Kring fokvarkensdag voor O. Z.-Vlaanderen te St. Jansteen Het OBF in 1967 17 Onder gunstige weersomstandigheden werd op 25 april j.l. te Sint Jansteen de kring fokvarkensdag voor Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen gehouden. De publieke belangstelling was goed. Vooral geïnteres seerde fokkers waaronder van buiten O.-Zeeuwsch- Vlaanderen, waren aanwezig. Het aantal inzendingen was, gezien de omvang van de Oost-Zeeuwsch-Vlaamse varkensstapel, ma tig. De kwaliteit van de dieren was beter dan op één van de voorgaande fokdagen. De jury meende dan ook dat de topdieren uit de verschillende ru brieken vergelijkbaar zijn met de beste uit de pro vincie. Wel werden bemerkingen gemaakt op de ontwikkeling bij een deel der dieren en op de correctheid van het beenwerk. De beoordelingswedstrijd trok goede belangstel ling. Een vijftal zeugen werden hiervoor in de ring gebracht, welke op volgorde van kwaliteit geplaatst moesten worden. Het hoogste aantal punten scoor den de heren P. de Bakker uit Boschkapelle, Th. Stallaert uit Hulst, A. Impens uit St. Jansteen en C. Inghels eveneens uit St. Jansteen. BEREN De rubriek oudste dekberen bestond uit een tweetal goede dieren waarvan Bart 1217B van P. Th. de Caluwé te Koewacht het meest impo neerde. (IA prijs). Bart is een harde, goedsoortige beer met een beste bovenbouw, doch heeft wat wei nig soliede achterbenen. De 1*B prijs was voor de harde, soortige, gespierde beer Benno 1115P, even eens in eigendom van P. Th. de Caluwé. Bij de jongere dekberen bezette Rud 1317P even eens van P. Th. de Caluwé de eerste plaats. Deze Brabantse Rud 9796P-zoon heeft een goede lengte, beste bovenbouw met iets weinig gevulde ham. De 1B prijs was voor Mark 1319P van A. L. Gelderland te Sluiskil. Deze, in eigen gebied ge fokte Mark 1116P-zoon bezit een best type met een goed achterstel doch met matig sterke achterbenen. ZEUGEN In de rubriek gedekte sterzeugen werd Annelies 5402* een eerste prijs toegekend. Deze lange, brede zeug met ruim achterstel is in 't bezit van J. Segers te Clinge. Bij de oudere zeugen was de ruim vier jaar oude Thea 5236 van A. K. Scheele te Boschkapelle favo riet. Dit is een goed soortige, iets gewoon ontwik kelde zeug. De gedekte zeugen, geboren vanaf l-l-'66 t/m 31-5-'66 werden door de jury omschreven als een gewone klasse, met beste kopnummers. Hier was het Claudia 5895 van C. Inghel&te St. Jansteen die de IA prijs verdiende. De 1B prijs was voor Fabiola 5944 van J. de Bakker te Boschkapelle. In de rubriek zeugen geboren vanaf l-6-'66 t/m 31-12-'66 waren eerste prijzen voor zeugen van: J. Segers, Clinge, P. de Koek Walsoorden en J. de Theye Walsoorden. OPFOKZEUGEN De opfokzeugen waren in 2 rubrieken onderge bracht. Deze werden omschreven als goed en ge woon. In de oudste categorie werd een zeug van P. de Koek Walsoorden met de IA prijs en een zeug van A. K. Scheele Boschkapelle met de 1B prijs be_ kroond. In de jongere groep was de IA prijs voor 'n zeug van J. Segers voornoemd en de 1B prijs voor een zeug van Iz. Riemens Sas van Gent. ZEUGEN MET BIGGEN De gewoon ontwikkelde, lange zeug Rozita 6350 van A. Schout St. Jansteen verkreeg met haar kroost een tweede prijs. BEDRIJFSCOLLECTIES De vier voorgebrachte bedrijfscollecties, be staande uit 3 zeugen gaven een goed beeld van het kwaliteitsniveau op de fokbedrijven. Eerste prijzen werden achtereenvolgens toegekend aan de collec ties van J. Segers, P. de Koek en J. de Theye. De groep van O. Verbist Boschkapelle verkreeg een tweede prijs. KAMPIOENSKEURING Tijdens de kampioenskeuring werd Bart 1217P van P. Th. de Caluwé als de beste beer aangewezen. Rud 1317P eveneens van P. Th. Caluwé ver wierf de titel reserve-kampioen. Voor aanwijzing van de beste zeug zijn de met IA prijs bekroonde zeugen in de ring geweest. Ala kampioene werd Annelies 5402* van J. Segers en als reserve-kampioene Claudia 5895 van C. Inghels aangewezen. Zoals gemeld werden bemerkingen gemaakt ten aanzien van de ontwikkeling bij een deel der zeu gen en op de correctheid van het beenwerk. Voor opfokzeugen is het gewenst de weidegang te be perken tot één a twee uur per dag. Tijdens de op- fokperiode is voor de ontwikkeling van droog en krachtig beenwerk enige uitloop noodzakelijk. B(j voortdurende gelegenheid tot uitloop is. vooral als de hoeveelheid kracht niet is aangepast, een rem mende invloed op de ontwikkeling te verwachten. Zelfs met een ruime voeding groeien de dieren dan dikwijls niet voldoende uit. Gewaakt moet worden voor een overdadige voe dingstoestand van de zeugen. Te royaal gevoerde zeugen worden moeilijker drachtig en hebben min der goede moedereigenschappen. Goes, mei 1968 C. W. M. BACKX. AARDAPPELEN ALS VEEVOEDER Het aanbod van voeraardappelen is dit voorjaar bijzonder groot en ook in de komende weken zal er nog volop aanbod zijn. Door de goede grasgroei en doordat op veel boerderijen wat wintervoer is over gebleven, is de vraag naar voeraardappelen be perkt Als gevolg hiervan zijn de voeraardappel- prijzen zeer laag. Sinds de oorlog zijn ze niet eer der zo laag geweest. Bij dit lage prijspeil is het voor de veehouders aantrekkelijk om aardappelen te ensileren voor de volgende stalperiode. Op deze wijze kan men zich voorzien van een prima voedermiddel dat in veel gevallen gerekend naar de voederwaarde nog goedkoper uitkomt dan het op eigen bedrijf ge wonnen kuilgras en hooi. Dit geldt in het bijzonder voor het gestoomde produkt, dat in verschillende opzichten een nog beter voedermiddel is dan ge- ensileerde rauwe aardappelen. Gestoomde aard appelen zijn bovendien een geschikt varkensvoer. Het aantal aardappeistoominrichtingen is in de loop der jaren steeds kleiner geworden en thans zijn er nog slechts enkele in bedrijf. Met medewer king van de Landbouwvoorlichtingsdienst en het Produktschap voor Aardappelen zijn in Zuid-Hol land proeven genomen met het stomen van aard appelen in de silo door mobile grondstoominstal- laties die normaal emplooi vinden met het stomen van tuinbouwgrond en waarvan er alleen in Zuid- Holland enkele tientallen zijn. Zoals uit de inmiddels gepubliceerde verslagen kan worden afgeleid zijn deze proeven gunstig uit gevallen. De stoomkosten zijn bovendien belangrijk lager dan bij de traditionele wijze van aardappel stomen. In aanmerking nemende dat de grondsto- mers gewend zijn dag en nacht door te draaien, ligt de stoomcapaciteit per installatie en per etmaal in de buurt van 100 ton aardappelen verdeeld over 2 3 boerderijen. Gehoopt mag worden dat deze wijze van stomen snel ingang zal vinden en dat de grondstomers voor dit doel de nodige installaties kunnen vrijmaken om de belangstelling voor het stomen van aardappelen volledig op te vangen. In verband met de lage voeraardappelprijs kan verwacht worden dat deze belangstelling zal toe nemen. De kans om zulk prima, goedkoop en houd baar veevoeder op te doen, doet zich namelijk zel den voor. Voor het stomen van aardappelen in een daar voor gemaakte grondkuil biedt de grondstoom- ïnstallatie eveneens goede mogelijkheden. IN DE TOEKOMST NAAMSWIJZIGING In het zojuist verschenen verslag over het boek jaar 1967 betonen bestuur en directie van het OBF zich verheugd over de groei en de bedrijfsresul taten van het fonds. De verlies- en winstrekening van 't OBF sluit met een batig saldo van 3.752.699 (v. j. ƒ2.929.423). Na een reservering voor te beta len vennootschapsbelasting en een toerekening aan het eigen waarborgfonds kan op de rekening winst aandelen leden ƒ3.197.145 worden bijgeschreven. Deze bijschrijving maakt het mogelijk aan de in de loop van 1968 tot uitkering komende verzeke ringen met een overeengekomen duur van 10 jaar of langer een extra-uitkering toe te voegen van 12,6 Met de bijschrijving op grond van de tariefs verlaging van 1961 betekent dit dat de leden maxi maal 23,8 extra kunnen ontvangen. PRODUCTIE Ofschoon de totale productie van nieuwe verze keringen zich over 1967 op een iets lager niveau heeft bewogen dan in het voorgaande jaar 76,2 miljoen tegen 78,5 miljoen in 1966) blijft de groei van het fonds alleszins verheugend. Het totaal ver zekerd bestand steeg van 475 miljoen tot ruim 531 miljoen, het aantal leden vermeerderde met 943 tot 33.575. De leden bleken houders van ruim 50.000 verzekeringen. In 1967 werd een stijgende belangstelling merk baar voor risicoverzekeringen verbonden met de bekende gemengde verzekeringen voor een aanvul lende gezinsverzorging in geval van eerder over lijden van het gezins- en bedrijfshoofd resp. een aanvullende oudedagsvoorziening. Van deze belang stelling gaven in het bijzonder jonge ondernemers blijk, waarvoor de financiële druk in verband met de stijgende investeringskosten in vele gevallen zwaar is geworden. LEDENRAADSVERGADERING OP 25 APRIL TE ZWOLLE In zijn openingsrede van de op donderdag 25 april j.l. gehouden vergadering van de ledenraad bepaalde de voorzitter, de heer L. Th. Zwart, zijn gehoor o.m. bij een mogelijke naamswijziging van het OBF in de nabije toekomst. Met een verwijzing naar de Raiffeisenbanken (vroeger Boerenleenban ken) zei de heer Zwart: „Het laat zich aanzien dat in de toekomst de ledenlijst van ons fonds een geheel ander beeld gaat vertonen. De naam van onze vereniging Onderling Boerenverzekerings-Fonds (OBF) is voor velen een begrip geworden. Toch vraag ik mij af wanneer ons fonds in de toekomst een algemene levensverzekeringsinstelling wordt, de naam hieraan niet moet worden aangepast." Drs. A. de Boer, directeur van het OBP\ ging in zijn mededelingen nader in op de met de Coöpera tieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht gesloten overeenkomst tot samenwerking. De ontwikkeling van de samenwerking met de plaatselijke en regio nale banken noemde h(j hoopgevend. Vele banken hebben inmiddels een agentuurovereenkomst met de OBF gesloten. Ten aanzien van de verzekeringsportefeuille con stateerde de heer De Boer 'n verschuiving naar ver zekeringen met 'n grotere risicodekking. Vervolgens ging hij uitvoerig in op het door het OBF gevolgde winstuitkeringssysteem. Daaruit werd duidelijk, dat het beleid van het OBF gebaseerd is op het onderlinge karakter van het fonds in het belang van haar leden. De aftredende bestuursleden de heren T. J. Bur gers en T. E. Willems werden resp. voor de provin cies Gelderland en Drenthe herkozen. In de vaca ture, ontstaan door het aftreden van de heer J. A. Stols, werd voor de provincie Zeeland gekozen de heer H. C. v. d. Maas te Kats. ONTHEFFINGEN OP TIJD AANVRAGEN Voor de landbouwwerktuigen die breder dan 2,60 m zijn mag slechts met een ontheffing van de weg- beheerder over de openbare weg worden gereden. De ontheffingen, die in het algemeen tot 'n breedte van ten hoogste 3,50 m worden verleend moeten worden aangevraagd voor rijkswegen bij Gedepu teerde Staten van de provincie Zeeland te Middel burg en voor de overige wegen bij Burgemeester en Wethouders van de desbetreffende gemeente. De verleende ontheffing heeft een geldigheids duur van één seizoen. Oude ontheffingen zijn dus niet meer van kracht. Vraag de noodzakelijke ontheffingen tijdig aan U voorkomt vertraging bij de uitvoering van het werk.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 17