VRIJDAG 26 JANUARI 1968
56e Jaargang No. 2915
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland
K. N. L. C.
Brussel en de produktschappen
Evenalc vorige jaren was ook deze keer de belangstelling voor de jaarlijkse Zeeuwse spuitdag te Goes weer bijzonder groot
Vier sprekers vroegen in hun inleidingen speciaal de aandacht voor verantwoord spuiten! Deze week op pagina 9 de belang
rijkste gegevens uit de inleiding gehouden door ir. M. Heuver, die sprak over de „Ervaringen in 1967".
WELE nieuwjaarstoespraken hebben we weer,
zoals gebruikelijk, moeten ondergaan. Daar
onder waren ook de verklaringen van een aantal
voorzitters van produktschappen. Het viel ons op,
dat deze heren meer of minder uitvoerig bespraken,
welke invloed hun produktschap en hun sektor on
dervindt van E.E.G.-regelingen in het kader van het
gemeenschappelijke markt- en prijsbeleid. Dit is
natuurlijk allerminst verwonderlijk. De Nederlandse
produktschappen voerden in ons nationale land
bouwpolitieke bestel een marktordenend beleid.
Voor een groot deel moesten zij zich min of meer
voegen naar de grote beslissingen, die de overheid
met betrekking tot de prijzen had genomen. Voor
een ander deel hanteerden zij geheel zelfstandig
financiële en andere middelen om regelend in te
grijpen op te sterk wisselende markten van land
en tuinbouwprodukten.
Toen Brussel dus een gemeenschappelijk prijs-
en marktbeleid op poten zette, gingen vanzelfspre
kend de produktschappen dat direkt aan den lijve
voelen. Dat brengt de noodzaak van aanpassing
met zich mee en dat zoiets bij reeds lang gevestig
de instellingen niet zonder moeilijkheden gaat, laat
zich denken.
Wij lazen de nieuwjaarstoespraken van de voor
zitters van akkerbouwprodukten, van vee en vlees
en van zuivel en proefden daaruit dit soort aanpas
singsmoeilijkheden. Enkele uitspraken in dit ver
band nopen naar onze mening toch tot het maken
van een kanttekening.
BETUTTELING
"70 bijv. het bezwaar, dat de heer Van Beuke-
ring, voorzitter van het Hoofdproduktschap
voor Akkerbouwprodukten en andere akkerbouw-
produktschappen, heeft tegen ,,de betutteling door
Brussel". Hij zegt de indruk te hebben, dat de pro-
duktiviteitsbevordering niet is gediend met de te
sterke centralisatie en te grote verfijning van het
uitvoeringsbeleid in Brussel. Zo'n uitspraak nu is
geschikt om tot misverstand aanleiding te geven.
Het schimpen op de pakhuizen vol bureaucraten
en weinig produktieve ambtenaren in Brussel is
toch al een geliefkoosde bezigheid. (Dat geldt overi
gens niet alleen wat Brussel aangaat.)
Het ware goed geweest als de heer Van Beuke
ring zich wat voorzichtiger had uitgedrukt. En met
name toch ook had gewezen op een andere kant
van deze Brusselse bemoeizucht. Het is namelijk
wel van belang, dat door de E.E.G.-Commissie zo
goed mogelijk wordt voorgeschreven waaraan de
nationale uitvoeringsorganen zich te houden heb
ben. Anders zouden gemakkelijk nationale toepas
singsmethoden kunnen worden gehanteerd, die
stiekem een stukje vrijheid van de markt teniet doen
en concurrentievervalsend werken.
Door de gemeenschappelijke marktordening
vanuit Brussel zijn onze produktschappen natuurlijk
nog veel meer dan vroeger tot zuivere uitvoerings
organen geworden. Zij behoeven nauwelijks meer
eigen (bestuurs)beleid te voeren. Zit daar misschien
de moeilijkheid van de „betutteling"?
TAAK VAN BEDRIJFSLEVEN
QMDAT de éne graanmarkt al helemaal een feit
is, heeft men bij Granen, Zaden en Peul
vruchten natuurlijk al wel de meeste ervaring met
Brusselse regelingen. Anders is dat gesteld met
het produktschap voor Zuivel, dat een grotendeels
markttechnische beschouwing geeft over de mo
gelijkheden en moeilijkheden als straks de ge
meenschappelijke zuivelmarkt in werking treedt.
Voorzitter Van Dam maakt in dit verband een ty
perende opmerking'voor de situatie in onze vader
landse zuivelsektor. Hij zegt, dat het bestuur van
het produktschap steeds heeft getracht „misschien
wel eens met een te angstvallige zorgvuldigheid"
niét de een of andere produktierichting door zijn
maatregelen te bevorderen, maar een evenwichtige
ondersteuning na te streven. Hij betreurt, dat door
het regeringsbesluit om geen melkpoederinlevering
goed te keuren, het einde van de nationale regelin
gen zo ongelukkig verliep.
(Zie verder pagina 3.)