r
De Europese melkplas
VRIJDAG 2 FEBRUARI 1968
56e Jaargang No. 2916
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tninhouw en Yeeieell in Zeeland
v-
Ook al is het voor de boer nog de rustige tijd, vooruitzien en doen wat er gedaan kan worden komt de oogst van straks weer ten
goede. Het bouwplan moet nu toch wel definitief worden vastgesteld en voorzover nog niet gedaan de kunstmest- en zaaizaad
bestellingen de deur uit. Meer hierover en over de voorjaarswerkzaamheden op de pagina's 9 en 10 van dit nummer.
Ir. C. S. KNOTTNERUS
V/ORIGE week hebben de Ministers van Land-
bouw in Brussel weer vergaderd. De boos
heid over het Franse veto t.a.v. Engelands toe
treding is dus blijkbaar zover geluwd dat verder
werken aan de verdragsverplichtingen mogelijk is.
Het was ook wel de hoogste tijd, want voordat op
1 april a.s. de melk- en rundvleesverordeningen
voor de vrije markt in werking kunnen treden moet
er nog heel wat worden geregeld. Tot nu toe had
de Commissie van de Europese Gemeenschappen
de betreffende voorstellen nog steeds in de lade
gehouden. Waarschijnlijk vroegen politieke aktivi-
teiten teveel tijd van de leden van de Commissie om
zich ook nog over melk te kunnen beraden. De voor
stellen liggen nu op tafel en de discussies kunnen
beginnen. Het is te hopen dat er niet te veel con
troversen zullen rijzen tussen de lidstaten, want dan
zullen er wel te weinig werkdagen voor de Minis
ters gevonden kunnen worden om alles op 1 april
voor elkaar te krijgen.
NEDERLANDSE ERVARINGEN
X/AN de zijde van dr. Mansholt worden er al
v voldoende moeilijkheden aangedragen. Eén
daarvan is belangrijk genoeg om ons er eens over
te beraden, n.l. de stijgende kosten van het zuivel
beleid door de zich steeds uitbreidende melkplas.
Wij herinneren ons dit probleem en de discussie
daarover natuurlijk nog wel uit de tijd van onze na
tionale melkpolitiek, nu ongeveer een jaar of tien
geleden. Wij zouden dus de argumenten van toen
allemaal weer opnieuw op kunnen sommen. Wij
horen in dr. Mansholts betoog ook weer dezelfde
argumentatie die ons toen nationaal werden voor
gehouden: met de prijzen is niets meer te bereiken,
het moet nu over de boeg van de struktuurpolitiek.
Ook toen heeft deze discussie ettelijke jaren ge
duurd. Het resultaat was een lage melkprijs die
ook voor boeren die de ontwikkeling bij wensten te
houden te laag was en het ontstaan van het Ont-
wikkelings- en Saneringsfonds. Wij kunnen hier,
dacht ik, lering uit trekken.
In de eerste plaats dat de lage melkprijs voor onze
hele boerenstand zodanige slechte gevolgen.had
dat hij na enkele jaren drastisch moest worden ver
hoogd. Misschien niet enkel op economische, maar
ook op politieke gronden.
In de tweede plaats dat de instelling van het Ont-
wikkelings- en Saneringsfonds zoals 14 dagen
geleden op deze plaats werd uiteengezet een
gunstige invloed heeft uitgeoefend. Misschien ook
weer niet in economisch opzicht maar dan toch
vooral door het feit dat iedereen met de neus op de
feiten gedrukt werd. In de derde plaats, en dat Is
nu ook heel belangrijk, dat de discussies over deze
materie jaren kunnen aanhouden. Wanneer wij ons
dit goed bewust zijn, dan geloof ik dat wij de Minis
ters van Landbouw en de Commissie deze feiten
nogmaals in hun welwillende aandacht moeten aan
bevelen.
LERING VOOR DE E. E. G.
~7 IJ zouden daaruit in de eerste plaats de con-
clusie kunnen trekken dat het geen zin heeft
om de discussies over de zich uitbreidende melk
plas te willen houden voordat men tot regeling van
de vrije markt voor melk en rundvlees overgaat. Dan
zou die vrije markt vóór 1 april 1970 nog niet klaar
zijn.
In de tweede plaats dat een Europees Ontwikke-
lings- en Saneringsfonds bijzonder nuttige diensten
zou kunnen bewijzen. Er bestaat immers al een
soort ontwikkelingsfonds en men is druk bezig om
als Gemeenschap ontwikkelingsprogramma's uit te
voeren. Een saneringsgedeelte hieraan verbonden
zou een wel nuttig effekt kunnen hebben.
In de derde plaats, en dat is vooral voor Neder
land als zuivelland belangrijk, dat men met de prijs
alleen een wassende melkstroom niet kan indam
men. Vooral wat dit laatste punt betreft is het goed
te beseffen dat wij nu spreken over een Europese
melkprijs. In Nederland was de situatie 10 jaar ge
leden anders. Wij zien nu duidelijk een tendens naar
grotere veestapels. Ik zag hier onlangs cijfers over
van de provincie Noord-Brabant, die duidelijk in die
richting wijzen.
(Zie verder pagina 3.)