden afge
dragen aan de Ontvanger der Belastingen en de
ondernemer mag op deze betaling in aftrek bren
gen de omzetbelasting die hij aan andere onder
nemers volgens een over te leggen faktuur heeft
betaald. Deze faktuur, waarop de omzetbelasting
afzonderlijk is vermeld, krijgt dus een waarde, een
hoge waarde zelfs, wanneer het faktuurbedrag
hoog is.
TT/IJ geven u als voorbeeld een tweetal faktu-
ren van een en dezelfde traktor, n.l. die van
de fabrikant en die van de handelaar.
Faktuur van fabrikant aan handelaar:
Geleverd 1 traktor f 10.000,
Omzetbelasting 12 1.200,
Zn rekening gebracht aan afnemers:
12 van f 12.500,— 1.500,—
Reeds betaald op faktuur
van andere ondernemers 1.200,
Faktuurbedrag f 11.200,
Faktuur van handelaar aan boer:
Geleverd 1 traktor f 12.500,
Omzetbelasting 12u 1.500,
Af te dragen aan fiscus 300,
Dit bedrag van 300,is 12 van 2.500 ofte
wel het bedrag van de toegevoegde waarde door de
handelaar.
IJ besluiten nu met een voorbeeld waarin de
denkbeeldige situatie voor landbouwers
wordt weergegeven:
Omzet van aardappelen, granen, peul
vruchten, zaden, suikerbieten, fruit,
melk en vee f 50.000,a 4 f 2.000,—
Verkoop of inruil werktuigen
5.000,— d 12 600,—
Totaal verschuldigde omzetbelasting f 2.600,-
Hierop komt in mindering via de fak-
turen aan andere ondernemers reeds
betaalde omzetbelasting:
Kunstmest f 3.000,a 4 f 120,—
Zaad- en pootgoed
[f 2.000d 4% 80,—
Loonwerk 3.000,a 12 360,
Olie en benzine
2.000 a 12% 240,—
Werktuigen f 15.000 d 12 1.800,—
Betaald aan
andere ondernemers
2.600,—
Faktuurbedrag f 14.000,
De handelaar heeft nu, uitgaande van deze ene
transaktie op het eind van de maand de volgende
afrekening op te stellen voor zijn afdracht aan de
fiscus.
Af te dragen aan de fiscus f nihil
Onze boer heeft het volle bedrag dat hij ver
schuldigd was voldaan. Het doet er niet toe aan wie
hij heeft betaald, zijn leveranciers of aan de fiscus,
hij heeft het volle pond wat hij verschuldigd was
betaald. Inderdaad het volle pond. Hij moet er
evenwel ook voor zorgen dat hij de fakturen waar
op hem de omzetbelasting in rekening is gebracht
kan overleggen. Bij het ontbreken hiervan moet hij
dubbel betalen! Eerst aan de leverancier; later aan
de fiscus.
Het vorenstaande is een eenvoudig voorbeeld.
Streeft niet naar volledigheid. Het is de voorge
stelde algemene regeling en er is niet ingegaan op
de landbouwregeling die ook in het wetsontwerp
is opgenomen. Op deze landbouwregeling komen
wij nader terug.
PAAUWE.