Welke kredietmogelijkheden zijn er voor een ondernemer? Allereerst een waarschuwing. Hypotheek Blank# krediet. Eigendomsoverdracht tot zekerheid Oogstkrediet. Borgstellingfonds. Herfinanciering Rijksgroepregeling zelfstandigen. Prof. Horring pachtwet is halfslachtig Suiker-Unie Zeer bevredigende resultaten over ie boekjaar 1966-1967 7 VERSCHILLENDE ondernemers in de land- en tuinbouw zijn de laatste tijd in liquiditeitsmoei lijkheden komen te verkeren. Dat wil zeggen dat men niet meer over voldoende geld voor de nodige bedrijfsuitgaven tot aan de volgende oogst beschikt, terwijl eveneens de middelen voor de kosten van levensonderhoud in de knel komen. Een juiste en tevens gezonde financiering is ten allen tijde een eerste vereiste. Velen zijn nu echter door omstan digheden buiten hun schuld en naar wij van ganser harte hopen tijdelijk in moeilijkheden komen te verkeren. Het leek ons daarom wenselijk enige algemene wegen aan te geven die een oplossing kunnen be werkstelligen. We hebben over deze kreditverle- ning ons licht nog eens opgestoken bij één van de banken. Sommigen gaan in zee met financieringsmaat schappijen voor de aankoop van tractoren, werk tuigen, e-d. op ogenschijnlijk gunstige voorwaarden. De rente lijkt laag, maar is vaak hoog, omdat men ook na aflossing rente blijft betalen over het hoofd bedrag dat is geleend. Vaak moet het geleende be drag snel worden afgelost wat in vele gevallen een onmogelijke zaak is. Dit beseft men veelal echter pas in een later stadium! Het is mogelijk indien daarvoor nog ruimte aan wezig is hypotheken aan te trekken op onroerende goederen. Bij jongere ondernemers, of zij die nog geen onroerende goederen in bezit hebben, bestaat de mogelijkheid bij de bank een lening aan te gaan wanneer de ouders daarvoor hypotheekrecht - op een onroerend goed aan de bank geven. Is de overbrugging van de financieringsbehoefte van zeer tijdelijke aard dan is het in zijn algemeen heid mogelijk een blanko krediet te verkrijgen. Dit krediet kan ten hoogste 5000 bedragen, terwijl het binnen één jaar moet zijn afgelost. Boven de normale rente wordt in veel gevallen een risico premie berekend van Vs%. Bij de eigendomsoverdracht tot zekerheid wordt de constructie toegepast, dat het eigendomsrecht van bijv. vee of werktuigen wordt overgedragen aan de bank, doch de schuldenaar ontvangt de goe deren gelijktijdig weer in bruikleen terug. Bij over dracht van levende inventaris kunnen leningen wor den verkregen tot maximaal 50 van de geschat te waarde van de overgedragen inventaris. De af lossing is minimaal 10 jaar. Indien de dode inven taris wordt overgedragen dus bijv. werktuigen of een gedeelte van de werktuigeninventaris, kan eveneens 50% worden verstrekt van de getaxeerde verkoopwaarde. De aflossing is maximaal vijf jaar. Ie jaar 30 2e jaar 253e jaar 15 4e jaar 15 en 5e jaar 15 Voor pas-beginnende of begonnen zijnde boeren kan tegen zekerheidsoverdracht van de rundvee stapel een lening worden verstrekt met een loop tijd van maximaal 20 jaar en tegen overdracht van de dode inventaris een lening van maximaal 10 jaar. Als eis wordt hierbij van de zijde van de banken ge steld dat de jaarlijkse aflossing tenminste gelijk moet zijn aan het bedrag dat jaarlijks wordt afge schreven. Voor akkerbouwbedrijven kan een oogst krediet worden verstrekt tot maximaal 250 per ha. Hier voor wordt de oogst als zekerheid nadat ze is ge oogst overgedragen aan de bank. De vorderingen van verkochte oogstprodukten worden gecedeerd aan de bank. Deze looptijd is 10 maanden. In een jaar met ernstige tegenslag kunnen via garantie van het borgstellingsfonds alle binnenkort opeisbare schulden worden betaald. De lening wordt dan als het ware omgezet in één over een langere periode lopende lening bij de bank, onder garantie -van het borgstellingsfonds. Men houdt dan wel schuld, maar kan de aflossing over een langere periode uitsmeren hetgeen een verbetering van oe- drijfsuitkomsten kan betekenen. Er blijft dan meer over als verteerbare inkomen. We zouden het een herfinanciering willen noemen, dus het omzet ten van kortlopende schulden in leningen op lange termijn. Het is ons reeds vele malen gebleken dat door het sluiten van een herfinanciering bij de bank de mo gelijkheden ruimer kwamen te liggen doordat de financieringswijze een geheel andere afzet kreeg. Iedere ondernemer dient deze mogelijkheid zelf te bekijken. Indien men niet maar door de bank of het borg stellingsfonds kan worden geholpen, kan de rijks groepsregeling zelfstandigen nog uitkomst bieden. Er moet dan worden verwacht dat men na de bij standsverlening weer zover voort kan dat men zijn zelfstandigheid zal kunnen behouden. Er kan be drijfskapitaal worden verstrekt in de vorm van een rentedragende lening dan wel als een renteloze lening. In zeer speciale gevallen kan er zelfs een bedrag om niet worden verstrekt! Verder is het mogelijk om tot maximaal 26 we ken per jaar een bijdrage in de kosten van levens onderhoud te ontvangen volgens bepaalde normen. De aanvrage voor d-e zelfstandigenregeling dient te worden gedaan bij B. en W. in de betreffende ge meente. De aanvrage voor het borgstellingsfonds moet worden ingediend bij uw bank. Het is wel zaak dat vooral diegenen die financieringsmogelijkheden hebben, dan wel deze in de toekomst verwachten, zich op de hoogte stellen van de vele mogelijkheden van financiering. De economisch sociale voorlich ters van de Z.L.M. willen zoveel als in hun vermo gen ligt hierbij helpen bij de opzet van een finan cieringsplan. Oolc de direkteuren van de banken willen u waar dit mogelijk is, de helpende hand bieden. Dit is ons bekend. Eén advies zouden wij u willen geven, doe geen ondoordachte dingen bij de financiering waarvan u later spijt zou hebben, dit kan later bijzonder veel zorgen en ellende besparen. Blijf ook niet met deze problemen rondlopen. Houdt ze niet voor uzelf, maar bespreek ze met mensen die u vertrouwt. Reeds in vele gevallen konden er goede oplossingen in de betreffende situaties gevonden worden waar men zelf nog niet aan had gedacht! J. M. f^E pachtwet is een sta-in-de-weg voor de nood- zakelijke strukturele ontwikkeling in de landbouw. De belemmering zit vooral in de half slachtigheid van de huidige pachtregeling. De eige naar heeft weinig zeggenschap meer over de be stemming van de grond, de keuze van de pachter, en bovendien krijgt hij een te geringe pacht om hem tot rendabele investeringen aan te zetten. Aan de andere kant heeft de pachter weer net iets te weinig bevoegdheden en zekerheid om zelf deze investeringen (b.v. in gebouwen) te verrichten en kan hij zijn pacht niet overdragen aan de meest ge schikte exploitant". Dat zei donderdagmiddag prof. dr. J. Horring, hoogleraar in de algemene landhuis houdkunde aan de Landbouwhogeschool in Wage- ningen, tijdens de in Utrecht gehouden vergadering van de Vereniging „Het Grondbezit". Een verbetering zou volgens prof. Horring op twee sterk uiteenlopende wijzen mogelijk zijn. Men zou nog een stapje verder kunnen gaan en van.de pacht een volkomen zakelijk recht kunnen maken waarbij dus de onteigening ten bate van de gebrui ker wordt voltooid op een bescheiden verplichting van jaarlijkse pachtbetaling na. IkE bestaande pacht zou dan kunnen worden om- gezet in een altijddurende erfpacht waarbij de eigenaarslasten geheel voor rekening van de pach ter komen. De pacht zou dan kunnen worden ge fixeerd op de huidige nettopacht maar dan in gul dens van een constante koopkracht. Van de be palingen in de diverse pachtwetgevingen dat de hoogte van dé pacht moet worden afgestemd op de bedrijfsuitkomsten is tot nu toe weinig terecht ge komen. Het alternatief is om de pacht wel te handhaven maar dan aangepast aan de behoefte van de ko mende jaren. Volgens prof. Horring betekent dat een beknotting van het continuatierecht tot de per soon van de pachter, namelijk tot het jaar waarin de pachter 65 jaar wordt. Dan zal ook de pachtprijs- beheersing moeten worden herzien in de geest van de pachtwet 1937 waarbij de bedoeling was de pach ter te vrijwaren voor excessen. DE Wageningse hoogleraar zei de pachter op een punt grotere rechten te willen geven dan hij krachtens de huidige pachtwet bezit. De verpach ter is momenteel verplicht aan het einde van de pacht een vergoeding te betalen aan de pachter voor de aangebrachte verbeteringen. De pachter heeft daar nu alleen recht op als de verpachter schrifte lijk met de verbetering heeft ingestemd of de Grondkamer hem daartoe heeft gemachtigd. „In het belang van een zo doelmatig mogelijk ge bruik zou ik deze beperking willen laten vallen. De pachter zou ik bij beëindiging van de pacht voor alle verbeteringen recht willen geven op vergoe ding, maar tevens de verplichting willen opleggen tot schadeloosstelling bij verwaarlozing van grond of gebouwen of aangebrachte verslechteringen. Op deze wijze hervormd lijken mij de kansen gunstig dat de pacht als instituut ook voor de verpachter weer aantrekkelijk wordt, zodat verdere afbrokke ling door verkoop van verpacht land aan exploitan ten tot staan komt", aldus prof. Horring. In het jaarverslag 1966-1967, le boekjaar, van de Suiker-Unie spreekt het bestuur_de voldoening uit dat reeds in het eerste verenigöïgsjaar de nieuwe combinatie tot zeer bevredigende resultaten wist te voeren. Het was, aldus het bestuur, stellig geen geringe taak, 4 voorheen onafhankelijk opererende ondernemingen vrijwel zonder overgangstijd met elkander in de pas te doen lopen. De uitkomsten Eyn een stimulans om op de ingeslagen weg met vaart te blijven voortgaan. Het jaarverslag gaat uitvoerig in op de samen werkingsvorm, de organisatie en de overeenkomst tussen de V.C.S., Puttershoek, F. G. en C.B.S. en de getroffen financiële regeling. In het jaarverslag is een gedetailleerde financiële verslaggeving over bet betreffende boekjaar gevoegd van ieder der Coöperaties afzonderlijk. De Nederlandse bietenoogst bereikte een totaal van 3.720.000 ton waarvan de Suiker-Unie 2.319.730 ton verwerkte. Door de Suiker-Unie werden ge produceerd 327.560 ton witsuiker, 210.700 ton natte pulp, 129.000 ton droge pulp en 82.800 ton melasse. Aan de leden der in de Unie samenwerkende coöpe raties kon voor de door hen in de campagne 1966 op hun aandelen geleverde bieten een prijs worden uitgekeerd van 62,40 per 1000 kg bij een gehalte van 14 met een gehalteberekening van 5,20 per suikergehalte. Bij het landelijk gehaltegemid delde van 16,1 komt deze prijs uit op 62,40 -f 2,1 x 5,20 73,32 per 1000 kg netto bieten. Dank zij het financiële resultaat kan de Suiker- Unie ruim 19 miljoen aan de reserves toevoegen die dan tesamen ruim 115 miljoen bedragen. AKTUELE VRAAGSTUKKEN Een nuchtere buitenstaander zou wellicht de op merking kunnen maken dat het nauwelijks nog no dig kan zijn de wereldsuikersituatie te bespreken aangezien met ingang van 1 juli a.s. de suikerpro blemen binnen de E.E.G. geheel onder de gemeen schappelijke regeling zijn gebracht, aldus begon de voorzitter van de Suiker-Unie, ir. M. A. Geuze, de rede waarmee hij de eerste jaarvergadering van dit coöperatieve suikerconcern in Nederland op 13 mei j.L te Utrecht opende. Niets is minder waar, want ook de Europese za ken, al zijn ze nog zo goed in de gemeenschappe lijke markt geregeld, kunnen niet los gezien worden van de wereldeconomie en de wereldpolitiek. Het enkele feit, dat een produktie-overschot boven de behoeften van de E.E.G. als magere suiker moet worden afgezet illustreert deze samenwerking in voldoende mate. De bietenteelt is voor de Westeuropese boer on misbaarder dan ooit nu zoveel andere gewassen een steeds smaller wordende markt ontmoeten. De biet is economisch een van de belangrijkste hoekstenen van onze akkerbouw, terwijl de teelt technisch uit een oogpunt van vruchtwisseling eveneens een es sentiële rol vervult. Hoewel er op het ogenblik altijd nog een wereld voorraad suiker van meer dan 17 miljoen ton is (bij een wereldproduktie van 67 miljoen ton) wordt de statistische positie de laatste jaren geleidelijk beter doordat er in 1966 en 1967 niet meer werd geproduceerd dan verbruikt. De vooruitzichten blij ven te onzeker zowel om politieke redenen als wegens de mogelijkheid van oogstfluctuaties. Het belangrijkste feit is echter dat alleen al in West- Europa het suikerverbruik in 15 jaar gestegen is van 8 Va miljoen ton tot bijna 13V2 miljoen ton. In verschillende arme landen is de stijging procentueel nog groter geweest maar is het verbruik in kg per hoofd van de bevolking belangrijk lager. De F.A.O. verwacht dat tegen 1975 de wereldconsumptie (Rood-China niet meegerekend) zal liggen tussen 73 en 76 miljoen ton. Dat is 18 hoger dan 1965, aldus ir. Geuze.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 7