Woonruimte
is
leefruimte
5
Door: J. v. d. LINDEN—NIJDAM
N woning kan ruim van afmetingen zijn en
ons desondanks benauwen. Een woning kan
klein zijn en ons toch het gevoel geven dat er ruim
te is.
Die indruk van ruimte ontstaat gewoonlijk door
de goede verhoudingen, de licht-inval, de kleur en
tenslotte in belangrijke mate door de inrichting, de
keus en groepering van meubels.
Als bewoners hebben we zelden invloed op ver
houdingen en licht-inval, op de kleur kunnen we
meestal wèl invloed uitoefenen en de inrichting
hebben we gelukkig helemaal in eigen hand. Het
al of niet ontstaan van ruimte hangt dus voor een
deel af van wat wij met het ons verhuurde of ver
kochte aantal kubieke meters doen, of we zoveel
mogelijk ruimte scheppen om te leven. Als ruimte
alleen maar iets was dat men met een duimstok kan
meten zou de uitdrukking „ruimte scheppen" in dit
verband onzin zijn. Ruimte is echter ook nog iets
anders, iets dat we niet meten, maar ervaren als
een plaats waar het goed is om te zijn. Het is een
aanlokkelijke opgave te proberen die leefruimte
tot stand te brengen. Het inrichten van een huis of
kamer wordt er boeiend door en dermate belang
rijk dat het een goede voorbereiding vraagt. Hoe
richten we een woning in waarin elk gezinslid
„ruimte" heeft, zichzelf kan zijn?
Het is duidelijk dat we daarbij niet moeten uit
gaan van meubels die we zo mooi vinden maar van
de woonruimte waarvoor onze eventuele aankoop
is bestemd. We vragen ons in de eerste plaats af
wat we met die woonruimte kunnen doen, hoe we
die door een goede keus van verwarming intensief
kunnen gebruiken en op welke manier we daar
het liefst willen leven. Pas daarna kopen we wat
voor dit doel het meest noodzakelijk is. De rest
komt wel, daar is geen haast bij. De aanschaf van
overbodige dingen werkt alleen maar verwarrend
en staat het scheppen van leefruimte in de weg.
Wie de moed heeft met weinig te beginnen dat
gaandeweg kan worden aangevuld (en er zijn meu
bels die zich hier voortreffelijk toe lenen) zal een
interieur aanpassen aan veranderende behoeften,
wat de bruikbaarheid van de woning verhoogt.
N huis is een gebruiksvoorwerp. Het is geen
doel op zichzelf maar een middel om te leven.
Nog al te vaak wordt het leven van jong en oud in
onze woningen geremd. Deels door omstandigheden
die men zelf niet in de hand heeft zoals gehorigheid
en ongeschikte woonomgeving maar ook door eigen
toedoen. Soms gebeurt dat door de huisvrouw die
haar woning overdreven netjes wil houden, soms
door man en vrouw beiden voor wie het interieur
hoofdzakelijk een symbool van welstand is.
Ik herinner me een groot dorp dat befaamd is om
zijn „netheid", waar men kinderen en huisdieren
bij voorkeur de straat op stuurde en waar 's avonds
gordijnen opzij werden geschoven om voorbijgan
gers de mooie kamer waar geen sterveling zat te
laten zien. „En wat dan nóg" zult u misschien zeg
gen, „als men daar nu plezier in heeft?" Maar dat
plezier is niet zo onschuldig. Een huis waarin geen
ruimte is om te leven wordt voor kinderen vaak
een verschrikking, al zijn ze zich dat veelal pas
later bewust. Het kan een rem zijn voor hun nor
male ontwikkeling. Volwassenen die hun interieur
als een pronkstuk bewaren, hebben er geen flauw
idee van hoe groot het tekort aan woongenot is
waaraan ze zich vrijwillig onderwerpen, een tekort
dat invloed op hun leven heeft. Het leven van jong
en oud wordt op die manier beknot. Het zo bruik
baar mogelijk maken van onze woning voor alle
gezinsleden vraagt soepelheid ea aanpassingsver
mogen.
N voorbeeld van dit aanpassingsvermogen za
gen we in een ouderwets ingedeeld huis dat
een jaar of vijf geleden door nieuwe bewoners werd
betrokken. Ze richtten de woning sober in en na
men rustig de tijd om te ervaren waar aanvulling
nodig of wenselijk zou zijn. In een periode van
ziekte ontstond behoefte aan slaapruimte in de zit
kamer. In die behoefte kon door de aanschaf van
een rustbank, waar voldoende plaats voor was, ge
makkelijk worden voorzien. Door uitbreiding van
het aantal bezoekers en logees bood die tank later
zeer gewenste zitplaatsen en extra slaapgelegen
heid.
De beperkte hoeveelheid stoelen in de kleine
eetkamer werd aangevuld met krukjes die als ze
niet in gebruik zijn onder de tafel staan. In dit huis
bleef ruimte om te leven. Men wordt er niet door
„dingen" getiranniseerd.
Het is een misverstand aan te nemen dat „din
gen" een interieur gezellig maken. Gezelligheid
ontstaat door mensen die er wonen, door kinderen
die spelen, volwassenen die lezen, studeren, knut-
Een hoekje van de huiskamer waar de kinderen kunnen knutselen is buitenge
woon handig. Dit wandmeubel met aangebouwde klaptafel is heel geschikt voor
dit doel.
selen, door een huisdier dat vredig ligt te slapen in
zijn mand.
Voor zo'n leefruimte kiezen we dus vloerbedek
king, meubels en wat er verder nodig is. Bij de
keus van vloerbedekking spelen doelmatigheid en
deugdelijkheid een grote rol en bovendien zullen
we rekening houden met de eisen die het onder
houd aan onze tijd en krachten stelt. Het materiaal
van de eventuele vloerbedekking vraagt óók om
praktische overwegingen. Een kwetsbare vloerbe
dekking en meubelbekleding leiden er vaak toe dat
kinderen niet echt kunnen spelen, de man niet in
de kamer mag knutselen, de vrouw het drukker
heeft dan nodig is, er dus leefruimte verloren gaat.
Bij de keus van meubels zullen we de verhou
dingen niet uit het oog willen verliezen tussen
woonruimte en het aan te schaffen meubilair. Een
nauwkeurig op schaal getekende plattegrond van
de woning met even nauwkeurig getekende platte-
grondjes van de gewenste meubels helpen ons
hierbij.
Die verhoudingen zijn belangrijk. In een licht,
klein zomerhuis zag ik onlangs twee loodzware
armstoelen die de ruimte volledig verknoeiden. Een
paar eenvoudige, makkelijk verplaatsbare stoelen
die prettig zitten zouden de aantrekkelijke ruimte
niet hebben bedorven, de bewoners veel gezeul heb
ben bespaard als de kring van zitplaatsen moest
worden uitgebreid, en voor de kleuters ruimte heb
ben gelaten om spelletjes te doen.
Als we wonen op een manier die werkelijk past
by de behoeften en verlangens van onszelf en onze
gezinsleden scheppen we ruimte om te leven en
daar komt het bij het wonen naar mijn mening op
aan.
Wie bij de praktische uitvoering hiervan moei
lijkheden ondervindt kan bijvoorbeeld voorlichting
vragen aan de Stichting Goed Wonen, Leidsestraat
5, Amsterdam. Men kan er terecht op maandag van
15 uur en van dinsdag t/m zaterdag van 105
uur.
De stichting Goed Wonen geeft voorlichting aan
het publiek over meubelen en materialen zonder
daarbij enig commercieel belang te hebben. De
stichting wordt ondermeer gesubsidieerd door de
overheid. En ook zijn er goede woninginrichters
waar men terecht kan, die begrijpen wat een leef
baar huis is.
Bij het kopen van gordijnenvloerbedekking en meubels moeten wij uitgaan vam
de woonruimte waarvoor deze aankoop bestemd is.