9e Zeeuws-Vlaamse
Studiedag
on)
De afzetperspektieven
van enkele tuinbouwprodukten
ft
De kansen voor groenten voor de verse markt zijn het
grootst, n.l. voor prei, spruiten, witlof en aardbeien.
De grootste vraag is: kan Zeeuws-Vlaanderen hiervoor
voldoende kopers aantrekken. Dit gebied ligt thans nog te
veel geïsoleerd van de rest van Nederland. Er is voor
Zeeuws-Vlaanderen pas uitbreiding mogelijk wanneer het
gebied ontsloten is en dus de koperskring groter wordt.
De heer Gijsberts adviseerde daarom om momenteel lie
ver harder te werken aan een tunnel, dan om hier nu sprui
ten te gaan telen!
GROENTEN VOOR DE INDUSTRIE
Voor de teelt van spinazie, princessebonen, tuin
bonen en knolselderij is vrijwel geen uitbreiding mo
gelijk. Afzet alleen op de binnenlandse markt. Het
buitenland kan spinazie veel beter en goedkoper telen.
Princessebonen is veel kontraktteelt. Grote konkur-
rentie van goedkope Belgische bonen. Van knol
selderij is er een flinke export van het verse produkt.
Doch ook is er een groeiende konkurrentie van West-
Duitsland en Hongarije. In Zeeuws-Vlaanderen wéi
nig afzet en geen kopers. Deze komen alleen, wan
neer Zeeuws-Vlaanderen dit produkt goedkoper kan
produceren dan overig Nederland.
Bij de kontraktteelt hebben de fabrieken veel
macht. De individuele boer staat hier te zwak tegen
over, waardoor geen hoge prijzen. Er is een verschui
ving merkbaar van deze produkten van de tuinbouw-
naar.de akkerbouwbedrijven.
Door de heer L. GIJSBERTS,
medewerker van het Centraal Bureau
voor de Tuinbouwveilingen
in Nederland
Uien vroeger een arbeidsintensief gewas.
GROENTEN VOOR DE VERSE MARKT
De vraag naar aardbeien, prei en spruiten groeit
wat. Voor prei en spruiten ook exportmogelijkheden
voor de Duitse markt. De oogst van deze produkten
is nog weinig gemechaniseerd en vraagt veel arbeid.
b.
Welke produkten vertonen nog groeiende vraag?
Kan Zeeuws-Vlaanderen voldoende kopers aan
trekken?
Kan Zeeuws-Vlaanderen deze produkten goed
koper of beter produceren dan overig Nederland?
Voor peren is het beeld iets rooskleuriger, meC
meer en betere afzet- en exportmogelijkheden dan
voor appels, ook in Europees verband.
Het betreft vooral de rassen: Doyenné en Confe
rence. Onze export van appels ondervindt veel kon
kurrentie van Frankrijk en Italië, waar de laatst®
jaren grote fruitbedrijven gesticht zijn. Ook naar Bel
gië is de laatste 6 jaar de export niet gestegen, ter
wijl ook de produktië toeneemt.
Uien: thans een arbeidsextensieve teelt.
gJE heer Gijsberts begon met er op te wijzen dat
het moeilijk is om in een tijd waarin de afzet
van de meeste tuinbouwprodukten in West-Europa
moeizaam verloopt te praten over afzetperspektieven.
Bij vele groenten- en fruitsoorten is de laatste jaren
het aanbod sneller toegenomen dan de vraag. Hij wil
speciaal de perspektieven voor Zeeuws-Vlaanderen
bekijken aan de hand van de omzetcijfers van de
„Veiling Terneuzen" over de jaren 1960 en 1966. De
omzetten van fruit zijn In die jaren zeer sterk ge
stegen, van appels met 150 van peren met 50
Bij de groenten is een stijging waar te nemen bij de
kastomaten, witlof en sla en uien, die merendeels
buiten de veiling om verhandeld worden. Tomaten en
sla passen niet op onze akkerbouwbedrijven.
WELKE GRONDSOORTEN PASSEN OP HF.T
AKKERBOUWBEDRIJF
Vollegrondsgroenten, die geschikt zijn voor een
akkerbouwbedrijf, maar waarvoor Zeeuws-Vlaanderen
blijkbaar niet genoeg afzet heeft of kopers voor kan
aantrekken, zijn:
a. Voor industriële verwerking: spinazie, princesse
bonen, tuinbonen, knolselderij en boerekool (kon
traktteelt met fabrieken komt meer en meer op de
voorgrond);
b. Voor de verse markt: zaai-uien, spruiten, prei,
aardbeien, witlof en witlofwortels, appels en
peren.
Uit de Terneuzense cijfers blijkt ook dat de be
stemming van de produkten veelal de binnenlandse
markt is (vnl. groothandel). Slechts 8 van de om
zet was bestemd voor exporteurs. Alleen de uien vor
men een belangrijk exportartikel. De export onder
vindt veel buitenlandse konkurrentie.
Uitbreiding van groenten en fruit in Zeeuws-Vlaan
deren moet naar verwachting dan ook worden af
gezet op de binnenlandse markt. Daarbij zijn 3 vra
gen belangrijk:
FRUIT
Het rassensortiment kan bij appels snel veroude
ren. Zo zijn Jonathan en Stark Earliest weer al op
hun retour. Golden Delicious zal de andere rassen
nog meer verdringen. De verdubbeling van de Neder
landse omzet van appels van 1958 tot 1966 is een ge
volg van prijsstijging, niet van kg-aanvoer, terwijl de
export is teruggelopen. Uitbreiding is alleen mogelijk
voor de binnenlandse markt met vraag naar de ras
sen: Cox, Golden Delicious en James Grieve.
Zaai-uien: Zeer wisselvallige afzet. Geen groeiende
exportvraag door de wisselvallige Nederlandse kwali
teit en toenemende konkurrentie van Spanje, Polen,
Hongarije en Tsjechoslowakije.
Witlof: Uitbreiding mogelijk. Teelt in Nederland
neemt af. Import uit België neemt toe en is sterk
konkurrerend. Kansen voor Nederlands „gesloten
lof". Ook Zeeuws-Vlaanderen heeft hierin mogelijk
heden.
(Zie verder pag. 13)