Zeeuws-Vlaamse
Studiedag m
Fruitteelt op het akkerbouwbedrijf
10
De dag mag het gehoor dan
geen hoopgevend beeld heb-
bsn gegeven voor intensive
ring van het akkerbouwbedrijf,
niettemin mag deze voorlich
tingsdag als een waardevolle
zijn te kwalificeren. Al was het
alleen maar om zijn algemeen
heid de ondernemers terug te
houden van een strukturele
aanpassing, die naderhand
een foutieve zou blijken te zijn.
Kwaliteit dus vak
manschap is de voor
naamste voorwaarde
voor de winstgevend
heid van de fruitteelt.
Ir. K. ELEMA - L. E. I. te Den Haag.
CINDS 1957 zijn op verschillende akkerbouw-
bedrijven in Zeeuwsch-Vlaanderen fruitteelt-
bedrijven gesticht. Hoewel de fruittéelt vroeger
reeds met veel vakkennis werd bedreven, is deze
vakkennis voor de handelsfruitteelt pas later een
steeds belangrijker rol gaan spelen. Juist in de
tegenwoordige tijd is dit vakmanschap een eerste
vereiste om tot een zo gunstig mogelijk resultaat
te komen.
Voor de hoeveelheid fruit is vooral belangrijk
dat de boom op de juiste manier wordt behandeld.
Een goede kwaliteit van het fruit wordt, naast de
snoei, bepaald door de ziektebestrijding.
Behalve aan voorwaarden van vakkennis moet
voor een rendabele fruitteelt worden voldaan aan
eisen wat betreft bedrijfsgrootte en arbeidsbezet-
ting. Rekening houdend met deze eisen komen
we tot de opzet van een tweemansbedrijf van ca
10 ha. Bij de modernste aanplant met kleine bo
men komt men aan ca 15 ha.
DE START KOST VEEL
IVERGELIJKE beplantingen vragen grote inves-
teringen,die de grond voor lange tijd bezet
houden. Bovendien duurt de opbouw van een
boomgaard appels 5 jaar en van peren zelfs 8
jaar. Doordat gedurende deze jaren de kosten van
de grond, machines, rente en ook arbeid op de be
planting rusten komt men, na aftrek van de fruit-
opbrengst tegen kostprijs, op een totale inves
tering van 18.000,tot 20.000,per ha voor
appels. De zuivere aanlegkosten bedragen slechts
5000,tot 12.000,afhankelijk van het aantal
bomen per ha.
Voor peren wordt het zelfs een bedrag van ca
27.000,dat op het 8e jaar is vastgelegd. In de
fruitteelt wordt dus een groot bedrag geblokkeerd
in de beplanting die pas na deze aanloopperiode
opbrengsten levert. Bovendien is gedurende 20
tot 30 jaar een ander gebruik van de grond niet
mogelijk.
KOSTENONTWIKKELING IN DE FRUITTEELT
De kostprijs van appels (gegevens L. E. I.) in
1948 bedroeg 22 cent per kg. In 1959 was deze nau
welijks gestegen, n.l. 23 cent per kg. De stijging
van de kosten in deze periode is voornamelijk op
gevangen door een sterk doorgevoerde mechanisa
tie en rationalisatie en een sterke stijging van de
opbrengst, n.l. van 13.500 kg tot 23.000 kg per ha.
Sinds 1959 is de kostprijs gestegen tot 34 cent
in 1964 en tot 38 a 40 cent in 1967.
OPBRENGSTEN
Hoewel van jaar tot jaar en binnen een seizoen
grote prijsschommelingen optreden, vertonen de
prijzen over het algemeen een dalende lijn. Zo
was op een belangrijke Zeeuwse veiling de mid-
denprijs van alle appels van 19581961 36 cent
per kg en van 19631966 33 cent per kg.
In een periode dat de kostprijs bijna 30 steeg,
daalde de opbrengstprijs bijna 10
Een verklaring voor bovengenoemde ontwikke
ling is de sterk gestegen produktie in de E. E. G.-
landen, n.L van 3 miljoen ton in 19501957 tot
6 miljoen ton in 1966. Voor 1967 liggen de ramin
gen alweer hoger.
WELKE PRIJZEN
KUNNEN ER WORDEN VERWACHT
De Nederlandse uitvoer wordt hierdoor bemoei
lijkt, de omvang van de uitvoer is echter belang
rijk voor het prijspeil in ons land.
Door de totstandkoming van de E. E. G. is het
vrije verkeer van fruit een feit geworden.
Verder moet er rekening mee gehouden worden
dat er grote oppervlakten appels en peren nog
niet in produktie zijn, zodat de schatting van de
de O. E. S. O., dat er in 1970 een duidelijk over
schot aan appels zal zijn, aannemelijk is.
Een ander aspekt dat hier nog bij komt is het
risiko van rasveroudering. wat betekent dat de
waardering van handel en konsument voor een
bepaald ras minder wordt. Dit heeft dikwijls grote
gevolgen voor de prijs.
Samenvattend kan gezegd worden dat het prijs
niveau voor appels lager zal liggen dan in een
voorgaande periode, zodat alleen voor een fruit-
bedrijf met in verhouding veel rassen en een be
hoorlijke bedrijfsgrootte een redelijke bedrijfs-
uitkomst mag worden verwacht.
PERSPECTIEF VAN FRUIT
Oï' EEN AKKERBOUWBEDRIJF
Welke perspektieven biedt, in dit licht gezien,
fruitteelt op het akkerbouwbedrijf en wel met
name voor die bedrijven die de door een grotere
bewerkingskapaciteit „vrij" gekomen mensen aan
het bedrijf willen binden?
Op grote akkerbouwbedrijven is in het verleden
vaak fruit ingeplant om daardoor een bedrijfs-
splitsing toch twee bedrijfsekonomisch rendabele
eenheden over te houden.
Een andere reden is geweest, dat de rentabili-
teitsvooruitzichten voor de fruitteelt hoger wer
den aangeslagen dan die van akkerbouwgewas
sen. Een andere reden was risikospreiding, weer
een andere het binden van mensen aan het akker
bouwbedrijf.
Vergeleken met het stichten van een zuiver
fruit bedrijf zijn er een aantal voordelen bij ves
tiging van fruit op het akkerbouwbedrijf.
de grond is beschikbaar
tijdens de aanloopperiode is er een inkomen
uit het akker bouwbedrijf
de aanschaf van bepaalde machines kan wor
den uitgesteld
bedrijfsgebouwen zijn beschikbaar
uitwisseling van arbeidskrachten is mogelijk.
Bij invoering van fruitteelt op een akkerbouw
bedrijf moet echter het saldo dat gehaald kan wor
den met landbouwgewassen gezien worden als de
kosten van de grond 1000,tot 1500,per
ha). Bij een splitsing in akkerbouw en fruitteelt
moet worden beseft dat de bedrijfsekonomische
mogelijkheden van het akkerbouw bedrijf aanzien
lijk kunnen verminderen.
Problemen geeft fruitteelt als onderdeel van het
landbouwbedrijf zeker ook, denk aan prijsschom
melingen en veranderingen van het sortiment.
Vaak blijkt het een bezwaar dat de ondernemer
zijn aandacht aan twee uiteenlopende bedrijfs
onderdelen moet schenken.
KONKLUSIE
Gezien de prijsvooruitzichten in de komende
vijf a tien jaar is fruitteelt voor de doorsnee ak
kerbouwer geen aantrekkelijke oplossing voor de
intensivering van zijn bedrijf.