Wist IJ dat
Afscheid Kring
Schouwen-Duiveland van
voorzitter A. M. Geluk
Zuivelzorgen
D
Na 16 jaar lang leiding te hebben gegeven aan
de Kring Schouwen-Duiveland der Z. L. M. nam op
vrijdag 10 mei j.l. Kringvoorzitter A. M. Geluk in
een buitengewone algemene vergadering afscheid
van zijn Kring. Zijn benoeming tot voorzitter van
Cebeco - Rotterdam in december vorig jaar bracht
hem tot het moeilijke besluit zijn taken in Schou
wen-Duiveland enigszins te moeten beperken. Hoe
wel officieel aftredend op 1 juli a.s., zodat de heer
Geluk de herdenking van het 125-jarig bestaan
der Z. L. M. nog mee kan vieren, duurde het nog
tot mei vóórdat voor zijn Kring er een streep ge
zet werd onder zijn lange bestuursperiode. Zachte
drang tot uitstel van de zijde van zijn mede-be
stuursleden bleek nodig om ter gelegenheid van
dit afscheid met een waardig afscheidsgeschenk te
kunnen komen. Het samenstellen van een „kwar
tierstaat" de stamboom van de familie Geluk
Deïst, teruggaande tot acht generaties van beide
takken kostte de samenstellers te veel tijd om
eerder hiermee gereed te zijn. Het terugzoeken
van 256 namen van voorouders en familieleden
met de daarbij behorende familiewapens was niet
op korte termijn te verwezenlijken. Op initiatief
van de heer P. van Langeraad werd met behulp
van de heren M. K. Romeyn en mr A. Gast dit
moeizame en tijdrovende werk verricht. De heer
Overbeeke te Zierikzee zette het opgespoorde op
schrift en verzorgde tevens op bijzonder fraaie
wijze de getekende wapens. „Voor uw zonen de
taak", aldus de heer Van Langeraad, by het over
handigen van dit originele geschenk, „om het
onderzoek voort te zetten!"
Tevens werd de heer Geluk het ere-lidmaatschap
van de Kring aangeboden, hetgeen hij dankbaar
aanvaardde.
Het aanbieden van dit afscheidsgeschenk kwam
na de voorzittersverkiezing en afscheidswoorden
van voorzitter Geluk. Er was van de zijde van de
leden van de Kring Schouwen-Duiveland grote be
langstelling en de Graanbeurs van het „Huis van
Nassau te Zierikzee was tot de laatste stoel bezet
Bij schriftelijke stemming bleek dat de heer A.
J. G. Doeleman te Nieuwerkerk, door het Kring-
bestuur als eerste op de voordracht geplaatst, met
90 van de 163 stemmen de volstrekte meerderheid
verkreeg en onder applaus van de vergadering als
toekomstig nieuwe voorzitter van de Kring werd
aangewezen. De heer M. J. Steur, Noordwelle, en
mr A. Gast, Brouwershaven, die zich bereid had
den verklaard op de voordracht te worden ge
plaatst, behaalden resp. 45 en 26 stemmen, terwijl
een tweetal stemmen door het stembureau blanco
werden genoteerd.
De heer Doeleman dankte de vergadering voor
het in hem gestelde vertrouwen.
In zijn afscheidsrede, opgebouwd uit drie delen
een algemeen gedeelte, de bestuursperiode en
dankwoorden aan mede-bestuursleden van zijn
Kring en het secretariaat te Goes memoreerde
de heer Geluk vele feiten en gebeurtenissen die
de afgelopen zestien jaren waren voorgevallen.
Met enkele punten moeten wij volstaan.
de snelle ontwikkeling van onze maatschappij
dwingt tot specialisatie en stelt andere eisen
aan het ondernemerschap. In iedere onderne
ming van groot tot klein is het een bewezen
feit dat door het aanbrengen van verbeterin
gen de onkosten nog met 25 a 30 te drukken
zijn, dan wel dat een grotere produktie van
25 a 30 te bereiken valt. Dit geldt voor
iedere onderneming, zowel in de grootindus-
trie alsook in de land- en tuinbouw.
samen zullen we de toekomst onder ogen moe
ten zien en een blik vooruit moeten werpen;
ook in eigen kring en in onze organisatie. Wij
hebben zo vaak de neiging te spreken over de
mooie dingen die wij allemaal hebben meege
maakt. Juist nu moeten wij ons de vraag stel
len of wij de komende generatie alleen maar
de mooie herinneringen uit het verleden moe.
ten nalaten. Of moeten wij niet de jongeren
de goede bouwstenen in handen geven waarna
zij in de toekomst kunnen bouwen. Ik dacht
dat ons antwoord niet moeilijk is.
het is zo gemakkelijk om iemand af te breken,
er kritiek op te hebben, hem te laten vallen!
Het is zo veel moeilijker om iemand die, door
welke omstandigheden dan ook, in moeilijkhe
den komt te helpen. Meer begrip voor de pro
blemen van de ander en meer steun is nodig.
Maken we het elkaar maar al te vaak niet
moeilijker dan nodig is?
deze 16-jarige periode heb ik wel eens gesplitst
in een dankbare en een moeilijke. De dank
baarste was de opbouw, de goodwill die we
toen hadden en de morele steun die we in de
ze moeilijke tijd mochten ontvangen. De moei
lijkste periode was verreweg de periode van
de verkaveling. Ik heb toen veel en veel vaker
overwogen om mijn funktie neer te leggen dan
door u gedacht werd. Bijzonder moeilijk en
verantwoordelijk werk!
Vice-Voorzitter H. C. van de Zande, Kring
secretaris F. C. Hanse en Z. L. M.-Voorzitter ir J.
Prins vertolkten de dank van Kring, Kringbestuur
en Goes voor het vele dat de heer Geluk tijdens
zijn zittingsperiode in het belang van de land- en
tuinbouw in het algemeen en voor Schouwen in
het bijzonder heeft verricht. Bergen werk zijn
door hem verzet!
Ir Prins benadrukte dat de Kring Schouwen-
Duiveland en het bestuur der Z. L.M. de scheiden
de voorzitter slechts node afstaat voor een andere,
moeilijker en gewichtiger funktie, die echter van
bijzonder groot belang voor de Nederlandse land
en tuinbouw is. Ik wil gaarne de wens uitspreken
dat de tijd die de Kring Schouwen-Duiveland on
der leiding van de heer Geluk heeft gestaan, een
tijd zal zijn geweest die in de toekomst zijn vruch
ten zal afwerpen! Aldus ir Prins.
BL
(Vervolg van pagina 1.)
[""NAT de veehouder nu aanmerkelijk minder aan
melkgeld ontvangt, heeft in wezen twee oor
zaken, n.l. de onzekerheid over het ingaan van het
Europees zuivelbeleid en het ontbreken van een
Nederlands zuivelbeleid voor de overgangstijd
vanaf 1 april tot de ingangsdatum van de Europese
Zuivelregeling. Voor deze overgangstijd zijn er geen
gelden op de begroting uitgetrokken en de Minister
heeft bij deze begrotingsopstelling kennelijk de ver
wachting gehad dat het per 1 april allemaal wel
rond zou zitten met de E.E.G.-regeling. Bovendien
is de afgelopen tijd nog eens duidelijk gebleken
hoe smal de basis van het zuivelbeleid is als het
gedragen moet worden door alleen een inleverings
mogelijkheid voor boter. Op een interventiebeleid
voor magere melkpoeder is al lange tijd als eèn
noodzakelijke voorwaarde voor het Nederlands en
Europees zuivelbeleid door het bedrijfsleven aan
gedrongen. In ons Commentaar van 15 september
1967 kwamen deze aspecten reeds naar voren.
MU de zaak vast ging lopen en men ook in
1 Brussel mee schijnt te willen werken om aan
een inleveringsmogelijkheid voor magere melkpoe
der gestalte te geven, is de Minister na herhaald
aandringen bereid gebleken aan deze inleverings
mogelijkheid in Nederland zijn goedkeuring te
geven.
Evenwel wordt het een mogelijkheid op kosten
van een ander. Het bedrijfsleven zelf en een bij
drage voor ontwikkelingshulp moeten het n.l. be
talen! Om zo het zuivelbeleid weer wat op poten
te krijgen!
Als dit nummer verschijnt zal de Tweede Kamer
met de Minister gesproken hebben over de grote
onrust die er in veehouderijkringen heerst. We
hopen en verwachten dat men heeft onderkend dat
er alleen dan geen reden tot pessimisme is, zoals
de Minister zegt, wanneer er ook inderdaad van een
zuivelbeleid sprake is!
Pr.
TIET boer zijn" meermalen een zeer onrustig
bestaan is en dat zelfs de rustende boer nog
niet met rust gelaten wordt? Een boer had zijn be
drijf in een -paar jaar geheel geliquideerd en uit
deze liquidatie waren in aanzienlijke mate geld
middelen vrijgekomen. Nu was deze boer toch weer
niet zo rustig dat zijn bedrijfsliquidatie betekende
dat hij nu totaal nies meer deed,.
Hij kocht tijdens de liquidatie van zijn bedrijf
aanzienlijke partijen blauwmaanzaad, n.l. ruim
100.000 kg, welk produkt hem ruim 76.000 kostte.
Hij sloeg die partijen in een hem toebehorende
schuur op en verkocht zijn artikel met ongeveer
30.000 winst.
Als boer verbouwde hij nimmer blauwmaanzaad
en de aanwezige voorraden van dit artikel nam hij
in zijn vermogensaangiften op tegen kostprijs en
als niet tot de onderneming behorend vermogen
De fiscus die dit waarnam gunde onze rustende
boer gaarne dit voordeel, maar meende dat naar
recht en billijkheid hem een deel van deze winst in
de vorm van inkomstenbelasting toekwam.
Onze rustende boer meende echter de volle winst
voor zichzelf te mogen behouden en ging van rus
ten tot werken over om dit doel te bereiken. Tegen
de fiscus en in beroep voerde hij als argument aan
o. het voordeel uit deze transakties vormt geen
fiscaal inkomen;
b. de financiering der transakties had plaats met
privé-gelden;
c. blauwmaanzaad had hij als boer nooit verbouwd
d. de transakties waren zuiver speculatief en het
prijsverloop in de toekomst was voor hem be
slist niet te voorzien;
e. voor deze transakties werd behalve kopen, op
slaan en verkopen geen arbeid verricht;
f. deskundig advies werd niet ingenomen en van
enige samenwerking met deskundigen was geen
sprake.
Conclusie van onze rustende boer: zuiver specu
latie en de winst dus onbelast
E inspekteur meende dat hier sprake was van:
1. bedrijfsuitoefening als uitvloeisel van de liqui
datie van het landbouwbedrijf
2. in alle geval dat het voordeel als andere op
brengst van arbeid Was aan te merken, immers
er werd gekocht, het prijsverloop werd gevolgd
en er werd weer verkocht;
3. van beleggen is geen sprake daar de aard van
het gqed meebrengt dat het wordt gekocht met
het doel met winst te verkopen;
4. bij de aankoop van het zaad waren redelijke ver
wachtingen aanwezig dat met winst zou kunnen
worden verkocht.
T\ IT geval speelde zich af voor het Amsterdam-
se Hof en de uitspraak van dit Hof komt op
het volgende neer:
1. belanghebbende verbouwde nimmer blauw
maanzaad en dreef daarin ook nooit enige han
del en dus is het niet aannemelijk dat dexse
(Zie verder pag. 10.)