Groentegewassen
op het
akkerbouwbedrijf
Veelheid van onderwerpen in vergadering
Prov. Raad voor bedrijfsontwikkeling in de landbouw
Verantwoord spuiten
KORTE WENKEN
TO"\W^W".V X- -X<"a\\vSv V.VAv
I
Ir. D. MEIJAARD - L.E.I. te Den Haag
I\E groenteelt in de volle grond is door het stel-
sel van teeltregelingen en erkenningen
dat in de dertiger jaren werd ingesteld een
tamelijk beschermd terrein geweest. Dit stelsel
heeft de ontwikkeling in deze bedrijfstak afge
remd. Ook het Nederlandse veilingssysteem (veil
plicht) heeft in deze niet stimulerend gewerkt. We
zien dan ook dat de ontwikkeling in Nederland
trager is verlopen dan in het buitenland, waar
zowel teelt als afzet minder of in het geheel niet
aan banden is gelegd.
MATIG PERSPEKTIEF
De bedrijfsuitkomsten van de vollegrondsgroen-
teteeltbedrijven zijn zeer matig te noemen. De
L.E.I.-cijfers van de Zuidhollandse eilanden, Noord-
Brabant en Noord-Holland demonstreren dit dui
delijk. Verder zijn de opbrengsten erg wisselval
lig en bestaat er een groot prijsrisiko. Bij toe
neming van de welvaart neemt de konsumptie
van groente zoals kool, bonen, wortelen, peen en
kroten af.
De vollegrondsgroenteteeltbedrijven worden in
het algemeen onvoldoende efficiënt gevoerd. Dit
komt doordat deze bedrijven te klein zijn om de
technische ontwikkelingen te kunnen volgen. Dit
is het zgn. „kleine tuindersvraagstuk". Deze be
drijven zullen zich moeten aanpassen. Wanneer
dit niet mogelijk is qua oppervlakte zul
len ze onherroepelijk verdwijnen.
De teelt van winterwortelen is bezig een arbeidsextensief gewas te worden
SLECHTS PLAATS VOOR EEN
BEPERKT AREAAL
De extensieve gewassen zien we verhuizen
naar de grotere bedrijven. Omdat de markt heel
vlug verzadigd is kan de vollegrondsgroenteteelt
slechts voor enkele akkerbouwbedrijven een op
lossing geven. Er moet steeds in het oog gehou
den worden dat een uitbreiding van betekenis
de kans op prijsverlaging zeer groot maakt.
Gewassen als konserven-doperwten, stamsla-
bonen, spinazie, tuinbonen, boerekool, knolsel
derij witlofwortelen, prei en spruitkool, passen
teelttechnisch goed pp het akkerbouwbedrijf. Ze
betekenen echter geen intensivering van het be
drijf en bieden geen hogere saldo's dan granen.
Waspeen is een produkt dat meer thuishoort op
de duinzandgronden. De aardbeienteelt wordt dik
wijls belemmerd door een tekort aan plukkers.
KONKLÜSIE
Samenvattend kan gesteld worden dat de pro-
duktiestruktuur op de vollegrondsgroenteteelt-
bedrijven bij de ontwikkelingen ten achter is ge
bleven. Grote bedrijven zullen sommige teelten
dienen over te nemen. Het geldt echter slechts
voor een beperkt aantal bedrijven.
De meeste voor de hand liggende groenteteel
ten voor het akkerbouwbedrijf zijn knolselderij,
spruitkool, prei en witlof. Men moet er echter
rekening mee houden dat de uitkomsten van deze
teelten erg wisselvallig zijn en niet altijd bijdra
gen tot verhoging van het arbeidsinkomen.
DEN groot aantal onderwerpen passeerde de
Raad in zijn eerste vergadering in het nieuwe
jaar. onder leiding van vice-voorzitter A. Lorier.
Voorzitter J. Kakebeeke was namelijk verhinderd
in verband met de leiding van de Zeeuwse ontwik
kelingsdag voor de fruitteelt die samenviel met de
Raadsvergadering. Zo nam de Raad met waarde
ring kennis van de aanzienlijke bijdrage die door
het bestuur van de Stichting O.- en S. fonds zal
worden verleend aan de Coöp. Koelhuisvereniging
„Sint Maartensdijk G.A.".
Evenzeer was de Raad ingenomen met de in uit
zicht gestelde bijdrage in verband met de aanschaf
van invries apparatuur voor bewaring van diepvries
sperma in tabletvorm van de K.I.-verenigingen in
Zuid-Holland en Zeeland. De Raad verwacht van
dergelijke bijdragen, die meer kollektief gericht
zijn, een groter ontwikkelingseffekt dan van de
bijdragen op de individuele bedrijven.
Vastgesteld werden het werkprogramma en de
begroting voor 1968 zowel van het onderzoek als de
voorlichting van de Stichting voor de Bedrijfsont
wikkeling. Hetzelfde kan gesteld worden ten aan
zien van de streekontwikkeling StoppeldijkWals
oorden. Het jaarprogramma van de technische voor
lichting aan land- en tuinarbeiders verkreeg na uit
voerige bespreking de instemming van de Raad.
VEEL waardering had de Raad voor de aktivitei.
ten rondom de arbeidsvoorlichtingskern „Tho-
len" 19611965, die aan de hand van het eindver
slag beknopt behandeld werden door de heer M.
Murre, bedrijfsdeskundige voor de akkerbouw by
het Rijkslandbouwkonsulentschap voor de Zeeuwse
Eilanden.
Niet in de laatste plaats tenslotte nam de Raad
met veel belangstelling kennis van enkele publika-
ties. Wij noemen: het verslag van een in augustus-
september gemaakte studiereis over de fruitteelt in
Frankrijk en Noordoost-Spanje; het verslag van 'n
interne studiedag over groenteteelt op landbouw
bedrijven; gegevens omtrent melkwinning en
.onderwijs in Zeeland over 1967en melkproduktie-
kontrole in Zeeland 19661967.
BIJ DE UITSLAGEN van de bedrijfseconomische
boekhoudingen blijkt dat de voederkosten per koe
uiteen lopen van 400,tot f 800,bij praktisch
dezelfde melkgift. Lagere voederkosten bereikt
men door ruwvoederprodukten te winnen van een
goede kwaliteit. Wegen van het voer en berekenen
van het rantsoen leidt tot beter rendement.
EEN VERKEERD BOUWPLAN geeft een slechte
vruchtopvolgïng. Een slechte vruchtopvolging geeft
meer plantenziekten en onkruid. Daardoor krijgt
u lagere opbrengsten. De winst valt tegen. Laat het
nooit zover komen. Maak voor uw bedrijf een goed
vruchtopvolgingsplan, niet alleen voor 1968, maar
ook voor de volgende jaren.
OP GOEDE KLEIGROND, die vrij is van bieten-
cystenaaltje, is het volgende, intensieve bouwplan
mogelijk. Een vierde van het bedrijf met aardappe
len, een vierde met bieten en tweevierde deel met
tarwe. De tarwe kan ook gedeeltelijk gerst zijn. De
vruchtopvolging is dan: bieten-tarwe-aardappelen-
tarwe. Na vier jaar begint u weer van voren af.
(Vervolg van pag. 9)
bruiken. Is Ramrod gespoten vóór opkomst dan kan
na opkomst zowel Alicep als Ramrod dienst doen.
Alicep in geen enkel geval op gronden met minder
dan 25 afslibbaar.
BIJ DE UIEN!
HET FOSFAAT IN KORRELVORM1GE mest
stoffen, dat niet in water oplosbaar is, werkt op
kalkrijke en fosfaatarme kleigrond onvoldoende.
Strooi hier dan ook geen fosfaatammonsalpe ter,
omdat het fosfaat hiervan maar voor de helft in
water oplosbaar is. Veel beter voldoet stamifert
23-23-0 waarvan het fosfaat voor 90 in water op
losbaar is.
EEN KALF DAT OPGEFOKT is met 300 kg
kunstmelk en 200 kg krachtvoer tot een half jaar,
kunt u aan al uw buren en familieleden laten zien.
Zij zullen u toegeven dat in dit kalf meer toekomst
zit dan in een dier dat 2 of 3 keer zo veel melk heeft
gekregen. Hooi en krachtvoer, reeds op een jonge
leeftijd opgenomen, geven het dier een goede ont
wikkeling van de pens.
GOOI HET GELD NIET OVER DE BALK. Een
goed opgefokt kalf moet niet meer 250 a 300 liter
melk krijgen gedurende de eerste 9-12 weken. Daar
na kan het dier het stellen zonder dit produkt. Leer
het kalf vroeg krachtvoer opnemen zodat het hier
van op een leeftijd van drie maanden V/z kg per
dag opvreet. Dergelijke kalveren zijn „harder" en
groeien op een leeftijd van een half jaar beter door.
MET name bij zilveruien maar ook waar men de
zaaiuien totaal zonder handwerk wil telen,
zal in vele gevallen een behandeling met Reglone
of Gramoxone vlak voor de opkomst van de uien,
op zijn plaats zijn. Dit zal met name het geval zijn
in een droge periode waarin Ramrod en Alicep min
der goed werken.
Terecht werd er vanuit de vergadering nog op
gewezen hoe groot de risiko's zijn van chloor-IPC
in de buurt van vlas of bloeiend graszaad- en tarwe-
percelen.
Overigens is er bij toepassing van de normale
hoeveelheid chloor-IPC op té kleine uien ook kans
op schade aan de uien zelf, zoals in 1967 bleek. Dit
onderstreept nogmaals de voordelen van een voor-
opkomstbehandeling met Reglone of Gramoxone.
Temeer daar een goed, bedrijfszeker kontakther-
bicide (verbrandingsmiddel) voor na-opkomstbe-
handeling in feite nog niet aanwezig is. Bij kalium-
cyanaat luisteren weersomstandigheden en grootte
van de onkruiden bijzonder nauw. Genalon 5/20
geeft bij het niet afgehard zijn van de uien flinke
kans op schade, terwijl ioxynil en natrium-DNOC
alleen in noodgevallen misschien dienst kunnen
doen. Tenslotte is dan zwavelzuur, wat uitrusting
betreft, een hoofdstuk apart.
Tegen wortelonkruiden zoals paardestaart (op
z'n Zeeuws: kattestaert) is er bij uien nog maar één
advies: hakken!!
(Wordt vervolgd.)
OP DE ZWAARDERE KLEIGRONDEN zijn er
heel wat percelen, waarvan de aansluiting van de
ploegsneden nog te wensen overlaat. Om een betere
aansluiting te krijgen, zodat bij de bewerking in het
voorjaar niet alle losse grond in de gaten valt, is
het nodig deze percelen in de winter over een
nachtvorst te bewerken. Dit kan het beste met een
cultivator met weinig tanden gebeuren. De grond
moet grof gebroken worden.
11