Simazin
perikelen
Gezonde sterke kiemen b|j automatisch poten van aardappelen
Al dan niet schoffelen in de bieten liefhebberij
Algemene vergadering
21
VRAGEN BU DE SIMAZIN-KWESTIE
£"\P het eerste gezicht lijkt de „Simazin-kwes-
tie" een duidelijke zaak te zijn. Men impor
teert immers een bestrijdingsmiddel uit een ander
land. Dit middel heeft geen toelatingsnummer van
de Plantenziektenkundige Dienst en diegene die
het in voorraad heeft is dus strafbaar. Dit blijkt ook
wel uit de zakelijke gegevens hiernaast opgeno
men. Men zou er nog aan toe kunnen voegen: te
recht is de bestrijdingsmiddelenwet streng ten aan
zien op de vele middelen, die in omloop zijn. En
terecht ook tracht men deze gevaarlijke materie
voldoende geordend te houden. Toch doen zich in
deze kwestie een aantal vragen voor die een na
dere beantwoording vragen.
Zijn we goed ingelicht dan betreft het bij deze
invoer uit Frankrijk een produkt dat niet een nieuw,
vreemd preparaat is maar een middel dat vrijwel
geheel overeenkomt met dat wat hier door Orga
chemie, uiteraard voorzien van P.D.-nummer, in de
handel wordt gebracht.
Als dit juist zou zijn dan wordt de bestrijdings
middelenwet hier dus gebruikt niet om een vreemd
onbekend produkt, waarvan werking en gevolgen
onbekend zijn, te weren, maar om een middel dat
uit en te na bekend is van de Nederlandse markt
te houden.
De vraag die zich voordoet is of in zo'n stiuatie
het toelatingsexamen dat bij de P.D. afgelegd
moet worden om een dergelijk bekend produkt uit
een ander land hier officieel toegelaten te krijgen
niet zeer snel zou kunnen verlopen. Op die manier
zouden boer en tuinder in Nederland kunnen pro
fiteren van de lagere prijs die hetzelfde produkt
In een nabuurland kost.
Afgezien van deze kwestie blijft natuurlijk de
vraag hoe het mogelijk is dat de grote prijsver
schillen, die nu worden gesignaleerd niet alleen
bij Simazin, maar ook bij Captan en Gramoxone
kunnen voorkomen. Voor boer en tuinder is dit een
belangrijke vraag omdat zij zeker in de huidige
tijd nog eens extra op de dubbeltjes moeten
letten.
Welke achtergronden ook een rol spelen bij deze
prijsverschillen, produktiekosten of handelspoli
tiek, het is een gegeven dat de lagere prijs tot de
mogelijkheden behoort. Vermoedelijk spelen bij dit
alles het alleenverkooprecht en de patentrechten
een rol. Het probleem wordt In dat geval interes
santer omdat dan de constatering zou moeten zijn
dat een bestrijdingsmiddelenwet gehanteerd wordt
om economische monopolieposities te handhaven.
De (te?) hoge Nederlandse monopolieprijs heeft
immers niets te vrezen van de Franse prijs omdat
deze wet toelating in Nederland onmogelijk maakt.
Het komt ons voor dat dit niet de bedoeling en
strekking van de bestrijdingsmiddelenwet kan zijn.
Indien het een kwestie van patentrecht is, en
dat is volgens onze informatie bij Simazin het ge
val, schieten we echter met een andere toepassing
van de bestrijdingsmiddelenwet niet veel op. De
patenthouder zal zijn recht en monopoliepositie
wel via eigen procedures veilig stellen.
Het lijkt ons evenwel dat dit de zaak is van
de desbetreffende firma en dat deze nog niet eens
de extra steun van deze wet nodig heeft. Het pa
tentrecht op zich betekent evenwel dat ook een
versneld P.D.-examen voor een buitenlands produkt
weinig zin heeft. De Nederlandse patenthouder zal
ongetwijfeld in actie komen als dit buitenlandse
Simazin (om bij dat voorbeeld te blijven) officieel
op de Nederlandse markt verschijnt. Hierbij komt
evenwel een kardinale vraag naar voren met name
In het kader van de E. E. G.: blijven het nationale
patenten of vindt hier harmonisatie plaats?
Het is duidelijk dat bij deze onoverzichtelijke en
Ingewikkelde materie het onzerzijds in dit stadium
niet meer kan zijn dan veronderstellingen opperen
en nader stellen.
Het zijn evenwel vragen die wel beantwoording
vereisen. Gezien ook andere geruchten die wij ver
nemen, kan de laatste vraag zijn of de bestrijdings-
middelensector niet aan een doorlichting toe is!
IN de Bestrijdingsmiddelenwet is onder meer
vastgelegd dat het verboden is een bestrij
dingsmiddel te verkopen, in voorraad te hebben of
te gebruiken waarvan niet blijkt dat het middel in
gevolge de wet is toegelaten. Deze toelating blijkt
o.m. uit het vermelden van het (P.D.) toelatings
nummer en de naam van het middel op de verpak
king.
Van het onkruidbestrijdingsmiddel Simazin dat
door Orgachemie onder de merknaam Gesatop 50,
Gesatop 10 en Gesatop Granulaat in de handel
wordt gebracht en daartoe van de P.D. toestem
ming heeft verkregen blijkt nu ook door een twee
tal handelaren een ander Simazin-preparaat aan
verschillende verbruikers verkocht te zijn. Dit
eveneens onder de naam Gesatop 50 dan wel onder
de naam Danbro (Frans).
De A.J.D., die de controle op de naleving van deze
wet uitvoert, heeft nu bij handelaren en gebruikers
een aantal processen verbaal opgemaakt en deze
middelen in beslag genomen.
|N dit verband lijkt het ons juist onze lezers op de
gevaren, verbonden aan dergelijke transakties
te wijzen. Deze niet toegelaten middelen zijn veelal
beduidend voordeliger in prijs dan de officieel goed
gekeurde. Daartegenover staat dat ook de te goeder
trouw hierbij betrokken zijnde landbouwer die het
middel in voorraad heeft dan wel gebruikt, het
risico loopt van een veroordeling en verbeurdver
klaring van zyn voorraad.
In principe kan elke onderneming (handelaar)
een toelating verkrijgen mits het middel (inclusief
de samenstelling) bij de P.D. gemeld wordt en de
kosten van het in te stellen onderzoek worden be
taald. Het kan zijn dat het vervangende middel
identiek is aan dat van Orgachemie maar dit be
hoeft niet het geval te zijn. Het gehalte aan werk
zame stof kan hetzelfde zijn maar de verdere samen
stelling (formulering) totaal verschillend. Daar
door kunnen er andere gebruikseigenschappen op
treden. De etikettering voldoet evenmin aan de
voorschriften. Vereist is n.l. een duidelijke om
schrijving in de Nederlandse taai en dat de voor
schriften passen onder de Nederlandse omstandig
heden.
ZE soort zaken met bestrijdingsmiddelen
schijnen zich al eens eerder te hebben voor
gedaan. De indruk bestaat dat dit euvel, mede onder
invloed van de prijsverschillen per land. toeneemt
Maar het feit blijft bestaan dat in dez'e gevallen
zowel handelaar als gebruiker zich schuldig maakt
aan overtreding van de Bestrijdingsmiddelenwet en
zich de gevolgen daarvan dient te realiseren. Want
iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen!
BI.
KRING THOLEN EN ST. PHILIPSLAND
DER Z. L. M.
op woensdag 24 april 1968, aanvang 14 uur.
Onderwerp: „Problemen rond de aardappel
teelt".
Sprekers: de heren dr. Ir. D. E. van der Zaag,
Rijkslandbouwconsulent voor Hakvruchten te
Wageningen, en mr. E. Wage, algemeen secre
taris der Z. L. M.
Nadere aankondiging volgt.
WAAROM BIJ ONS OOK
ITNIGE tijd geleden signaleerde een Zeeuws-
Vlaamse melkveehouder, dat aan de Bel
gische zijde van de grens door overheidssubsidie
vanwege de melkfabrieken melktanks bij de boe
ren geplaatst werden tegen een zeer lage prijs, ter
wijl bovendien de melk tegen een paar centimes
hogere prijs wordt afgenomen. Wat gaat er gebeu
ren als binnenkort de grenzen opengaan voor de
zuivel?
Deze vraag werd door de Provinciale Raad voor
de bedrijfsontwikkeling doorgegeven aan het Be
stuur van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds
voor de Landbouw.
Het antwoord hierop, dat wij een dezer dagen
ter kennisgeving mochten ontvangen, kon ons he
laas niet bevredigen.
Het Fondsbestuur wijst erop, dat door 't fonds een
aantal proefprojecten melkbewaring en transport
worden gesubsidieerd, en als dat aan de grens ge
schiedt kan de Belgische boer evengoed beducht
zijn.
GEEN DIREKTE STEUN
In het kader van de E.E.G.-regelIngen, zo gaat
de brief verder, Is het niet wenselijk om individueel
gerichte subsidies te verstrekken; wij zijn er meer
mee gebaat, als er goed onderwijs gegeven wordt,
goede voorlichting Is, en het onderzoek en de cul
tuurtechnische werken verder uitgebouwd worden.
De indruk bestaat, dat andere landen in de E. t. G.
de achterstand die zij hebben trachten In te ha
len door directe steunmaatregelen met een zo al
gemeen mogelijk karakter, aldus de brief.
Een naar ons oordeel gezonde politiek van di
recte steunverlening, mits zij gepaard gaat met in
directe steunmaatregelen, zoals in onze partner-
landen is, dringend gewenst.
Directe steun is echter onder het huidige natio
nale landbouwbeleid uit den boze. Jammer, want
hierdoor zou ook een project als hier bedoeld op
ruime schaal toegepast kunnen worden en niet ai-
leen als proefproject.
UIT DE PRAKTIJK
(Vervolg van pagina 19)
TOEN de temperatuur op THOLENST. PHI
LIPSLAND in de week van 25 t/m 30 maart
een voorjaarsrecordhoogte bereikte, was er al veel
werk op de akkers gebeurd en restte bij het over
grote deel van onze collega's hooguit nog het aard-
appelpoten. Dikwijls maken we in het voorjaar
mee, dat juist het poten van aardappels een bij
zonder koud karweitje is, zeker als dit werk ge
beurt met een half automatische planter, zoals op
Tholen toch nog vrij veel gebeurt, vooral voor het
poten van vroege aardappels Het is daarbij zaak
zoveel mogelijk te voorkomen dat de kiemen er
niet af gaan. Een Eersteling vooral maar ook een
Dorékiem is spoedig tamelijk lang en met een
automatische planter berokkent men zich gauw
schade.
De spruitlust van de pootaardappelen is overi
gens omgekeerd evenredig met die van de con
sumptie-aardappelen in de koelcellen en dit jaar
niet erg groot.
Als men automatisch wil planten, en veel be
drijven zijn daartoe genoodzaakt door personeel-
gebrek, dan moet men beslist streven naar korte
gezonde sterke kiemen. Lang niet overal is dit het
geval hebben wij in de afgelopen weken kunnen
constateren. De lichttoetreding in vele bewaar
plaatsen is zonder meer onvoldoende ook in de
glazen bewaarplaatsen die zo vol mogelijk zijn
gezet. Als practisch alle ruimte in een glazen be
waarplaats optimaal wordt gebruikt dan krijgen
de middelste kistjes absoluut te weinig licht. Het
aanbrengen van lichtstaven (T.L. 29 of 55) kan dan
al heel wat verbeteren. En dat geldt beslist niet
in de laatste plaats voor de grotere bewaarplaat
sen op Tholen! Men kijkt wel eens teveel naar de
aanschaffingsprijs van de lampen, doch als het
voorkiemen erdoor verbetert, dan betekent een
verhoging van de bewaarkosten met 1 cent per
kg al gauw een goede investering.
Op Tholen en St. Philipsland constateren wij
beslist een uitbreiding van de aardappelteelt en
wij hebben de indruk dat dit in het gehele Z.W.
kleigebied het geval is, o.i. met name ook in West-
Brabant. Wellicht zal de zakkende tendens van de
termijnmarkt voor november daar niet vreemd
aan zijn.
Of deze uitbreiding verstandig is zullen we vol
gend jaar omstreeks deze tijd weten, nu kunnen
we dat alleen nog maar betwijfelen. Zoeken naar
nieuwe verbeterde afzetsystemen is zinvol, maar
in een oververzadigde markt misschien wel zin
loos!
Het is volop tijd om klaverzaad te zaaien in onze
wintertarwe en het is jammer dat het in de nu
afgelopen week niet erg goed mogelijk was om dat
te doen, i.v.m. de regenachtige omstandigheden.
De onkruidbestrijding in het vooropkomst sta
dium dient op de meeste percelen uitgevoerd te
zijn, want door de hoge temperaturen in de laatste
week van maart, is kiemlust van de gezaaide kor
rels flink geactiveerd.
1UE schrijven in OOST ZEEUWS-VLAANDE-
REN 10 april. En ook in Oost Zeeuws-Vlaan-
deren zijn de afgelopen weken verre van groei
zaam geweest. De laatste dagen was de grond
's morgens vroeg zelfs hard van de nachtven^
Vooral de vroeggezaaide suikerbieten die nu boven
staan lieten 's morgens maar een naar gezicht zien,
waarbij komt dat de Pyramen dit jaar, op de
vroeggezaaide percelen, die behoorlijk wat regen
gehad hebben, behoorlijk scherp werkt.
Bij nauwkeurige beschouwing blijkt het aantal
percelen dat op eindafstand gezaaid is, niet noe
menswaardig groter zijn dan vorig jaar.
Zeer interessant zijn ook de gegevens van de
laatste drie jaren die door 35 percelen waar de
groei en de opbrengst werden vergeleken met per
celen waar de grond niet door schoffelen was los
gemaakt, werden verkregen.
Verschillende grondsoorten en weersomstandig
heden gaven tot resultaat, dat op geen enkel on
derzocht perceel de gunstige invloed van losma
ken aan de kleur, het blact of de opbrengst geble
ken is. Wel schoffelen heeft geen nadelige invloed
gehad op de opbrengst! De vraag: al of niet schof
felen, zal dus beantwoord moeten worden door uw
liefhebberij! Wanneer men echter om welke reden
dan ook besluit om te schoffelen, laat men het dan
onder gunstige omstandigheden doen; dus niet te
nat, en bij het opbreken van èen korst, geen plan
ten beschadigen, dus drukkend snijden. Is de grond
„verdicht", dan zal zelfbeheersing belangrijker
zijn dan de bieten te hulp te komen. Los maken
van de toplaag door schoffelen heeft geen invloed
op de werking van de langwerkende bodemherbi
ciden gehad in deze proeven!