AMAC Aspecten van de aardappelteelt AARDAPPELROOIERS ZIJN NEDERLANDSE MACHINES AANGEPAST AAN DE NEDERLANDSE EISEN! Door de superieure eigenschappen van de Ne derlandse consumptie- en pootaardappelen, wat kwaliteit en opbrengst betreft, moeten ook de hier te lande aan de roolmachine te stellen eisen hoger zijn dan elders. Dij AMAC-roolers Is met alle eisen rekening gehouden. Met AMAC aardappelrooiers rooit U het altijd! CEBECO 17 (Vervolg van pag. 15) poten enz. van enorme invloed zijn op het aantal stengels dat per plant gevormd wordt en die op het uiteindelijk aantal stengels per m2. Aan de hand van de uiteenlopende aantallen stengels per 100 planten uit het voor gaande staatje is het zeer moeilijk hiervoor een juist advies te geven. JUISTE STENGELAANTAL Om tot het juiste stengelaantal per m2 te komen is het gewenst aan onder staande punten aandacht te schenken. 1. Een grotere poter kan meer kiemen geven dan een kleinere poter. 2. Een nauwe sortering van het pootgoed is gewenst, beter 3540 mm en 4055 mm apart, dan de maat 3545 mm bij elkaar. 3. Een zodanige bewaring toepassen, dat de kiemen in rust bliïven en 7 10 dagen voor het poten een warmtestoot geven van 8 a 12° C. Door deze warmtestoot komen de kiemen bet^r los en zal ook het aantal tegelijk uitlopende kiemen groter worden. Wanneer het loskomen van de kiemen zo kort voor het poten plaats heeft, zullen deze nog zo klein blijven, dat ze bij het poten niet beschadigd kunnen worden. 4. Zo mogelijk direkt na deze periode poten. 5. Bij het poten de poters voorzichtig behandelen. 6. Moet door onvoorziene omstandigheden het poten worden uitgesteld, tracht dan het verder uitlopen te beperken. 7. Tracht poters uit te planten met de eerst ontwikkelde korte kiemen. Wan neer de eerste kiemen afgebroken worden komt veelal een groter aantal kiemen hiervoor terug. 8. Het aantal uitgelopen ogen kan een basis zijn om de juiste plantafstand te bepalen. 9. Met de nodige voorzichtigheid kunnen de volgende aantallen planten per ha en de daarbij corresponderende plantafstanden aangegeven worden. Potermaat Aantal planten per ha Afstand in de rij in cm Bii een rijenafstand van 75 cm 66 cm 3545 mm grof 3545 mm fijn 2835 mm 2528 mm 32.000—35.000 37.000—40.000 42.000—47.000 50.000 41,5—38 36 —33,3 31,7—28.3 26,7 47,3—43,3 41 —38 36,1—32,2 31 Bij een gemiddeld aantal kiemen en later stengels per knol zal bij deze gegevens het gewenste aantal van 1822 stengels per m2 bereikt worden. 10. Wel is het duidelijk dat bij een kleiner aantal planten, maar wel met het zelfde stengelaantal per m2, van een grotere potermaat betere resultaten zal geven, dan van een kleine maat. De grofheid van de stengels, alsmede de groeisnelheid in het begin, wordt door een grotere poter gunstig be ïnvloed. De knolvorming bij het hier meest geteelde ras Bintje begint wanneer het totale bladoppervlak 2 maal het grondoppervlak is, bij een vroeg ras als bijv. Eersteling begint de knolvorming vroeger en wel wanneer het blad oppervlak 0,5 maal het grondoppervlak is. Het is dan ook gewenst om dit bladoppervlak zo snel en zo vroeg mogelijk te bereiken, waardoor de knol groei vroeg begint en daardoor ook van lange duur kan worden. De optimale produktie aan „kg aardappelen per ha per dag" ligt bij vroege rassen wanneer het bladoppervlak 3 maal het grondoppervlak is. Bij ons ras Bintje ligt dit op 5 a 6 maal het grondopper vlak. Extra veel blad geeft weinig zin, daar de optimale produktiecapaciteit door de verschillende boven elkaar liggende bladerdekken toch niet meer dan 5 a 6 maal het grondoppervlak zal kunnen bedragen. Dit komt door overschaduwing enz. Bij laat poten groeit het loof wel zeer snel, maar toch wordt het tijdstip dat de eerste knolvorming gaat beginnen naar later in het groeiseizoen ver schoven. Ook kan bij een vroeg gepoot gewas door een overmatige hoeveel heid snelwerkende stikstof er een zodanige loofontwikkeling ontstaan,dat de knolvorming hierdoor ook weer later begint. Het is niet bezwaarlijk om grote poters te snijden. De ontwikkeling wordt hierdoor iets vervroegd. Het aantal stengels per plant wordt dan geringer waardoor de sortering wat grover kan worden. Algemeen wordt de aankoop van het pootgoed in het najaar het meest aantrekkelijk gevonden. Het zelf opslaan en bewaren behoeft geen probleem te zijn. Het kennen van de schakels vanaf de teler tot de ontvangst kan tot het meest gewenste resultaat leiden. Leverbaar AMAC Dl - AMAC D2 Voor het rooien van aardappelen los op de wagen; geen valhoogte van, de aardappelen door hydrau lische versteimogelijkheid yan de tweedelige wagentransporteur; uitgevoerd met diabolorol, waardoor gelijkmatige werkdiepte onder alle om standigheden; voorzien van 2 aangedreven loof- rollen met grote capaciteit; met rubber beklede afvoerbanden, waardoor geen beschadiging; 6 snelheden van de zeefband; geschikt voor het rooien van de kantrij; tegen berekening lever baar met aangebouwde loofklapper. N.B. De tweerijige uitvoering, type AMAC D2, is thans voorzien van een nieuw systeem nareiniger. VétÏÏgMgM te St. Annalantf, Axêf, K*Law*lorp, Middelburg, NleuwendTJR; Mleuwe Tonge, Oudenhoorn, Schoondijke, Steenbergen, Strfjen, Wissenkerke en Zierikze# VRAAGT PROSPECTUS IN INLICHTINGEN BU Ie TERWELSTRAATI GOES TEL, 01100-6308 BEMESTING Stikstof. Als gemiddelde van de te geven hoeveelheid stikstof kan circa 170 kg zuivere N aangehouden worden. De giften lopen van 150 tot 200 kg uiteen. De meest optimale hoeveelheid varieert afhankelijk van voorvrucht, met of zonder groenbemester zeer sterk. Ook andere faktoren als vooraf gaande weersomstandigheden, pootdatum, struktuur, enz. zijn daarbij van invloed. De stikstof kan zowel in de nitraat- als in de ammonïakvorm gegeven worden. In de kalkrijke polders is het bij aanwending van de ammoniak- vorm wel gewenst deze snel in te werken om mogelijke vervluchting te voorkomen. Wanneer stilstand in de groei optreedt, heeft het geen zin om hiervoor Ureum te spuiten, evenmin kan verwacht worden dat door toepassing hier van de groei van de aardappelen verlengd wordt. Het te behalen resultaat kan enigszins beïnvloed worden door de weersomstandigheden, maar valt meestal tegen. In de mengmeststoffen komt de stikstof voor ongeveer 50 voor in,de ammoniakvorm. Ook hierbij geldt dus dat deze kalkrijke gronden snel ingewerkt moeten worden. Fosfaat. Een opbrengst van 30 ton aardappelen per ha onttrekt 42 kg P205 aan de grond, bij 45 ton per ha is dit 63 kg P205. Aardappelen hebben in de jeugd de grootste behoefte aan fosfaat. Wanneer de planten 2ich voor 25 hebben ontwikkeld is reeds 75 van de totaal benodigde hoeveelheid fos faat opgenomen. Het is gewenst om het fosfaat vóór het poten toe te dienen. Bij een latere toediening zal bij sterk drogend weer de fosfaat slecht oplossen en zich onvoldoende door de grond verdelen. Het fosfaat moet voldoende bereikbaar zijn voor de wortels. Het te geven fosfaat moet voor minimaal 75 in water S losbaar zijn. Dit is in super het geval. Bij de kevze van mengstoffen dient er op gelet te worden. (Zie verder p*ê lt) w •1 LI 1WÜ *VHB li J •»v 9 ij 4 Wat la doen ter bescherming van uw voorjaarszaal van GRANEN tegen INSEKTEN- VRETERIJ, nu dieldrin e.d. verboden zijn Natuurlijk het van ouds bekende AARITNA zaadbehandelingsmiddel, op basis van lindaan. behandeling kort vóór het zaaien, gebruiksdosis 3 gram per kg. zaad. Vraagt Uw leverancier of» GRONINGEN WIERSUM CHEMIE NTVT ia. 05900.20441

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 17