Mansholt's klap op de vuurpijl Wist IJ dat.... 5 (Vervolg van pag 3) ER zullen veel bedrijven naar vergroting en al- 1 lerlei soort samenwerking moeten streven in de komende tijd. Wat dat betreft staan we nog in de kinderschoenen. Maar een idee als dat uit Hein- kenszand, de tweelingschuur, wijst o.i. een weg die wij direkt kunnen inslaan. En waarom niet straks een vierlingschuur voor twee aan twee tegenover elkaar liggende bedrijven op het kruispunt van de kavelgrenzen? Het is goedkoper bouwen en spaart de Cultuurtechnische Dienst naar verhou ding subsidie. Vallen er later boeren uit, dan kan de rest vergroten, zoals nu al in een verkavelings- gebied b.v. een eenheid die zich uitsaneert door een buurman soms wordt overgenomen, die dan op een dubbele kavel verder gaat. Of dat financieel alle maal zal rondlopen is de grootste vraag. Doch stel nu dat niemand der collega's uit de buurt aan zo'n vrijkomend bedrijf kan, waarom het dan financieel niet met zijn zovelen aangepakt, de exploitatie ge regeld zoals dat het voordeligst uitkomt en een verdeelsleutel gevonden, als er te verdelen valt. Het is eigenlijk ook niet bekend of de genoemde bedrijfsgrootten wel zo geschikt zijn. Een onderzoek op Noord-Beveland wees er op dat men niet boven de 250 ha zou moeten komen. UET zal naar mijn opvatting echter, zeker in een land als Nederland, niet alleen oip ver grotingen gaan, maar ook om wat men belieft te noemen diversificatie en specialisatie. Laat ik er eenvoudig van maken speciale teelten en produk- ties in zoveel mogelijk verschillende richtingen. Ik zie o.a. tuinders bloembollentelers worden, ik zie bouwbedrijven in tuinderijen opgaan, ik zie spe ciale zaad- en contractteeltbedrijven ontstaan, de laatste ook bij de veeteelt. Het kan zijn dat ik te veel dunk heb van onze kundigheden en dat wij op den duur door gebieden elders met een beter klimaat of goedkopere en bekwamere arbeids krachten uit steeds meer markten verdrongen zul len worden, het is de moeite waard dat eerst nog uit te proberen. Trouwens ook dr. Mansholt zei- de letterlijk: „Een categorisch antwoord, m.a.w. over overal passend antwoord is niet mogelijk. Daar is het leven te veelvormig voor. Vele vormen en mogelijkheden zullen naast elkaar op bun plaats zijn. Dit jaar hebben we enorme opduvels gehad in de sektor aardappelen. Dat zal helaas de laatste keer niet zijn. Met schade en door de diepte gaan wordt men wijs, althans tijdelijk. Zolang het in dividualisme hoogtij viert en men de koppen voor de afzet onvoldoende wil bundelen, zullen onze kinderen van die houding weinig vruchten pluk ken. Doch wie een eenmansbedrijf technische en organisatorisch onder de knie weet te krijgen en zijn afzet heeft verzekerd, lijkt mij een mooi be staan veroverd te hebben. Wel zal deze man mis schien halverwege de rit met een ander samen moeten gaan doen door de optredende veranderde eisen. TENSLOTTE dacht ik dat dr. Mansholt de be reidheid tot werken, zelfs in een anders-ge aarde maatschappij, van de agrariër in zijn zelf- standigheidsstreven onderschat. Hij zelf heeft ook niet op werkuren gekeken. Dat is niet goed, dat weet men ook wel. Er moeten grenzen zijn, gren zen gesteld worden. Anders straft men zichzelf. Maar ook in de toekomst zal er gewerkt moeten worden en het nog altijd natuurmatige karakter van het land- en tuinbouwbedrijf zal dan misschien maken dat er een dag meer en een uur langer gewerkt moet worden dan bij een industrie of op een kantoor binnen. Dat zullen we niet moeten dramatiseren. Er kan het nodige tegenover staan. In de Ver. Staten, waar men ons in welvaart ver vooruit is, wordt door zeer velen die vooruit wil len heel hard gewerkt en dat loont blijkbaar vaak. In het eigen land zie ik velen in hun vrije tijd be taalde arbeid verrichten en men moet zich af vragen hoe dat zal zijn als er nog meer vrije tijd beschikbaar komt. Het zal voor een goede boer geen last zijn hard te werken. Met dr. Mansholt ben ik het eens dat het gezin er niet onder mag lijden. De Prediker heeft ons aanbevolen niet al te rechtvaardig en niet al te goddeloos te zijn. Laten we het betoog van dr. Mansholt niet al te letter lijk nemen, doch evenmin als al te ketters? DE EXTRA SUBSIDIE VOOR VERBETERING VAN WONINGEN EN AGRARISCHE BEDRIJFSRUIMTEN De regering heeft het vorige jaar in het kader van de werkloosheidsbestrijding tijdelijk het sub sidie verhoogd voor de verbetering van woningen en de mogelijkheid geopend, dat voor verbetering van agrarische bedrijfsruimten een premie wordt toegekend, voorzover de te verbeteren objekten niet in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht liggen. Uit het grote aantal aanvragen blijkt, dat de getroffen maatregel aan zijn doel be antwoordt. In verband met de verheugend grote belang stelling is het noodzakelijk, tijdig een duidelijk in zicht te krijgen in het totaal van het premie-bedrag, dat met de ingediende aanvragen is gemoeid. Der halve is op 1 maart een wijziging in de regeling aangebracht. Een aanvrager van premie zal in het vervolg namelijk niet meer, zoals tot nu toe, direkt na indiening van zijn aanvraag bij de gemeente met de uitvoering van de verbeteringswerkzaamheden mogen beginnen. Hij dient eerst bericht van de Hoofdingenieur-Direkteur van de Volkshuisvesting en de Bouwnijverheid in de desbetreffende provin cie af te wachten. VOLDOENDE THOMASMEEL BESCHIKBAAR ÏYE laatste tijd schijnen er in Nederland ge- ruchten de ronde te doen over een geleide lijke vermindering van de produktie van Thomas- meel. En ook over moeilijkheden die hieruit zou den kunnen voortvloeien met betrekking tot de levering van deze meststof aan de traditionele Thomasmeel importerende landen. Dit blijkt al thans uit een persbericht van het Landbouwkun dig Bureau voor Thomasslakkenmeel waarin erop gewezen wordt dat de nieuwe staalprocédé's die door de belangrijkste leveranciers van Thomas- meel aan Nederland, namelijk de staalproducen ten van België, Luxemburg en West-Duitsland, worden toegepast, het mogelijk zullen maken om aan de vraag te voldoen, zowel kwantitatief als kwalitatief. Ondanks stagnatie in de staalproduk- tie, is de produktie van Thomasmeel niet vermin derd, maar op hetzelfde niveau gebleven als dat van 1961, namelijk 7 miljoen ton. Er is dus geen sprake van een daling van de Thomas-produktie die de voorziening van de importerende landen in gevaar zou kunnen brengen. DSPAALDE uitlatingen van gezaghebbende personen soms veel reakties tengevolge kun nen hebben? Vorige week hebben we in ons artikel tje aandacht geschonken aan de rede van dr. Mans holt, die hij heeft gehouden voor de Groninger Mij. van Landbouw. We wisten reeds uit zijn rede voor het Copa te Düsseldorf, hoe dr. Mansholt over de Europese agrarische situatie dacht. In Groningen kwam dit nog weer scherper naar voren. Dr. Mansholt wil de agrarische situatie ter dis cussie stellen. Nu, daarin is hij stellig geslaagd. De pers heeft aan zijn rede aandacht geschonken en de discussies zijn reeds begonnen. Dat is stellig nuttig. De landbouw in de ruimste zin is ermee gebaat zijn situatie goed te kennen. Het is ermee als met een arts, de diagnose moet eerst worden gesteld en pas als het ziektebeeld klaar en duidelijk voor ogen staat kunnen de passende geneesmicldelen worden gegeven. De diagnose i>an dr. Mansholt is stellig duidelijk en de arts is deskundig als weinigen. De landbouw is niet voldoende meegegroeid en dreigt in de laat ste decennia van deze 20e eeuw nog verder achterop te geraken. Dat is één facet. En dan verder: het gezinsbedrijf is belangrijk, maar dreigt het gezin in de knel te brengen. Dr. Mansholt kent het platteland en we zijn ervan over tuigd dat de ondertoon van zijn scherpe diagnose gelegen is in een warm meevoelen met de agrari sche belangen. T\4-N komt een aanwijzing voor de geneeswijze. Daar zetten we wel enige vraagtekens. Alles roept tegenwoordig om grotere produktie-eenheden en de woorden concentratie en fusie zijn niet van de lucht. Alleszins begrijpelijk; ook de agrarische onder nemingen moeten zich aanpassen aan de zich voort durend snel wijzigende omstandigheden. Dit geldt voor de produktiesfeer, efficiënte produktiemetho- den met als gevolg lage kostprijzen, maar ook voor de afzet. De consumptieve eisen zijn enorm opge voerd, de welvaartstoename doet de consumenten eisen stellen waarvan twee decennia terug nog nie mand droomde. Zij die de lezing van de heer Ruys voor het L.C.C. beluisterden weten hiervan mee te praten. Resulteert nu een en ander in de noodzaak van bedrijven van 500 a 1000 ha? Dr. Mansholt heeft dit niet gezegd, maar toch wel aangegeven dat een dergelijke oppervlakte in de akkerbouw hem tegen het einde van deze eeuw als noodzakelijk voorkomt wil de agrariër en het agrarisch gezin niet achter blijven. IJ hebben uit den aard der zaak op verre na niet de kennis van dr. Mansholt om de agra rische situatie nu en in zijn toekomstige ontwikke ling te beoordelen, maar kunnen toch nog niet in zien dat vrijwel al onze tegenwoordige agrarische bedrijven hun bestaansmogelijkheid zouden ver liezen. Wellicht zeggen sommige onzer lezers dat wij dat niet KUNNEN geloven, omdat we het niet WILLEN geloven. Het zij toegegeven dat ook dit een rol speelt, maar naar onze stellige overtuiging zal het goed geleide bedrijf van redelijke omvang ook in de toekomst bestaansmogelijkheid blijven houden. Stellig zal dit zeer hoge eisen stellen. De agrariër zal moeten zijn vakbekwaam allereerst, maar verder de grootst mogelijke aandacht moeten schenken aan de investeringen in zijn bedrijf en de financiering daarvan. Als daarnaast van overheidszijde maatregelen worden genomen die kunnen leiden tot redelijke prijzen en tot het wegnemen of verminderen van bepaalde knelpunten we denken hier aan rente subsidies in verband met de zeer hoge rentevoet dan kunnen wij niet inzien dat onze landbouw het hoofd niet boven water zou kunnen houden, al ont veinzen we ons niet dat de zeer kleine bedrijven, evenals die bedrijven welke niet voldoende solide zijn gefinancierd, het wel uiterst moeilijk zullen krijgen en dat meerderen deze strijd niet zullen kunnen volhouden. MEIJERS. DINGEN VAN DE WEEK (Vervolg van vorige pag.) Voor uien had hij ook al geen goed woord over. Een ui met vuile rokken laat de huisvrouw staan en de Zeeuwse ui wordt volgens hem verdrongen door die van achter het ijzeren gordijn. Ook de aardappeltelers kwamen er later niet best af want zij kregen te horen dat het op het ogenblik echt zoeken is om een kwaliteitsaardappel te pak ken te krijgen en de heer Ruys vond dat-het maar erg slecht gesteld is met de bewaring. aanwezigen kregen voorts nog wat uitspra ken te horen van industriële leiders die er bij voortduur op hameren dat er in ons land te klein wordt gedacht. Verteld werd dat er in ons land per week 160 detailzaken verdwijnen en dat er elke dag verschillende fusies plaats vinden. De veiling heeft de taak zich in te stellen op een goede samenwerking met hen die het mechanisch distributieproces uitvoeren. Ook daar mankeert het echter aan. Aan een Brabantse veiling was ge vraagd in 1968 elke dag 5.000 kg aardbeien in bak jes te leveren tegen de gemiddelde dagprijs ver hoogd met 10 cent per kg. Het veilingbestuur was ermee verguld, maar het Centraal Bureau gaf vol gens de heer Ruys geen toestemming en zijn reak- tie was: dan zullen we weer maar vliegen met DC-9 vliegtuigen met Italiaanse aardbeien naar Neder land. „Wij zullen de hulsvrouw toch moeten geven wat ze vraagt", aldus spreker die verder nog stelde, dat wanneer de producenten en hun organisaties zich niet aanpassen, de afzetkanalen zelf wel de wegen zullen zoeken die nodig zijn om aan de vraag te voldoen. In dit verband vertelde hij dat A.H. zelf de kalf- mesterij ter hand heeft genomen in samenwerking met een particuliere mengvoederfabriek en men is hier uiterst tevreden over. Albert Heijn produceert echter alleen wanneer er een absolute noodzaak voor bestaat, want men koopt het liefst bij de gespecialiseerde bedrijven. We hoorden ook, dat het voor sommige sektoren, vooral in de zuivelsektor, goed loopt met dit aan koopbeleid van de grootste kruidenier van Neder land. Er zou nog veel meer te vertellen zijn over deze rede van de heer Ruys. We laten het hierbij. In ver schillende punten zit een kern van waarheid en er kan ook veel tegenin gebracht worden. Het is altijd goed er kennis van te nemen. We dachten dat de Zeeuwse tuinbouw en in het bijzonder de Zeeuwse fruitteelt, wel zodanig is ge specialiseerd dat zij aan de wensen van het groot winkelbedrijf kan voldoen en door verdere concen tratie van het aanbod zal zeker aan de verlangens van deze zijde van de afzetkant tegemoet gekomen kunnen worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 5