DINGEN VAN DE WEEK
15
In korte tijd is de stemming bij de fruittelers
totaal veranaerd. Tot voor een paar jaar geleden
was er een zeker optimisme. „Goed fruit vindt zijn
weg was het motto. Voor moderne fruitaanplan-
tingen met veel kleine bomen per ha en veel Gol
den Delicious en Cox's Orange zag iedereen goede
perspectieven. Zelfs vorige zomer leek de toe
stand nog rooskleurig, want bij verkoop op 't hout
werden bijzonder aantrekkelijke prijzen betaald.
Tot en met het najaar maakte men zich weinig
Zorgen.
Thans, nauwelijks een half jaar later, is alles
in mineur. De prijzen zijn laag, de voorraden groot.
Weliswaar wordt door het binnenland veel fruit
verorberd, maar de broodnodige export ontbreekt.
Dat komt omdat er in de andere E. E. G.-landen
ook te veel fruit is en de prijzen daar eerder lager
dan hoger zijn.
DE SITUATIE WORDT MOEILIJKER
Is er reden voor het huidige pessimisme? Kan de
situatie nu in één jaar zó grondig veranderen? Eén
slecht jaar is toch geen slechte eeuw?
Het is moeilijk hierop een goed antwoord te
geven. Inderdaad is vrijwel ieder mens geneigd
om bij voorspoed te denken dat het moois niet op
kan en dat het altijd goed zal blijven. Bij tegen
spoed is daarentegen menigeen geneigd te den
ken dat het nooit meer goed wordt en dat het dus
slecht zal blijven. Dat is bekend en zuiver men
selijk. Wellicht wordt nu ook te zwaar aan de
fruitteeltproblemen getild.
Maar toch, er is beslist geen reden om lucht
hartig over de problemen heen te stappen. In
tegendeel. Ten eerste gaat het al verscheidene jaren
de verkeerde kant uit met de uitkomsten in de
fruitteelt. De kosten zijn snel gestegen en de prij
zen zijn eerder gedaald dan naar boven gegaan.
Volgens gegevens van het L. E. I. hebben verreweg
de meeste bedrijven de laatste jaren met verlies
gewerkt.
Ten tweede neemt de concurrentie toe. In eigen
land door import van druiven, perziken, sinaas
appelen en ook van appels van het zuidelijk half
rond. In het buitenland door de snel toenemende
appelproduktie van Frankrijk, welk land onze ex
port o.a. naar West-Duitsland dwarsboomt. De
uitvoer van Nederlands fruit neemt af, terwijl die
juist moet toenemen. Dat vergroot de druk op de
binnenlandse markt.
Ten derde stijgt de appelproduktie in de E. E. G.
met sprongen, terwijl de consumptie niet in gelij
ke mate toeneemt. Het laatste jaar was er eigen
lijk te veel fruit. Misschien is het komende seizoen
beter, omdat West-Duitsland dan een kleinere oogst
zal hebben. In 1967 hebben alle boereboomgaarden
daar bomvol fruit gehangen en die zullen dit jaar
overslaan. Maar door het in opbrengst komen
van de vele jonge bedrijven in de E. E.G.-landen
zal de (te) hoge produktie van 1967 binnen een
paar jaar nog gemakkelijk royaal kunnen worden
overtroffen. Vandaar dat men in alle genoemde
landen thans openlijk spreekt en schrijft over een
noodzaak tot verkleining van de oppervlakte fruit
teelt.
OOK MODERNE APPEL-
BEDRIJVEN IN DE KNEL
Pijnlijk is daarbij dat thans ook.de jonge, moder
ne bedrijven in de knel komen. Dat kómt omdat
de situatie rond de Golden Delicious zich wijzigt.
Deze appel was tot nu toe de gangmaker van de
jonge bedrijven. De winst, die deze vruchtbare,
goed betaalde appel opleverde, verdoezelde dat
het met de andere rassen maar matig ging. Nog
steeds is de Golden wellicht het beste, maar de
room is er af. Het aanbod wordt zó groot dat het
een „gewone" appel wordt, die geen verlies met
andere rassen meer kan opvangen.
De voorsprong op oudere bedrijven is niet groot
meer. Als men nog van een voorsprong kan spre
ken. In oudere beplantingen zorgen b.v. peren en
pruimen nog wel eens voor meevallers, die de
jonge appelbedrijven missen.
Dat ziet men zelfs in de IJsselmeerpolders, waar
men prima bedrijven heeft, goede grond, een idea
le verkaveling en zeer hoge opbrengsten van goe
de kwaliteit. Desondanks hebben ook daar thans
de meeste telers een bedrijfseconomisch verlies.
Daar komt nog bij dat weinigen een werkelijk
slecht jaar kunnen opvangen. De kosten zijn enorm
hoog, zodat ook verliezen zwaar kunnen zijn. Ter
wijl reservevorming onmogelijk was of door het Ne
derlandse belastingstelsel onmogelijk werd ge
maakt.
INTERNATIONALE ROOIPREMIE
De oplossing van de problemen lijkt bijzonder
moeilijk.
Veel zou kunnen worden bereikt door rooien
van de verouderde boomgaarden. En dan niet spe
ciaal in Nederland, want dat brengt maar beperk
te opluchting. Het zou in de hele E. E. G. moeten
gebeuren. Vooral in West-Duitsland telt men een
onnoemelijk aantal onverzorgde bomen, die in be
paalde jaren een grote oogst slecht fruit opleveren,
waarmee de markt ernstig door wordt ontwricht.
Men maakt echter geen haast met het rooien,
want onverzorgd betekent dat er geen kosten
worden gemaakt. Door een rooipremie zou het op
ruimen aangemoedigd kunnen worden.
En verder?
Wellicht zullen heel wat telers de strijd moe
ten staken, zeker ook in Frankrijk. Maar wat ge
beurt er dan met die boomgaarden? Worden ze
gerooid, of worden ze verkocht aan een ander, die
er mee doorgaat? In het laatste geval komt er geen
verruiming.
Het is duidelijk dat men niet over een reeks van
jaren met verlies kan blijven werken. Er komt
na verloop van tijd weer evenwicht. De vraag ij
alleen hoe dat evenwicht wordt bereikt. Als het
een afvalwedstrijd moet worden, ziet het er niet
best uit.
GELIJKE CONCURRENTIE
VOORWAARDEN BROODNODIG
Sommigen menen dat de aanplant stopgezet moet
worden. Op wat langere termijn verzwakt men daar
echter de positie mee. Als er fruitteelt in Nederland
moet blijven, dient de aanplant door te gaan.
Daarmee kan wel in de eerste plaats worden ge
dacht aan vernieuwing van de bestaande bedrij
ven, meer dan aan uitbreiding van de oppervlak
te in 't algemeen. Maar zonder vernieuwing raakt
men vlug achter en zou men zelfs de binnenlandse
markt waarschijnlijk snel verliezen.
Daarom proberen door te gaan en blijven stre
ven naar goede kwaliteit. Na de slechte jaren zal
er weer verbetering komen. Misschien zelfs vrij
snel.
In het buitenland kan men in 't algemeen niet
goedkoper telen. Dat is een belangrijk punt. Ook
daar klaagt men en ook daar kan men het niet
lang volhouden.
Van doorslaggevende betekenis kan zijn, dat de
concurrentievoorwaarden gelijk worden. In het
buitenland werkt men veel met directe subsidies
en als de Nederlandse teler die niet krijgt, wordt
het extra zwaar. Als alles goed gaat en de prijzen
zijn gunstig, kan men die steun wel missen, maar
nu het een kwestie kan worden'van er op of er
onder, mag men in ons land niet achter gesteld
worden.
De E. E. G. is er niet om elkaar het leven zuur
te maken. We hopen daarom tevens dat er door
internationaal overleg een mogelijkheid wordt ge
vonden om bepaalde problemen op te lossen.
Overigens is er geen reden voor paniek. Wél
voor bezinning op de huidige situatie.
De belangen van een grote groep ondernemers
staan op het spel. Nuchter overleg en beraad is
gewenst om de moeilijkheden zo goed mogelijk
te ondervangen en op te lossen. Hopelijk met
volle medewerking van „Den Haag".
A. v. O.
V/ORIGE week kwamen op de Zeeuwse veilin-
v gen de eerste aanvoeren van winterbloem
kool. Het waren nog echt de voorlopers van de
vroege selecties, maar het betekent dat het sei
zoen voor dit produkti voor de deur staat en het
zit er in, dat het een heel druk seizoen wordt. Het
ziet er naar uit dat we één van de grootste oog
sten van dit produkt krijgen die er ooit zijn ge
weest en de verwachting is uitgesproken dat mo
gelijk een aanvoer van 1 tot 1 miljoen stuks op
de Zeeuwse veilingen kan worden verwacht. Dat
wil nog al wat zeggen. Wanneer het koud weer
Is, verloopt de aanvoer zeer geleidelijk en dat is
voor de teler het meest wenselijke. Dan komt mees
tal ook de prijsvorming het beste tot haar recht.
Het kan echter ook warm zijn in de oogsttijd
en dan staat men versteld van de ontwikkeling van
het gewas.
Drukke weken wachten de telers van winter
bloemkool. Drukke weken staan er ook te wach
ten voor de veilingen die dit produkt moeten ont
vangen, verkopen en verladen en dat zal dan voor
al het geval zijn bij de veiling „Walcheren" te Mid
delburg.
De telers van de veiling Krabbendijke met win
terbloemkool, hebben unaniem besloten dit pro
dukt weer aan te voeren op de veiling in Middel
burg. Ook in voorgaande jaren gebeurde dit. Het
vervoer wordt centraal gerégeld. Deze regeling
heeft in de voorgaande jaren bij de bloemkool
telers uit dit gebied goed voldaan en men komt
er daarom op terug. Er is een tijd geweest dat de
handel algemeen als klacht had, dat de Zeeuwse
winterbloemkool in te kleine hoeveelheden te koop
was. Het zit er beslist in dat dit seizoen deze klacht
niet geuit zal behoeven te worden. Het is nu aan
de telers om te zorgen voor een goed produkt. Dat
Is geen gemakkelijke opgave. De teeltzorgen in de
oogstperiode zijn bijzonder belangrijk en van grote
invloed op het uiteindelijk financieel resultaat.
Om te beginnen moet de kool regelmatig wor
den gedekt. De ontwikkeling kan snel verlopen
en de zon heeft een nadelige invloed op de kool.
Daarom moet de groeiende kool worden bedekt
met bladeren. Hoe beter dit gebeurt, hoe mooier
de kool zal worden die men kan oogsten. Bij het
oogsten moet het weer ook goed in de gaten wor
den gehouden. Wanneer het warm is mag men
zeker geen dag overslaan. Na het oogsten vraagt
het sorteren alle aandacht. Ook dat moet goed
gebeuren want het is van enorme invloed op de
prijs die men op de veiling maakt.
De handelaar zal de partij waarderen naar de
minste kwaliteiten die er in voor komen. Het is al
tijd verstandig te streven naar een optimale kwali
teit en daarom moeten de mindere kwaliteiten af
zonderlijk worden aangeboden.
Zonder twijfel zal men in de belangrijkste teelt-
gebieden straks nog gelegenheid krijgen om voor
gelicht te worden over het oogsten, afleverings-
klaar maken en sorteren van het produkt winter
bloemkool. We kunnen iedere teler slechts aanra
den dergelijke bijeenkomsten te bezoeken en in elk
geval te informeren bij de veiling, waar men u ook
precies kan vertellen hoe het moet
Verstandig is het om in het begin van de oogst
tijd ook de tijd te nemen om een kijkje te nemen
op de veiling en daar te zien hoe de collega's het
doen. Men leert er altijd van.
Van harte hopen we, dat het een goed seizoen
mag worden voor de telers van winterbloemkool.
Vooral op Walcheren is er sprake van een rede
lijke stand van het gewas. Hopelijk zullen de prij
zen straks naar verhouding goed zijn.
ETEN ander produkt waarvan de oogst de aan-
dacht gaat vragen is de glasaardbei. Vorige
week kwamen de eerste rijpe vruchten aan de vei
lingen. De verkoop gebeurde toen nog per stuk.
Ondertussen zullen er nu wat meer komen en wel
dra zal de oogst in de kassen waarin is gestookt
en belicht, volop aan de gang zijn.
De stand van het gewas is redelijk, maar niet
overweldigend. Over de afzetvooruitzichten valt
op het ogenblik nog weinig of niets te zeggen. Er
mag vertrouwen zijn in de kansen van dit produkt
op de binnen- en buitenlandse markten. Wel zal
alles op alles gezet moeten worden om een prima
kwaliteit te leveren.
Ook de presentatie speelt daarbij een grote rol.
Algemeen zullen dit jaar in Zeeland voor de glas
aardbeien weer de bekende plastic kratten met
blauwe opdruk worden gebruikt. Het vorig jaar is
hiermede begonnen en de handel was er enthou
siast over.
Het is ook een fleurige en aantrekkelijke ver
pakking. Ze kost wat geld, maar het is de kost die
ook hier voor de baat uitgaat. Dat de blauwe
kratjes het in de fruitwinkels goed doen zagen we
nog kort geleden in een dergelijke zaak aan de
Meir in Antwerpen waar enkele kratjes met de op
druk „Veiling Kapelle-Biezelinge en Omgeving"
werden gebruikt voor het tonen van verschillende
fruitprodukten. Die hadden dus een lang leven en
deden nog steeds dienst.