Rapporten, Publikaties en Jaarverslagen tr GERST MPOR BOUWER EN BROUWER 2$ Jaarverslag van de Vereniging voor Bedrijfs voorlichting „Noord-Beveland". Kalk als meststof, een uitgave van de Stichting Nederlands Landbouwkalkbureau te De Bilt (U.). Reeds drie jaar geleden verscheen een der gelijke uitgave. Daar in deze jaren ook op het gebied van kalkbemesting heel wat veranderd is zowel wat de adviesbasis betreft als h^t op de markt komen van nieuwe kalkmeststoffen was een herziening noodzakelijk. Geïllustreerd met foto's en tekeningen geeft deze publikatie een overzicht van de betekenis van kalk voor plant en grond. Kalk is een voedingsstof, ze werkt ontzurend, bevordert het bodemleven, verbetert de structuur van de grond en stimu leert de omzettingen in de grond door bacte- rieën. Ook de kalkbehoefte van de plant, de kalkverliezen door opname en uitspoeling en door zuurwerkende meststoffen, en ook de kalk- balans (met voorbeeld) krijgen de nodige aan dacht. Verder is er een hoofdstuk grondonder zoek en bekalkingsadvies toegevoegd. Hierin wordt aangegeven hoe hoog de kalktoestand voor de diverse grondsoorten moet zijn. Ook wordt de bekalking i.v.m. het bouwplan bespro ken. Een bespreking van de kalkmeststoffen welke door de Nederlandse industrie worden vervaardigd is opgenomen. Er is tevens een hoofdstuk gewijd aan de kwaliteit, de keuze en de aanwending van kalkmeststoffen, met enige nuttige tabellen en grafieken. Het boekje is be doeld voor de praktische boer en tuinder en voor de leerlingen van land- en tuinbouwscholen. Het wordt op aanvraag gratis toegezonden. Het adres luidt: Stichting Nederlands Landbouw Kalk Bu reau, Soestdijkseweg 50 zuid, De Bilt. Handleiding chemische bestrijding ziekten, pla gen en onkruiden in landbouwgewassen op klei gronden (1968). Een landelijke handleiding voor de bestrijding van plantenziekten op kleigron den, onder eindredactie van het Rijkslandbouw- consulentschap voor Plantenziekten te Wage- ningen. In 38 pagina's geeft dit gidsje in zak formaat informatie over de bestrijding van plantenziekten en onkruiden in een groot aantal landbouwgewassen en een aantal tuinbouwge- wassen die op landbouwbedrijven worden ge teeld. De ziekten en plagen worden per gewas behandeld, waarbij de middelen en doseringen zijn aangegeven. Bij de onkruidbestrijding wordt ook aandacht besteed aan perken en paden; voorts worden enkele belangrijke onkruiden in de 'stoppel behandeld. De rijkslandbouwconsu- lenten in de betreffende gebieden verspreiden dit boekje onder belangstellende boeren en loon- spuiters. Een uitgave van Ministerie van Land bouw en Visserij, Hoofddirectie Landbouwvoor lichting én Onderzoek. Prijs 1,Verkrijgbaar bij Rijkslandbouwconsulentschap voor Planten ziekten, Geertjesweg 15, Wageningen. Technische gegevens wleltrekkers. Gewoontege trouw is ter gelegenheid van de tentoonstelling „Het Landbouwwerktuig" in de eerste helft van januari de zesde bijgewerkte druk van de I.L.R.-uitgave „Technische gegevens wieltrek- kers" verschenen. Dank zij de voortreffelijke medewerking van de Importeurs en hun Fabri kanten is het wederom gelukt het boekje niet alleen op tijd, maar ook voor de eerste maal zonder inlegvel te laten verschijnen. Aan 't om vangrijke documentatie-materiaal ontlenen we het volgende: Hoewel de zesde druk qua indeling praktisch niet van de voorgaande afwijkt, zal het opval len, dat enkele nieuwe gegevens zijn opgenomen. Aangezien een beperkte plaatsruimte beschik baar is, moesten enkele minder belangrijke ge gevens van de voorgaande druk komen te ver vallen. Deze verschuiving was noodzakelijk om de gewenste aanpassing aan de nieuwe O.E.C.D.- testcode mogelijk te maken. Deze aanpassing heeft betrekking op de hef- kracht van de hefinrichting en het geluid. De maximale hefkracht die door het hele traject tussen de kogelkoppen en op 610 mm achter de kogelkoppen zonder voorasbelasting kan worden uitgeoefend, wordt opgegeven. Het stangensteï- sel van de hefinrichting wordt zo ingesteld, dat eerst de mechanisch gunstigste waarde wordt gemeten en vervolgens de mechanische ongun stigste. Belangrijk is, dat de trekker niet van neusgewichten mag worden voorzien, dat de hefkracht, die kan worden uitgeoefend voor het gehele traject geldt en dat de maximum- en miniumwaarde wordt opgegeven. Het accent wordt gelegd op de combinatie trekker-werk tuig, door op 610 mm achter de kogelkoppen te meten. Hierdoor krijgt men een goed inzicht wat mogelijk is voor de aanschaf van de juiste com binatie. Het toegestane eventuele zweven van de voorwielen is gemakkelilk op te vangen met een extra voorasbelasting. De geluidsmeting is een andere belangrijke meting. Hiermee krijgt men een inzicht in de lawaaierigheid van de trekker. Helaas zijn hiervan nog slechts weinig waarden opgenomen, omdat praktisch alleen testgegevens beschikbaar waren. Wat de testgegevens betreft, zijn deze waarden vanaf O.E.C.D.-test no. 200 vermeld. Hoe lager deze waarden zijn des te minder lawaai maakt de trekker. Naast de aanoassing aan de O.E.C.D.- testcode zijn de volgende gegevens toegevoegd of veranderd: a. De inspuitdruk is opgenomen onder de mo- torgegevens. b. Onder het hoofdje besturing is de aard van de besturing opgenomen. Bij de zwaardere typen is volhydraulische besturing standaard. In de middelzware klasse is de tendens te onderkennen, dat deze wijze van besturen meer en meer regel gaat worden, als extra is te leveren of als hydraulische bekrachtiging gemakkelijk is te monteren. c. De snelheden zijn ditmaal in volgorde opge nomen. d. Terwille van de overzichtelijkheid zijn de in houden bij elkaar geplaatst. Samenvattend kan worden gezegd, dat deze uit gave in tabelvorm een duidelijk beeld geeft van de snelle ontwikkelingen in de trekkerwereld en op grond daarvan een nuttige bron van informa tie mag worden genoemd en in een behoefte voorziet. Publikatie 115 „Technische gegevens wieltrekkers" is verkrijgbaar door storting van 3,20 op giro no. 880018 t.n.v. het I.L.R. te Wa geningen. Mechanisatie van de suikerbietenoogst. De me chanisatie van de oogst van suikerbieten is sterk in beweging. Na de eenrijers, die in één werk- gang koppen en rooien en de bieten verzamelen in een kip- of losbak op de machine of op een meerijdende wagen, zijn er nu de meerrijige rooiers verschenen. Zij worden vertegenwoor digd door tweerijige verzamelrooiers, getrokken of zelfrijdend, en door twee- en zesrijige rooi- systemen, eveneens zelfrijdend en getrokken, die de bieten meestal op voorraad flangszwadeni rooien. Dit laatste gebeurt in twee werkgangen met een Zweeds-Hollandse rooier en in drie werkgangen volgens de Franse rooimethode. Veel van deze machines zijn nieuw voor de Ne derlandse bietenteler, terwijl ook de vertrouwde eenrijers nog steeds veranderingen ondergaan. Het was daarom nuttig om vrijwel alle bieten-* rooiers, die thans in Nederland worden aangebo den, onder dezelfde omstandigheden naast el kaar te laten werken op de negende landelijke bietenrooidemonstratie, die in de herfst van 1967 in Oostelijk Flevoland werd gehouden. De (jonge) kleigrond was vrij zwaar (40-45% afslibbaar) en het was echt Nederland's bieten- rooi weer! Dat maakte de resultaten die door in tensieve bemonstering en tijdwaarneming wer den vastgesteld des te interessanter. Het verslag daarvan is nu, voorzien van veel cijfers, vast gelegd in publikatie 114 van het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie te Wage ningen. Het werd samengesteld door medewer kers van het Instituut voor Rationele Suikerpro ductie te Bergen op Zoom en van het I.L.R. zelf. Het geeft een beoordeling van de kwaliteit van het werk van de rooiers en van de capaciteit, die daarbij werd behaald. Een landbouwtech- nische beschrijving van de machines en een aan tal opmerkingen en aanbevelingen voltooien ten slotte dit verslag. De publikatie is verkrijgbaar bij het Instituut voor Landbouwtechniek en Ra tionalisatie te Wageningen door storting of over schrijving van 2,75 op gironummer 880018 t.n.v. het I.L.R. te Wageningen. Vier jaren onderzoek over voorbereide peul vruchten (1963-1966) Uitgave Peulvruchten Studie Combinatie. Jaarverslag 1966/1967 Stichting C.L.O. controle. Jaarverslag Vereniging van Landbouwboek- houdbureaux 66/67, waarin een inzicht wordt ge geven van de vele aktiviteiten der vereniging. Jaarverslag 1966 Stichting Zeeland. Provinciaal opbouworgaan. Wereldvoedselsituatie en bestriding planteziek- ten. Een boek samengesteld door H. H. Cramer, medewerker van Bayer, Leverkusen, ons toege zonden door Bayer-Agrochemie N.V. Arnhem. In het duits, naar aanleiding van een daartoe door talrijke wetenschappelijke instituten en on derzoekers ingesteld onderzoek naar verliezen in de wereldvoedselproduktie als gevolg van schadelijke insekten, schimmelziekten en on kruid. Een verlies, in geld uitgedrukt, jaarlijks te schatten op 300 miljard gulden voor de oogst en daarbij nog een enorme verliespost door de schade tijdens de opslag. In verband met de on dervoeding waaraan 500 miljoen mensen op onze aarde lijden en de snelle bevolkingstoename (nu 3,5 miljard, 1975 4 miljard, 2000 6 a 6,5 miljard mensen) waardoor deze situatie van jaar tot jaar verergeren zal, moet de voedselproduktie in de komende acht jaren met 35% stijgen. Pas een verhoging met 50% zal een merkbare verbete ring in de toestand brengen. Dit is echter al leen te realiseren, wanneer in de voedselexpor- terende landen gedurende dezelfde periode de agrarische produktie met 80°/# stijgt. Bestrijding van schadelijke insekten, schimmelziekten en onkruid is één van de mogelijkheden om enigs zins dit doel te bereiken. door zijn: zeer hoge produktie uitstekende brouwkwaliteit regelmatige korrel met weinig 2e soort stevig maar vooral veerkrachtig stro. Van de nieuwe rassen is ZEPHYR het enige dat onbeperkt als brouwgerst wordt ingenomen door de Nederlandse Mout- en Brouwindustrie. ZEPHYR wordt tevens gevraagd voor export. AARDAPPELEN ALS VEEVOER (Vervolg van pag. 10) De aardappelen kunnen het beste in grondkuilen worden geënsileerd. Gezien de grote hoeveelheid perssap die vrijkomt (ruim 40% van het uitgangs gewicht) dient men voor een goede afvoer van dit sap te zorgen. Om de onderste laag aardappe len schoon te houden verdient het aanbeveling om vóór het inkuilen een laagje stro op de bodem van de kuil aan te brengen. Het inkuilen van aardappelen in silo's is minder aantrekkelijk. Wordt de silo gevuld met behulp van een opzetstuk, dan worden aan de sterkte hiervan hoge eisen gesteld. Wanneer geen gebruik wordt gemaakt van een opzetstuk, is de benutting van de silo slecht en is het moeilijk om regenwater uit de kuil te houden, tenzij een deugdelijke silokap aan wezig is. Wordt van een grondkuil gebruik gemaakt, dan kan men deze kuil afhankelijk van de grondwater stand meer of minder uitdiepen en met de grond dié vrijkomt de zijkanten wat ophogen. De aard-< appelen kunnen op deze manier vrij hoog worden opgestapeld, zodat na het bezakken nog een rede lijke hoeveelheid aardappelkuil overblijft. Evenals bij het inkuilen van gras is het ook hier van belang de kuil zo goed mogelijk luchtdicht al te sluiten. Dit kan het beste geschieden door de kuil volledig af te dekken met de polyethyleen zeil met een dikte van 0,10 mm, waarop een laag grond van minimaal 20 cm dikte wordt aangebracht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 25