Brandbeveiliging
(0
BRAND
Brand is vuur, waarover de mens de beheersing
voor een nuttig doel heeft verloren. Brand is ook
een bron van stoffelijk verlies en menselijke ellen
de. Brand verwoest jaarlijks eigendommen in Ne
derland met een waarde van zo'n 150 miljoen gul
den. Vooral de laatste paar jaren is de toeneming
van de brandschade onrustbarend. De voorlopige
cijfers over het eerste halfjaar van 1967 deden
reeds vermoeden, dat dat jaar weer een forse stij
ging te zien zou geven, na de geringe dalingen in
1965 en 1966. De recente brand in Emmen heeft
zeer waarschijnlijk tot gevolg dat 1967 zelfs een
triest recordjaar na de oorlog zal worden.
En dit is dan nog alleen de directe schade; de in
directe schade, bedrijfsschade of gevolgschade
wordt nog driemaal zo hoog geschat. Een getroffen
bedrijf mag nog zo goed verzekerd zijn, deze totaal-
schade van een 600 miljoen gulden per jaar blijft op
de Nederlandse gemeenschap drukken. In de vorm
van premieverhoging, verlies van afzet- en concur
rentiemogelijkheden èn in verloren gaan van ar
beidsplaatsen betaalt een ieder hier aan mee. Daar
naast is het leed, dat een brand aanricht aan men
selijke waarden, nog afgezien van letsel en zelfs
dood, onoverzienbaar. Het resultaat van jaren ar
beid kan in één klap verloren gaan, de vertrouwde
werkomgeving is verwoest, de groei van het bedrijf
is gestuit. Kortom,. een brand is altijd een ramp
en een ieder moet zich dit bewust zyn. Hij is tegen
over zichzelf en tegenover de gemeenschap ver
plicht mee te helpen aan het voorkomen van een
dergelijke ramp.
ONTSTAAN VAN BRAND
Vuur (en dus ook brand) ontstaat wanneer een
ontstekingsbron voldoende warmte afgeeft om een
brandbaar materiaal te doen ontvlammen (of smeu
len). Dit houdt in een chemische binding met zuur
stof (uit de lucht) van de dampen of gassen die uit
een materiaal ontwijken door de verwarming.
Men kan het dus zó zeggen::
Warmte -f brandbare stof -f lucht brand.
Om dus het ontstaan van brand te voorkomen
moet men zorgen, dat de drie elementen hier ge
noemd, niet tezamen kunnen optreden. Luchtzuur-
stof vindt men vrijwel overal en de aandacht moet
zich dus richten op 't gescheiden houden van brand
bare stof en de warmte van de ontstekingsbron. In
de praktijk bereikt men dit door netheid, voorzich
tigheid en vermijden van brandgevaarlijke situaties.
HET O. B. F. IN 1967 SAMENWERKING DEUTZ EN FAHR
Het Onderling Boerenverzekeringsfonds te Leeu
warden heeft haar 45ste boekjaar op 31 december j.l.
afgesloten op een totaal verzekerd bedrag van 531.3
miljoen gulden (vorig jaar 475.1 miljoen). In 1967
werden 3658 nieuwe verzekeringen ingeschreven tot
een totaal van 76.2 miljoen gulden verzekerd kapi
taal. Door het bereiken van de einddatum, door over
lijden, wijziging en andeer oorzaken verminderde het
verzekerde kapitaal met 20 miljoen gulden. Het
O.B.F. boekte derhalve een nett-groei van 56.2 mil
joen gulden. Het aantal leden nam toe met 944.
Op het einde van het jaar telde het O.B.F. 33.576
leden met 50.612 verzekeringen.
Van bijzonder belang voor de ontwikkeling van het
O.B.F. in de komende jaren zal ongetwijfeld de in
de loop van 1967 bereikte overeenstemming met de
Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht
blijken te zijn. De bij deze organisatie aangesloten
Raiffeisenbanken kunnen nu ook de verzekerings
mogelijkheden van het O.B.F. in hun dienstver
lenende aktiviteiten opnemen.
De belangstelling van vooral jonge agrarische
ondernemers bleek in het afgelopen jaar in toe
nemende mate uit te gaan naar verzekeringsvormen,
die enerzijds een alleszins verantwoorde dekking
bieden tegen de sterk gestegen risico's, verbonden
aan de toenemende kapitaalsbehoefte op de be
drijven, en die anderzijds bij eerder overlijden van
de ondernemer gelijktijdig een goede verzorging
van het achterblijvende gezin waarborgen. Een com
binatie van de z.g. gemengde verzekering met een
risicoverzekering bleek een gezochte verzekerings-
vorm te zijn, waarvan verwacht wordt dat de be
langstelling in de komende jaren nog zal toenemen.
VEEHOUDERSEXCURSIE NAAR ZUID-HOLLAND
Voor de leden van de FOKVERENIGING en de
KI VERENIGING WALCHEREN wordt een ex
cursie georganiseerd op woensdag 20 maart a.s.
Het doel van deze excursie is een bezoek te bren
gen aan een 2-tal K.I.-stations en aan de Gezond
heidsdienst voor Dieren te Gouda, waar tabletsperma
wordt vervaardigd.
Vertrek vanaf de Markt te Middelburg om 7 uur
*b morgens, terwijl er naar gestreefd zal worden om
6 uur 's avonds weer terug te zijn. De kosten
zullen 20,per persoon bedragen (maaltijd inbe
grepen).
Aanmeldingen kunt U richten tot de Rijks veeteelt-
voorlichtingsdienst, Westsingel 58 te Goes, tel. 01100-
•440, toestel 121.
Uiterste datum van opgave 18 maart jus.
Het schadebedrag, dat uit
gekeerd moet worden ais ge
volg van brand, «tijgt jaarlijks
met miljoenen guldens. Her
haaldelijk zien we in dag- en
weekbladen grote koppen,
waarin melding wordt gemaakt
van de zoveelste formidabele
brand.
Als gevolg hiervan zijn de
brandverzekeraars de laatste
jaren kritischer geworden in
hun acceptatiepolitiek.
Zeer grote en min of meer
brandgevaarlijke objekten
worden niet meer door één
verzekeraar geaccepteerd
maar ondergebracht via de
beurs bij een aantal ver
zekeraars.
Hoe de branden ontstaan is
in een aantal gevallen nooit
meer vast te stellen. Wat wel
vaststaat Is, dat er veelal roe
keloos wordt omgesprongen
met brandgevaarlijke stoffen,
machines en apparaten.
In samenwerking tussen re
gering- en brandverzekeraars
is dan ook een brandpreven
tiebureau opgericht, welk bu
reau zich speciaal gaat bezig
houden met de brandbeveili
ging.
Waar mogelijk moeten wij
allen aan deze brandbeveili
ging meewerken.
Vandaar, dat U in de eerst
volgende nummers van ons
blad een artikelenreeks onder
de kop „BRANDBEVEILI
GING" zult aantreffen, met de
bedoeling dat U dit ook leest.
RED.
In een Belgisch artikel werd onlangs het woord
„brandvoorkoming" gebruikt voor wat men in Ne
derland „brandpreventie" noemt. Met deze Vlaam
se vondst wordt eigenlijk precies gezegd wat brand
preventie betekent: het nemen van maatregelen om
het optreden van brand zoveel mogelijk te voor
komen. Helaas moet dit „zoveel mogelijk" er wel bij,
want hoè voorzichtig en bedachtzaam men ook te
werk gaat om de kans op brand te verkleinen, het
helemaal onmogelijk maken dat brand ontstaat is
aen onvervulbare wens. De normale bedrijfsgang
zou dan niet meer kunnen plaatsvinden. Ook ver
keersongevallen kan men voorkomen door het auto
rijden te verbieden Deze vergelijking kan nog
doorgetrokken worden: een chauffeur is afhanke
lijk van de toestand van het wegdek, van het ge
drag van derden en van vele andere factoren, waar
op hij geen of maar weinig invloed heeft. Toch kan
hij voor zichzelf de kans op ongelukken verminde
ren door zich aan de verkeersregelen te houden
en welbewust te rijden.
Ten aanzien van brand vinden wij in een bedrijf
eenzelfde situatie. De werknemer verricht zijn ar-
heid in 'n gebouw, dat hij niet zelf ontworpen heeft,
heeft, met machines die hij niet zelf uitgezocht heeft.
Toch kan hij, door zich aan brandpreventieregels
te houden, in grote mate aan de brandveiligheid
van het bedrijf bijdragen. Een groot aantal bran
den ontstaat namelijk domweg door onvoorzichtig
heid, onnadenkend en onwetendheid en dergelijke
branden kunnen vrijwel altijd voorkomen worden
door een juist preventief inzicht.
Natuurlijk draagt de bedrijfsleiding een grote
verantwoordelijkheid voor brandpreventie: zij moe
ten zorgen voor een veilig gebouw, brandvrije af
scheiding van gevaarlijke werkgedeelten, branddeu
ren, aanwezigheid van blusmiddelen en dergelijke
voorzieningen.
Voor het voorkómen van uitbreiding van een
brand, nadat deze uit zijn beginstadium is gekomen,
zijn veelal bouwkundige en technische maatregelen
nodig, die thans onbesproken blyven. Het gaat er
hier om de aandacht te vestigen op normale werk-
gedragsregels die de brandveiligheid bevorderen.
Waarmede niet gezegd wil zijn, dat de ene vorm van
preventie zonder de andere veel zin heeft. Wél, dat
de werknemers meer direct betrokken zijn bij 't vei
lig werken in en de baas bij het veilig bouwen en
inrichten van de werkruimte.
De FAHR-fabriek te Gottmadingen berichtte, dat
Klöckner-Humboldt-Deutz A.G. te Keulen haar
aandelenkapitaal in de Maschinenfabrik FAHR van
tot nu toe 32 door overname van aandelen uit
het bezit van de familie FAHR tot rond 51 heeft
verhoogd. De naam van de firma en van de pro-
dukten FAHR blijven onveranderd gehandhaafd.
Aldus meldt ons de vertegenwoordiging voor ge
heel Nederland van de produkten van DEUTZ en
FAHR die in handen is van H. C. L. Sieberg N.V.
te Amsterdam.
De samenwerking tussen DEUTZ en FAHR met
een minderheidsbelang van Klöckner-Humboldt-
Deutz A.G. bij FAHR van ongeveer 30 bestaat
reeds vanaf 1961. Deze samenwerking heeft het
mogelijk gemaakt, dat FAHR na het stoppen van
haar trekkerproduktie intensief de opbouw van een
modern programma van landbouwmachines en
-werktuigen verwezenlijken kon.
Dit programma voldoet aan de technische eisen
die heden ten dage gesteld worden. Tot het pro
gramma behoren de cirkelschudders, landbouw-
turbomaaiers, opraapwagens en de nieuwe, com
plete lijn van FAHR-maaidorsers.
De versterking van de samenwerking tussen
Klöckner-Humboldt-Deutz en Fahr, zal beide on
dernemingen in staat stellen de grote concurrentie
strijd tussen de fabrikanten van trekkers en land
bouwmachines met succes 't hoofd te bieden. De bij
een dergelijke amenwerking mogelijke rationali
sering op verschillende gebieden, zal geheel wor
den benut en voor de deelnemende bedry ven vruch
ten afwerpen.
Door de overname van Klöckner-Humboldt-
Deutz van het grootste gedeelte van de aandelen
van Fahr, wordt de gecombineerde DEUTZ-FAHR-
onderneming de grootste fabrikant van machines
voor de landbouw op het Europese continent.
zephyr
GERST VOOR BOUWER EN BROUWER
door zijn:
zeer hoge produktie
uitstekende brouwkwaliteit
regelmatige korrel met weinig 2e soort
stevig maar vooral veerkrachtig stro.
Van de nieuwe rassen is ZEPHYR het enige dat
onbeperkt als brouwgerst wordt ingenomen door
de Nederlandse Mout- en Brouwindustrie.
ZEPHYR wordt tevens gevraagd voor export.