Het diepkoelen van melk Eenvoudige weekendvoedering 7 J. H. LANTINGA R. L. V. D. - Goes BEZOEK ZEEUWSE MELKWINNINGSCOMMISSIE YOOR de mogelijkheden van de melkbewaring in tanks met diepkoeling op de boerderij alsmede het transport naar de fabriek in een tank (rij dende melkontvangst) is een groeiende belangstelling. De Zeeuwse Melk- winnings Commissie besloot in haar vergadering op 13 december om op de 6 regionale voorlichtingsbijeenkomsten, welke in januari en februari wor den gehouden, het programma aan dit onderwerp te wijden. Een oriëntatie in de praktijk van reeds in gebruik zijnde apparatuur op dit gebied werd gewenst geacht. In ons land zijn thans 7 proefobjekten voor het diepkoelen van de melk waarbij het ophalen om de 2 of 3 dagen plaats vindt met de rijdende melkontvangst. Aan deze objekten, die tot stand zijn gekomen met middelen uit het O.- en S.-fonds, zijn eisen gesteld o.a. aan het melklokaal en de te gebruiken apparatuur voor het diepkoelen. Op 4 januari bezochten de leden van de Melkwinnings Commissie met de adviseurs alsmede 4 direkteuren van Zuivelfabrieken (totaal 17 personen) het objekt te Boekelo. Het bezoek van dit gebied had de voorkeur omdat vrijwel alle bedrijven die aangesloten zijn bij de C. Z. te Boekelo zijn uitge rust met apparatuur voor diepkoelen waaronder een zeer groot percentage kleine bedrijven. De C. Z. te Boekelo ontvangt jaarlijks rond 5 miljoen kg melk die vrij wel geheel in de direkte consumptiesektor wordt afgezet in de vorm van consumptiemelkprodukten w.o. koffiemelk een niet onbelangrijke plaats in neemt. By deze fabriek, met ruim 100 leden, levert 30 van de veehouders tot 20.000 kg melk per jaar, 45 van 2050.000 kg en 25 meer dan 50.000 kg. De leden wonen binnen een straal van 5 km van de fabriek. IN 1963 waren reeds plannen gerijpt voor het wijzigen van de melkont vangst. De bestaande apparatuur voldeed niet meer aan de eisen. De melkaanvoer werd vanouds door de leden zelf verzorgd beurtelings voor een groep per streek waarvoor 70 cent per 100 kg melk werd verrekend. Deze wijze van melkaanvoer, die overigens voor een lage prijs kon worden uitge voerd, vond vooral bij de jongere generatie toenemende bezwaren. Met het aanschaffen van een rijdende melkontvangst in 1964 werden deze bezwaren ondervangen, terwijl een nieuwe, vaste melkontvangst en bussenspoelmachine ih de fabriek achterwege kon blijven. Met de rijdende melkontvangst werd in het begin dagelijks de melk opgehaald door het leegzuigen van de bussen van 30 1 inhoud. Om het schoonmaken van de bussen, dat toen op de boerderij moest ge beuren, te ondervangen, gingen de gedachten uit naar het tijdelijk bewaren in diepkoeltanks. Voorstellen in deze richting vonden een goede weerklank. Een moeilijkheid in dit gebied is evenwel dat door de verspreide ligging van de percelen 's zomers in de weide moet worden gemolken. Dit houdt in dat naast de diepkoeltank op de boerderij een transporttank (grote bus) nodig is om de melk naar de boerderij te brengen. Hieruit wordt de melk van elk melkmaal in de boerderijtank overgepompt. I\E mogelijkheid voor het fungeren als proefobjekt met subsidie uit het «O. en S.-fonds heeft bevorderd dat de reeds gerijpte plannen spoediger tot ontplooiing werden gebracht. Aan de bouw en inrichting van de melkkamers is op de veehouderijbedrij ven veel zorg besteed. Naast een goede ventilatie o.a. met kiepramen is voor een begrenzing van de temperaturen aan de isolatie veel aandacht geschon ken. Veelvuldig zijn de wanden betegeld; hierbij heeft enige naijver een rol gespeeld. De kosten voor het bouwen van de melkkamer zijn door de vee houder zelf betaald. Hierop werd evenwel 40 subsidie ontvangen tot een maximum van 2000,per bedrijf. OOK DE BEWAARPLAATS VAN DE MELK MOEST WORDEN AANGEPAST 1\E diepkoeltanks op de boerderijen alsmede de weidetanks met transport- stel, zijn door de fabriek aangeschaft en gefinancierd en deze zorgt ook voor het onderhoud bij storingen. Deze regeling maakt het verwisselen van tanks mogelijk in gevallen van wijzigingen van de benodigde tankinhoud door inkrimping of uitbreiding van de melkveestapel. Deze apparatuur werd volledig met 40 uit het O. en S.-fonds gesubsidieerd. Thans zijn, na een ontwikkelingsperiode van ongeveer IV2 jaar, nagenoeg alle bedrijven ingericht; 80 van de bedrijven heeft een diepkoeltank en 20 zogenaamde grote bussen (dubbelwandig) met diepkoelapparatuur. De melktanks zijn overwegend vacuumvast n.l. 55, terwijl er 25 opentanks in gebruik zijn. De vacuumtanks zijn vooral gekozen om de weidetank (enkel wandige bussen van 150 of 200 1) door middel van vacuum leeg te zuigen. Bij de tank is dus 's zomers een apart vacuumaggregaat nodig. Op bedrij PROJEKT VOOR DIEPKOELEN BOERDERIJMELK TE BOEKELO k 5>\J ven met een open tank wordt de weidetank met een melkpomp leeg gemaakt. Op de 20 bedrijven met grote verzamelbussen van 200 1 zijn deze dubbel wandig en uitgerust met een dompelkoeler. Melkmachines van het melklei- dingtype zijn in dit gebied nog niet aanwezig. De noodzaak van het zomers in de weide melken is hierop van invloed. De gemiddelde gemaakte kosten per bedrijf bedragen voor het melklokaal 3500,en 8500,— voor de melktank met toebehoren. Dit is gemiddeld 12.000,per bedrijf of ongeveer 1000,:per koe. ÏJE ervaringen met de diepgekoelde melk zijn gunstig. Er zijn geen aan- wijs bare moeilijkheden met de kwaliteit. Volgens de huidige regelingen van het kwaliteitsonderzoek is, in vergelijking met de traditionele wijze van melk leveren, een belangrijke vooruitgang vastgesteld. De reduktase proef geeft meer dan 95 met goede uitslag. Het kwaliteitsonderzoek en systeem van uitbetaling is nog gebaseerd op de huidige normen van het Regionaal Or gaan van Melkhygiëne. Onderzoek op kiemgetal wordt evenwel toegepast. Hiervoor worden de volgende klassen onderscheiden: minder dan 100.000 100.000—250.000 meer dan 250.000 is goed is matig is voldoende De uitslag van dit onderzoek wordt aan de leden kenbaar gemaakt, zodat deze ingeval het kiemgetal hoger wordt, tijdig maatregelen kunnen nemen. De ervaring heeft geleerd dat hogere kiemgetallen vrijwel altijd het ge volg zijn van te oude rubberdelen van de melkmachine. Uitbetaling naar kwaliteit op basis van kiemgetal zal t.z.t. worden ingevoerd. Het melkophalen met de rijdende melkontvangst gebeurt volgens een vaste route. Het ligt in de lijn van de ontwikkeling om de melk in de zomer per 2 dagen op te halen en in de winterperiode eens per 3 dagen. Teneinde een inzicht te krijgen van de kosten worden op 20 bedrijven ge gevens verzameld ook wat betreft de benodigde werkzaamheden. In het algemeen zijn de leden zeer tevreden met deze ontwikkeling; een waardigheidsgevoel zal hierbij van invloed zijn. Een goed samenspel tussen fabriek en leden is een vereiste! RESULTATEN VOEDERPROEVEN OP PROEFBOERDERIJ „DE WAAG" TE CREIL (N. O. P.Jt Sinds vele jaren worden op de proefboerderij „De Waag" voederproeven genomen. De laatste ja ren hebben deze deze proeven tot doel om na te gaan hoe de arbeid, die aan het voeren wordt be steed, tot een minimum kan worden beperkt, uiter aard met behoud van de optimale produktie van het vee. Zo is gedurende drie winters nagegaan of het mo gelijk is om alle ruwvoer voor de gehele dag in één keer te verstrekken. Het ruwvoer bestaande uit een gevarieerd rantsoen, werd 's morgens gegeven en 's avonds werd het benodigde krachtvoer verstrekt. Tot veler verrassing bleek dat de koeien snel wen den aan het systeem van één keer per dag voeren. De ruwvoederopname bleef niet achter, vergele ken met de proefgroep, die volgens het normale systeem werd gevoerd.. En ook voor de produktie had het éénmaal daags voeren geen nadelige gevol gen. Later is op de proefboerderij „Selmien" geble ken dat ook wanneer het ruwvoerrantsoen alleen uit hooi en goed kuilvoer bestaat het éénmaal per dag voeren goed mogelijk is. Dit systeem geeft een aanmerkelijke arbeidsbesparing en hierom wordt het ook al op tal van bedrijven toegepast. HET WEEKEND In de veehouderij is het weekend een knelpunt, vooral 's winters wanneer de verzorging van het vee vrij veel tijd vraagt. Het ziet er nog niet naar uit, dat de arbeid tijdens het weekend zal verdwijnen of zal worden verschoven naar andere dagen van de week. Maar wél is het mogelijk om het werk op ztaerdag en zondag zoveel mogelijk te beperken. Wat de voedering betreft zou dit kunnen worden bereikt door maar één soort ruwvoer te geven en wel in één gift per dag. Hooi komt hier het meest voor in .aanmerking, omdat dit in de meeste geval len het gemakkelijkst en het snelst kan worden ge voerd. Maar ook het voeren van enkel voordroog- kuil geeft tijdwinst ten opzichte van een meer ge varieerd rantsoen. DE PROEF 1966—1967 In de afgelopen winter is deze voederwijze in een proef ten uitvoer gebracht. Gedurende twee achtereenvolgende dagen per week werd aan de proefgroep 's morgens enkel hooi gevoerd, 's avonds werd zoveel krachtvoer verstrekt dat het totale dagrantsoen wat voederwaarde betreft, overeen kwam met dat van de kontrolegroep. Tijdens de overige dagen van de week was het rantsoen van de beide groepen gelijk. Het bestond, wat het ruwvoer betreft, uit hooi, voordroogkuil, bietenkoppenkuil en voederbieten. Een belangrijk punt is de drogestofopname uit het eenvoudige rant soen. Welnu, het bleek dat de dertien koeien van de proefgroep tijdens de weekenddagen gemiddeld ruim 11,5 kg ds opnamen in de vorm van hooi. Dit Ir. M. MIEDEMA Rijkslandbouwconsulentschap IJsselmeerpolders was vrijwel hetzelfde als de opname uit het gevari eerde rantsoen gedurende de overige dagen van de week. De produktie van de beide groepen tijdens de hoofdperiode was ongeveer gelijk. De proefgroep, die dus het eenvoudige weekendrantsoen kreeg, produceerde iets meer melk met een iets lager vet gehalte. Wel deed zich in de proefgroep iets meer schommelingen in de produktie voor dan in de kon trolegroep. Getracht wordt om na te gaan wat de oorzaken zijn van deze produktieschommelingen. Hopelijk is dit mogelijk tijdens de voederproef die thans wordt ingevoerd op „De Waag". Deze proef is een herhaling van die van vorig jaar. VOORLOPIGE KONKLUSIES De voederproeven op „De Waag" in 1966/1967 hadden tot doel om na te gaan of tijdens het week end het normale ruwvoerrantsoen kan worden ver vangen door louter goed hooi. In de gehouden proef bleek dit goed mogelijk te zijn. Zowel de opname van het hooi tijdens het weekend, als ook de pro duktie van de proefgroep liet niets te wensen over. Eenvoudig voedering tijdens het weekend heeft het voordeel dat het minder arbeid vraagt. Thans, in deze winter, wordt de proef herhaald; wanneer deze proef eenzelfde verloop heeft, kunnen meer defini tieve konklusies voor de praktijk worden getrok ken. In de loop van dit jaar kunnen nadere bij zonderheden hierover gegeven worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 7