De melkkoeltanks in opmars Ruilverkaveling nu ook in Groningen op gang lOBFj Voor nu en straks: V een veilige OBF-polis! 5 |^E bewering dat binnen luttele jaren het schil derachtige beeld van rekken met blankgeschuur- de melkbussen tegen de gevel van een boerderij tot het verleden zal behoren, lijkt ons wat te ver gaan. Dat deze boerderijen kompleet met melkbussen onder de hoede van Monumentenzorg zullen worden gesteld, is een gedachte die waarschijnlijk nog bij niemand is opgekomen. Toch is de Amerikaans aandoende ontwikkeling in het melkwinningsgebied van de C. Z. „West-Fries land" te Lutjewinkel opmerkelijk. Nauwelijks één jaar nadat in dit gebied werd gestart met het ophalen van dlepgekoelde melk, uit op de boerderijen geplaatste melkkoeltanks, is het eerste 100-tal in dit projekt reeds bereikt. TYPEREND voor de ontwikkeling van de land bouwstructuur in het klei-akkerbouwgebied van Groningen is dat de Groninger Mij van Landbouw een speciale akkerbouwmiddag heeft gewijd aan de ruilverkavelingen, die nu ook daar in het centrum van de belangstelling staat blijkens de grote opkomst en de geanimeerde discussie. Na de inleidingen van de heren T. Meyer Jzn en K. P. Zuideveld, waarin omtrent de moeilijke econo mische positie van dit vanouds vooraanstaand land bouwgebied de diagnose werd toegelicht, besprak de Rijkslandbouwconsulent ir. S. I. van der Wal het ver schil in bouwplan en bedrijfsorganisatie voor en na ruilverkaveling op een bedrijf van 48 hectare met veel minder percelen en sloten, minder bedrijfskosten van ƒ300,a 400,per ha en meer opbrengst, ook door ontsluiting en ruimere vruchtwisseling. In cijfers werd geconcludeerd tot 500 a 600 kg graan meer per ha, resp. 4 h 5 ton meer rooivruchten. Boerderijverplaatsing is een apart kostenvraagstuk en bedrijfsvergroting is maar beperkt mogelijk, tenzij door samenwerking in de bedrijfsvoering, in diverse vormen. De stand van zaken is in Groningen nu dat 9000 ha gereed is, 13.500 ha in uitvoering, 30.000 ha in voor bereiding en 23.000 ha aangevraagd. Bij het nu algemeen geworden maaidorsen verschilt het bedrijfsresultaat op een bedrijf van 50 ha met per celen van bijv. 2 of 5 ha 7000 h f 8000. Een viertal landbouwers met een modern verkaveld bedrijf te Meidhuizen, Zijldijk, Bellingwolde en Blij- ham vertelde daarna leerzame en interessante ervarin gen over de voorspoed in bouwplan, gecombineerd met minder graan, meer hakvruchten, kunstweidenjen veehouderij, voorts lucerne, graszaad, andere zaderijen en peulvruchten en de tegenslag door wateroverlast en structuurschade. In het Oldambt is het doorbreken van de lange op- strekkende percelen met in één geval 10 kilometer minder sloot! De meeropbrengst en de kosten van in een ander geval 58,per ha gedurende 30 jaar kunnen uiteraard moeilijk exact worden vergeleken. In een zeer geanimeerde forumdiscussie lichtte ir. C. de Graaf van de Cultuurtechnische Dienst diverse vraagpunten toe en één van de forumleiders wees op de mentale stimulans die ruilverkaveling op de boe renstand uitoefent. Me. Een OBF-polis: veilig en vertrouwd! Deze „jubileumtank" staat opgesteld op het bedrijf van de heer N. L. Kraakman te St. Maartensbrug en kan een hoeveelheid van 3400 liter melk bevatten. Dat wil zeggen dat deze tank geschikt is voor het op slaan van 5 melkmalen en dat deze melk, óók in de zomer, konstant op een temperatuur van 4° C. wordt gehouden. Het aantal koeien waarvan de heer Kraakman verwacht dat ze de tank onophoudelijk vul len is bepaald op 60 en staan in een keurige door hemzelf gefinancierde stal. De hier geplaatste Mueller koeltank is van het zgn. open type en wordt door een rijdende melkontvangst van de C. Z. te Lutje winkel (binnenkort wordt de derde aangeschaft!) op geregelde tijden leeggehaald. Het reinigen van de tank, een zeer belangrijk facet van tankmelken, kan onmiddellijk daarna geschieden door een vol-auto- matisch reinigingsapparaat dat door de melkophaler binnen enkele seconden kan worden aangesloten. De investering, welke de tankleden aldaar zich ge troosten zijn groot: alleen voor de tank gemiddeld al 11.500. Toch schrikt het de leden niet af; wel vra gen zij zich af of het overheidsbeleid niet meer ge richt kan worden op deze tankmelkprojekten, die toch zo belangrijk zijn voor de kwaliteit van de melk ener zijds en de structuurverbetering van de veehouderij anderzijds. Het beleid van het Ontwikkelings- en Sanerings fonds betreffende veestaliing, verbetering van het meiKlokaal e.d., gaf de veenouders enige steun met betreKKiüg tot nun eigen gedachten over rationali sering. Deze steun ontoreeKt nu geheel. De steun weine net Ontwikkelings- en Saneringsfonds heeft ge geven aan de zeven proerprojekten met tanks en rij dende meikontvangsten heeft geen direkte structuur verbetering in de hand gewerkt. Het geven van subsidie op tanks heeft weinig zin, daar bij een goede afzet de fabrikanten wel bereid zijn om hun prijzen te laten dalen. Ook de afgesloten heid van de proefgebieden, waarbij iedere veehouder in dat gebied ingeschakeld werd kan voor de oudere en kleinere veehouder weinig zin gehad hebben. De veenouder heeft eenter benoerte aan steun om in de verouderde bedrijfsgebouwen een koelruimte te creëren en aan erfverharding bij zijn bedrijf om het bereikbaar te maken voor de rijdende melkontvangst. Allerwege wijst men er steeds op dat, wil de melk veehouderij in ons land een toekomst in de E. E. G. voor zich behouden, kwaliteit, produktie en kostprijs dè faktoren zijn die niet geëvenaard mogen worden. De kwaliteit van de melk, als grondstof voor con- sumptiemelkprodukten, kaas, boter en andere zuivel- produkten moet, wil men de consument het beste voedingsartikel bieden, uitstekend zijn. De weg van producent naar consument kan dan ook niet anders dan door middel van koeling van het zo tere produkt melk, bewaakt worden. De produktie en kostprijs, nauw met elkaar verbonden, kunnen al leen gunstig beïnvloed worden indien de gebonden heid aan de verwerkingstijden van het zuivelbedrijf losgelaten kunnen worden. De melktank met koel machine biedt de veehouder de gelegenheid om de genoemde faktoren in zijn voordeel aan te wenden. In het werkgebied van Lutjewinkel is ook duidelijk gebleken, dat het in gebruik nemen van een koeltank niet hoeft in te houden dat men tegelijkertijd een één- of tweeleiding melksysteem moeten laten aan leggen. Slechts 48 beschikt hier over. Diverse tanks en koelsystemen staan opgesteld, zij leiden allemaal tot prima gekoelde melk. DE TANKMELKONTWIKKELING De animo voor de tankmelkerij blijft toe nemen. Dit blijkt uit het feit dat ongeveer 45 miljoen kg melk in een gekoelde tank op de boerderij terecht komt. Het steeds duur der worden van de menselijke arbeid maakt de verschuiving naar machinale arbeid steeds meer nodig. Daar ons loonpeil betrekkelijk lang op een laag niveau stond, heeft het tank- melken in Nederland lange tijd op zich laten wachten. Door het Ontwikkelings- en Sane ringsfonds worden op dit moment 7 tank- melkprojecten gesubsidieerd. Bij een melk- produktie van 130.000 kg melk per jaar be dragen de investeringskosten in de tank 1 cent per kg melk, terwijl de elektriciteits- kosten voor koeling-, de onderhoud- en rei- nigingskosten ongeveer 0,3 cent per kg melk bedragen. Hierbij gaat men ervan uit dat een melklokaal aanwezig is en de tankauto op het erf kan komen. Indien hiervoor geïnves teerd moet worden, dan komen die kosten er nog bij. De melktank op zich geeft echter geen arbeidsbesparing, maar wél duidelijk een arbeidsv er lichting en minder gebonden heid aan de tijd van de melkrijder. Het vee houderijbedrijf wordt hierdoor sociaal aan trekkelijker. Daarnaast kan de melkfabriek tot een grote besparing komen door 't slechts 3 d 4 keer per week ophalen van de melk met de tankauto. De C. M. C. verwerkt nu per jaar 12 miljoen kg melk uit boerderijtanks, die geleverd wordt door 85 boeren. Daar voor rijden 2 tankauto's met aanhanger, die elk ruim 5 miljoen kg melk per jaar ver voeren, terivijl een derde tankauto thans 2 miljoen kg ophaalt bij ver afgelegen en ver spreide leveranciers. Een normale bussenauto verwerkt per jaar ruim 2 miljoen kg melk. De ontvangst van diepgekoelde tankmelk op de fabriek geeft eveneens een flinke bespa ring van arbeids- en apparatenkosten. De besparing op de transportkosten kan op 0,4 cent per kg melk becijferd worden en bij de ontvangst in de fabriek op ruim 0,8 cent Hierdoor wordt de C. M. C. in staat gesteld de tankmelker een toeslag te geven van 1J25 cent per kg melk, waardoor de kosten van de veehouder gedekt zijn. Belangrijk is hier bij dat de kwaliteit van de gekoelde melk aanmerkelijk beter blijkt te zijn. De kwaliteit van de C. M. C.-tankmelk wordt niet vast gesteld aan de hand van de reductaseproef maar wel door de bepaling van de bacterio logische gesteldheid van de melk. R.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 5