Ervaringen
met
loonwerkkernen
Stambonen
zaaien of „planten
9
C. J. P. BARTELS
R. L. V. D. - Axel
jgJIJ dit opschrift zult u ongetwijfeld denken: wal
nu weer? Toch kunnen we het verschil tussen
het gebruik van de gewone zaaimachine en de pre-
cislezaaimachine op deze wijze het beste uitdrukken.
Het afgelopen jaar zijn reeds verschillende percelen
met de precisiezaaimachine gezaaid. Op basis van de
gunstige ervaringen in de afgelopen jaren, op zowel
proefvelden als in de praktijk, mogen we aannemen
dat deze methode nog zal toenemen. Naast de extra
kosten die het precisiezaaien vraagt, staan er toch
zeer aantrekkelijke voordelen tegenover.
We noemen de volgende:
Een konstante diepte bij het zaaien, waardoor de
opkomst vaak beter is.
Een zeer regelmatige verdeling van de planten in
de rij.
Een zaaizaadbesparing van 25
DE GRONDSOORT EN HET ZAAIBED
De ervaringen met de precisiezaai van stambonen
zijn voornamelijk opgedaan op de zavelgronden (20
30 afslibbaar). Op de zwaardere gronden zal de
precisiezaaimachine ook gebruikt kunnen worden,
maar of hierbij eveneens eenzelfde zaadbesparing ver
kregen kan worden zal uit verdere proeven nog moe
ten blijken.
Net als bij de traditionele methode zullen we bij
deze nieuwe manier van zaaien de hoogste eisen moe
ten stellen aan het zaaibed.
Een voldoende los en niet te grof zaaibed zal een
goede opkomst bevorderen, terwijl de werking van
een eventueel te gebruiken bodemherbicide ook beter
zal zijn.
HET ZAAIZAAD
Evenals bij suikerbietenzaad moeten de zaaibonen
voldoen aan bepaalde afmetingen. Dit kunnen we mo
menteel nog het beste aangeven met het 1000-korrel-
gewicht. Een 1000-k.g. van 500 (met een variatie
van 480540) geeft de beste resultaten. Te grote
bonen veroorzaken verstoppingen in de cellen van de
schijven of van de bandjes, met als gevolg onregel
matig zaaien. Te kleine bonen veroorzaken eveneens
verstoppingen en geven kans op „tweelingen". Door
uw zaadleverancier te vragen de bonen te zeven, zo
dat een gelijkmatige partij wordt verkregen, met een
1000-k.g. van 500, voorkomt u eventuele moeilijk
heden.
DE ZAAIZAADHOEVEELHEID
Deze wordt bij precisiezaai voornamelijk bepaald
door het aantal planten dat we willen hebben per ha,
de zaadafstand .in de rij en het duizend-korrelgewicht.
Bij een standdichtheid van 200.000 tot 250.000 plan
ten per ha blijkt dat deze aantallen ruimschoots vol
doende zijn om een goede opbrengst te garanderen.
Ook bij een wat minder dichte stand bleek bij proe
ven in 1966 en 1967 dat eenzelfde opbrengst werd
verkregen. Het is iets gemakkelijker rekenen met
planten per strekkende meter. Om dan aan boven
gestelde normen te voldoen en rekening houdend met
de ervaring dat op een niet-opkomst percentage van
10 15 moet worden gerekend, moeten we stre
ven naar 10 h 11 planten per strekkende meter bij
een rijafstand van 33 en 37V£ cm. Dit komt neer op
120140 kg zaaizaad per ha.
DE RIJAFSTAND
Bij de proeven werd ook nagegaan of de rijafstand
invloed had op de opbrengst. Gezaaid op 25 cm, 33
cm, 37*4 cm en 50 cm kwamen geen duidelijke ver
schillen in opbrengst naar voren. De voorkeur wordt
echter toch gegeven aan 33 cm of 37% cm; Bij 25 cm
laat de regelmaat in de rij te wensen over, waardoor
een wat fijner gewas kan ontstaan. Bij 50 cm moet
de opkomst optimaal zijn, anders zal de grondbedek-
king tegenvallen, met alle onkruidperikelen daaraan
verbonden. Voor de rijafstanden 33 cm en 37*4 cm
gelden respektievelijk 10 en 11 zaden per strekkende
meter.
WELKE MACHINES
Op de proefvelden is ervaring opgedaan met de
Stanhay Mark II en met die Mono centra. Naast deze
machines worden in de praktijk nog de Kleine en de
Tank gebruikt, alle met goede resultaten. De Stanhay
Super Mark II wordt voor bonen zaaien speciaal uit
gerust met een apart bodemplaatje en „choke", waar
bij een bandje (no. 38) wordt gebruikt met een zaad
afstand in de rij van 7,8 cm. Door andere bandjes te
gebruiken kan ook nog ruimer gezaaid worden. De
Kleine heeft door verwisseling van zaaischijven twee
mogelijkheden om stambonen te zaaien.
Bij de Mono-centra en de Tank kan de afstand in
de rij; dus te verzaaien hoeveelheid, gemakkelijk ver
anderd worden met behulp van een tandwielkast. We
hebben dan de keuze van 8 tot 20 bonen per strek
kende meter. Alle machines worden centraal aange
dreven. Bijzonder belangrijk is de rijsnelheid. De door
de fabriek gestelde normen moeten nauwkeurig wor
den toegepast, aangezien de regelmaat van zaadafgif-
te spoedig verstoord wordt door te snel rijden. Het
effekt van precisiezaai gaat dan verloren. Daarbij
komt nog dat bij bepaalde machines de bandjes be
schadigd worden of breken, waardoor de zogenaamde
tijdwinst verloren gaat om de defekten te verhelpen.
-
SAMENVATTING
De precisiezaai van stambonen op de lichte klei
gronden heeft verschillende voordelen. Zaaizaad
besparing en een regelmatige opkomst, waardoor een
egaal en wat steviger gewas. Met de juiste rijsnelheid
wordt de beste vulling van de zaadcellen verkregen,
waardoor een regelmatige afgifte van het zaad.
HET is van belang dat er een goede verstand
houding tussen boeren en loonwerkers bestaat.
Deze goede verhouding kan zover gaan, dat er af
spraken wordeen gemaakt betreffende te verrichten
werkzaamheden. Een vorm waarin deze afspraken
kunnen plaatsvinden is in 'n aantal loonwerkkernen
gerealiseerd, waarop onlangs ir. W. L. Vermue van 't
Rijkslandbouwconsulentschap voor Z. O. Noord-Bra
bant wees.
Bij deze organisatievorm gaat een groep boeren
een overeenkomst met één loonwerker aan. In dit
contract is o.a. bepaald, dat de deelnemende boeren
al hun loonwerk er zullen laten verrichten. Uit hun
midden kiezen de boeren dan een bestuur, dat con
tact met de loonwerker onderhoudt en eventueel be
middelt, als zich moeilijkheden mochten voordoen.
Elk jaar in januari of februari is er een vergadering
met alle deelnemers en de loonwerker. Alle aan
gelegenheden betreffende de kern kunnen dan aan de
orde worden gesteld. Tevens wordt in deze bijeen
komst reeds een voorlopige opgave gedaan van de
werkzaamheden, die men wil laten verrichten. De
loonwerker kan dan reeds met een planning beginnen
en zonodig nieuwe machines kopen of bestaande ver
vangen.
VOORDELEN
Aangezien de boer geen machines behoeft aan te
schaffen, kan hij mogelijk elders in zijn bedrijf in
vesteren. Tevens krijgt hij arbeid vrij. Bij de leden
van de kern wordt met voorrang gewerkt, zodat de
werkzaamheden tijdig worden uitgevoerd. Men heeft
maar met één loonwerker te maken en zo wordt men
gedwongen tijdig afspraken te maken. Een belangrijk
voordeel voor de loonwerker is, dat hij een vaste
kern van klanten heeft, waarvan een basisinkomen
wordt verkregen. Door tijdige opgave van werkzaam
heden kan de loonwerker bijtijds en op verantwoorde
wijze in machines investeren. Tevens kan een goede
planning per periode en per dag worden gemaakt,
waardoor meer uren effectief worden besteed. Een
ander voordeel voor de loonwerker is, dat op de deel
nemende bedrijven geen concurrentie van anderen
wordt ondervonden.
KEERZIJDE VAN DE MEDAILLE
Voor de boeren is er het nadeel, dat men zolang
het contract loopt, niet van loonwerker kan ver
anderen.
De loonwerker daarentegen is verplicht, bij alle
deelnemers het werk te verrichten, ook al zou hij
dat in een bepaald geval liever niet doen. Wanneer
de loonwerker zijn verplichtingen niet nakomt, kan
de kern als geheel op elk moment van loonwerker
veranderen. De laatste t^ee punten zijn beslist na
delen voor de loonwerker.
VIER KERNEN
De oudste kern in het rijkslandbouwconsulentschap
Eindhoven werd in 1962 opgericht. Sinds 1963 telt hij
20 leden. Deze kern fungeert nog steeds tot volle te
vredenheid van boeren en loonwerker. Van de vijf
kernen die na 1962 werden opgericht is er één opge
heven en een ander werkt weliswaar op dezelfde ba
sis voort, maar thans zonder contract. Er zijn in dit
consulentschap nu vier kernen, die tezamen 140 leden
tellen.