Mechanisatie noc
R.A.I. 1968
12
NA ons bezoek aan deze grote werktuigententoonstelling kwamen wij tot de konklusie dat de me
chanisatie in de landbouw inderdaad nog volop in ontwikkeling is. Vele duizenden mensen heb
ben vorige week dit evenement bezocht. Daarna is ieder met zijn (of haar) eigen gedachten hierover
huiswaarts gekeerd. Niet iedereen heeft op de R. A. I. een afgerond recept gevonden dat pasklaar was
voor de vraagstukken van het eigen bedrijf. Dat kan praktisch ook niet. Veel meer is het een unieke
gelegenheid om zich van talrijke ontwikkelingen op de hoogte stellen. Alvorens een verantwoorde keu
ze te kunnen maken dient men immers te weten welke mogelijkheden er zijn. Daarna kan de techniek
op ekonomisch verantwoorde wijze in de bedrijfsorganisatie worden ingepast. Uiteraard hadden een
(klein?) deel van de bezoekers hun problemen reeds tevoren bestudeerd. Deze konden meteen vast
stellen of een werktuig wel of niet in het geheel zou passen. Anderen zullen echter de beslissing later
nemen na alles nogmaals gewikt en gewogen te hebben. Van verschillende standhouders vernamen wij
dat de bezoekers zeer geïnteresseerd waren, doch dat slechts op beperkte schaal zaken werden ge
daan. De vrij lage- tot matige prijzen van akkerbouwprodukten is ongetwijfeld ook van invloed op aan
schaf of vervanging van werktuigen. Niettemin willen we gaarne even aandacht vragen voor machines
en werktuigen die vooral voor ons gebied van betekenis zijn. Het is daarbij bepaald onmogelijk om
een volledig beeld van de gehele tentoonstelling te geven.
TREKKERS
ï\E trekker vormt dikwijls een centraal punt in
de mechanisatie van het bedrijf. Terecht
wordt dan ook steeds meer aandacht besteed aan
de gebruiksmogelijkheden van trekkers. Naast mo
torvermogen zijn versnellingen, hydraulischein
stallatie en bandenmaten van veel betekenis. Vele
merken bieden thans een grote serie met diverse
mogelijkheden. De laatste tijd worden de series
uitgebreid met trekkers die groter vermogen heb
ben en met typen die een bepaalde leemte in de
serie moeten aanvullen. Gepaard gaande met een
groter vermogen neemt het gewicht en de belang
stelling voor vierwielaandrijving toe. In de prak
tijk blijkt dikwijls dat het beschikbare vermogen
onvoldoende kan worden benut voor trekkracht.
Veelal zijn twee wielen beschikbaar om de kracht
op de grond over te brengen. Het lijkt voor de hand
liggend om dan het aantal aandrijvende wielen te
vergroten. De totale trekkracht wordt echter niet
alleen bepaald door het aantal wielen maar vooral
ook door de druk die hierop wordt of kan worden
uitgeoefent, door de bandenmaat en het -profiel
van de band. Het extra effekt van voorwielaandrij
ving op traditioneel gebouwde trekkers valt in de
praktijk nogal eens tegen doordat zowel de belas
ting als de bandenmaat beperkt blijven. Extra druk
op de achterwielen als gevolg van automatische
GRONDBEWERKING
breed waren, zodat de bodemdruk slechts 0.15 kg
per cm2 bedraagt bij een totaal gewicht van 4500
kg. Verder toonde men o.a. de Ford 5000, 6-cylinder
die een vermogen heeft van 80 pK en desgewenst
met voorwielaandrijving kan worden geleverd. Van
Fiat werd het nieuwe type 550 getoond (55 pK) met
wisselstroomgenerator, roterende brandstofpomp
en onafhankelijk inschakelbare aftakas.
Inplaats van de 8/2 versnellingsbak kan een 12/3
bak worden geleverd waarmee snelheden vanaf 600
m per uur mogelijk worden. Ook alle andere be
kende merken toonden hun deels nieuwe series.
De ploegen zijn de laatste tijd veel veranderd en
ook veel verbeterd. De veranderingen hebben
hoofdzakelijk betrekking op ristervormen en rui
mere bouw.
Het is reeds veelvuldig gebleken dat het belang
rijke ploegwerk hiermede inderdaad een flinke
stap vooruit is gegaan. Voorts zijn hierdoor ook de
mogelijkheden groter geworden: minder verstop
ping, beter gras onderploegen, minder gevoelig
voor rijsnelheid enz. Ook worden ploegen gebouwd
met veel scharen hetgeen rechtstreeks verband
houdt met de beschikbare trekkracht, de prestatie
per man en de vergroting van de ploegkapaciteit.
ZAAIEN EN POTEN
De belangrijkste ontwikkelingen bij zaai- eti
pootmachines hebben betrekking op vergroting van
de werkbreedte en verdere technische perfektie.
Bij verschillende aardappelpootmachines is een be
langrijke verbetering tot stand gekomen doordat de
voorraadbakken zijn vergroot tot ca. 100 kg. Tege
lijkertijd is de vorm van de bakken enigszins ver
anderd zodat het vullen gemakkelijker kan ver
lopen. Van Cramer en Cruse zagen we pootmachi
nes met zes elementen. Niet iedere trekker zal deze
machines, met gevulde bakken, op de hefinrichting
kunnen dragen.
Zaaimachines met grote werkbreedte zagen we
o.a. van Nordsten en Nodet. Ook enkele andere mer
ken kunnen grotere werkbreedten dan 3.00 m leve
ren. Wellicht is de behoefte hieraan niet zo erg
groot temeer omdat met de diverse nieuwe typen
zaaimachines ook sneller kan worden gereden. Een
Stegsted-machine was uitgerust met een aanbouw-
kunstmeststrooier. Bij deze laatste kan de hoeveel
heid kunstmest worden geregeld door een schuif-
radsysteem.
De precisiezaaimachines voor bieten hebben geen
wezenlijke verandering ondergaan. Het ziet er naar
uit dat in de komende jaren op het gebied van bie
tenzaad meer zal veranderen dan op dat van de
zaaimachines.
AARDAPPELROOIMACHINES
In ons gebied zijn de oogstmachines voor aard
appelen van veel betekenis. We hebben gezien
dat vele bekende merken en typen rooimachines
wederom zijn verbeterd. Amac gaat verder met
de D-serie. De éénrijige D 1 is reeds enkele jaren
bekend. De D 2 zal de plaats van de C 2 gaan
innemen. Deze tweerijer is o.m. uitgerust met
een traploos verstelbare kluitenbreker. De ééndeli
ge afvóertransporteur zal de afvoer, en dus ook de
kapaciteit, in gunstige zin beïnvloeden. Ook de B.A.
V.-machine is op het punt van de afvoer gewijzigd.
Voorts is onder de looftransporteur een afscherm-
r^- -V .v.v.v .;.v -•
De nieuwe MF 178 trekker; motorvermogen 72,5 pk bij 2000 toeren en
62 pk bij 540 toeren van de aftakas.
Krone brengt een nieuwe frees (1.50 m) met grotere diameter van
de freesas en vier versnellingen.
gewichtsoverdracht en trekkrachtregeling b.v. bij
ploegen, ontlast dikwijls tegelijkertijd de voorwie
len.
Trekkers met vierwielaandrijving zouden daar
om veelal anders gebouwd moeten zijn. In verhouw-
ding tot het motorvermogen worden de handen-
maten eerder kleiner dan groter. Als trekkers van
60 a 75 p.k. dezelfde bandenmaat hebben als die
van 50 p.k. dan zal de trekkrachtprestatie relatief
niet zoveel toenemen. Daarom zouden de banden
maten beter bij het vermogen moeten worden aan
gepast.
Uiteraard kan het beschikbare vermogen via de
aftakas wel worden benut. Van diverse merken
werden nieuwe trekkertypen getoond. De trekkers
van Lely, en Eicher met hydrostatische aandrijving
trokken veel belangstelling. Hiermee kunnen alle
snelheden van nul tot maximum traploos worden
geregeld.
Verder zagen we de nieuwe MF 178 en MF 175 S,
de opvolgers van het type 175; de Cormick 353 in
de 35 pK klasse en de Cormick 624 met vierwiel
aandrijving. Bepaald spektakulair was de Ford
County met vier grote wielen die ieder 106 cm
Enkele 4-scharige Rumptstad wentelploegen wer
den in onze provincie reeds in gebruik genomen. Op
de stand van Cappon zagen we de nieuwe hydrau
lische wenteling toegepast, die tegen geringe meer
prijs leverbaar is, alsmede een nieuwe ruimer ge
bouwde stoppelploeg. Interessant blijft ook hun
zware kultivator met vaste tanden die leverbaar is
met werkbreedten van 2.20 m tot 5.00 m. Van de
laatste zijn de buitendelen voor transport opklap
baar, hetgeen met behulp van trekveren en een
simpele handbeweging gemakkelijk kan worden
uitgevoerd.
Aangedreven eggen en kombinatiewerktuigen
waren er te kust en te keur. Naast oude bekende
typen zoals Structural, Stimegg en Vicon was het
aantal tweebalks schudeggen wederom uitgebreid.
Van deze laatste groep kwamen vorig jaar reeds
verschillende merken op de markt. In vele gevallen
waren deze machines nu aanmerkelijk zwaarder
uitgevoerd. Hopelijk zullen ze straks ook voldoen
de sterk blijken. Op enkele stands zagen we ver
schillende kombinaties met een tweebalks aange
dreven eg, b.v. met een zaaimachine, met aanaar-
ders en met verkruimelrollen.
plaat aangebracht waardoor de machine onder deze
plaat beter schoon zal blijven. De Romas hydro II
is op diverse onderdelen geperfektioneerd. Trans
port- en afvoerbanden zijn verbeterd en groter ge
maakt; desgewenst is de draaisnelheid, binnen be
paalde grenzen, traploos regelbaar. De wagentrans
porteur is bevestigd op een draaibaar platform
waardoor deze band voor transport gemakkelijk in
de lengterichting kan worden gedraaid.
Mede in verband met de grotere kapaciteit is ook
het vermogen van de aandrijvende hydromotoren
vergoot. Krakei heeft de machine uitgerust met
verstelbare kunststofstrippen die in de plaats treden
van de z.g. vingermatten. Aan de tweerijige Krakei
kan nu ook een aanbouwloofklapper worden ge
leverd.
De Grimme-machines zijn ook gedeeltelijk ver
anderd. Op de éénrijige (type Super) kan nu een
grote verzamelbak worden geleverd (inhoud 1800
a 2.000 kg) die zowel rijdens als stilstaand kan wor
den gelost. De bak is uitgerust met een rolbodem.
Het tweerijige type V2RE (zonder opvoertrom-
mel) is nu in twee uitvoeringen leverbaar; met z-j-