WAT IS ER DEZE WINTER
OP DE WAIBOER-HOEVE TE ZIEN?
8
Het doel waar menige melkveehouder naar toe zou wil
len in deze tijd is: Meer doen met minder mensen, zonder
er moe van te worden. Natuurlijk is daar niet alles mee ge
zegd, want de investeringen moeten binnen de perken blij
ven, de melkproduktie van het vee mag er niet onder lij
den en zo zijn er nog wel meer dingen te noemen.
Welke mogelijkheden zijn er dan? Welke kant kunnen we
op? Zijn er nieuwigheden waar we ons voordeel mee kun
nen doen? Over deze vragen wordt studie gemaakt op de
C. R. Waiboer-hoeve te Millingen aan de Rijn. U bent daar
deze winter van harte welkom om er op Uw gemak rond
te kijken en van gedachten te wisselen met een deskundige
excursieleider.
HET BEDRIJF
Het bedrijf is met zijn 160 ha grasland voor Ne
derlandse omstandigheden erg groot. Het wordt
echter niet als één bedrijf geëxploiteerd. Het ge
hele complex is verdeeld in een aantal kleinere
bedrijven om aansluiting te krijgen met het gewone
praktijkbedrijf. De gewone boer moet immers kun
nen navolgen wat op de proefboerderij met succes
wordt toegepast. De indeling is als volgt:
2 tweemansbedrijven van 40 ha met elk ruim 60
melkkoeien.
2 eenmansbedrijven van 20 ha met elk ruim 30
melkkoeien.
1 eenmansbedrijf van 27 ha voor het mesten van
ossen.
Elk van deze vijf bedrijven heeft niet alleen zijn
eigen land, maar ook zijn eigen vee, bedrijfsgebou
wen, voederberging etc. Alles wordt dus apart ge
houden, zodat er gelegenheid is om allerlei moge
lijkheden te beproeven. Deze herfst zijn er in totaal
opgestald: 174 koeien, 60 vaarzen, 67 pinken en 100
ossen. Daar komen dan in de loop van de winter
nog de vaarskalveren bij en een 50-tal stierkalve
ren voor het mest veebedrijf.
DE HUISVESTING VAN HET MELKVEE
De veestal spreekt in de wintertijd erg aan. Op
dit gebied is er in Millingen heel wat te zien. Eén
van de beide eenmansbedrijven heeft een ILB-
stelling heeft voor de ligboxenstal is een bezoek
aan de Waiboer-hoeve de moeite waard.
HET MELKEN
Het grote voordeel van een ligboxenloopstal is,
dat men kan melken in een doorloopmelkstal. Eén
man kan dan in korte tijd een groot aantal koeien
melken zo'n 35 tot 40 per uur zonder grote
inspanning. Op de Waiboer-hoeve worden deze
doorloopmelkstallen ook 's zomers gebruikt, om
dat de koeien dan naar huis gedreven kunnen
worden om te worden gemolken. Op één van de
bedrijven ligt daarvoor het land te ver van huis.
Ze worden daarom op dit bedrijf in het land ge
molken in een doorloopmelkwagen. Nu, in de win
ter, worden ze ook in deze doorloopmelkwagen ge
molken, die daartoe beschut en vorstvrij opgesteld
is. De doorloopmelkwagen kan zo het gehele jaar
dienst doen en men kan zich het bouwen van een
doorloopmelkstal op dit bedrijf, dat een ligboxen
loopstal voor een 40-tal koeien heeft, besparen. De
beide doorloopmelkstallen zijn van verschillend
type. De ene is een gewone dubbele driestand met
zij-uitgangen; de andere een dubbele vijf stands vis
graat. In beide wordt uiteraard de melkleiding ge
bruikt; in het ene geval een hoog-liggende, in het
andere geval een laag-liggende. In de visgraatmelk-
stal wordt een vereenvoudigde melktechniek be
proefd waarbij 45-50 koeien per uur worden gemol
ken door één man. Hier wordt de melk in een tank
weinig werk meer. Ook in de combinatiestal wordt
het drijfmestsysteem met gruproosters toegepast.
De dubbele Hollandse stal heeft een open grup
waarin een rondgaande ketting met meenemers.
De pinkenstal wordt schoongemaakt met een ge
trokken bak.
HET RUWVOER
Het meeste hooi is ventilatiehooi, dat in een drie
tal hooibergen bewaard wordt. Het is erin gebracht
met een hooikanon en bovenin automatisch gespreid
door middel van een draaiende hooiverdeler. Eén
man kan zo een hooiberg vullen.
Het kuilvoer is allemaal voorgedroogd. Het wordt
op verschillende manieren bewaard: als rykuil, in
een sleuf silo, in pakjeshopen met verschillende af
dekking.
Bij de voederwinning wordt gestreefd naar een
korte veldperiode door direkt na het maaien te be
ginnen met schudden om het gras zo snel mogelijk
voldoende droog te krijgen. De gemiddelde samen
stelling in de droge stof van alle in 1967 gewonnen
partijen is globaal als volgt: het hooi bevat 10
vre met een zetmeelwaarde van 40, de kuil bevat
12,5 vre met een zetmeelwaarde van 50. Bij een
opname van 10 kg droge stof per dier per dag is dit
voldoende voor onderhoud plus 5 tot 7 liter melk.
Dit rantsoen van hooi en kuil wordt aangevuld met
A-brok. Deze brokjes worden in bulk aangevoerd
en in krachtvoersilo's geblazen, waaruit ze gemak
kelijk afgetapt kunnen worden.
Deze stal, een ligboxenloopstal voor een 40-tal melkkoeien, werd in twee dagen
gebouwd. De kosten bedroegen ca. 7300 in totaal, dus inclusief de inrichting.
Op de voorgrond een Zweeds voerhek, waar voor 600 materiaal aan zit. Het
mestfilter kostte aan materiaal 1500. Daar komt nog 180 uur eigen arbeid bij.
De koeien krijgen kuil aan het voerhek. Het melken gebeurt in een doorloopmelk
wagen die 's zomers in de weide gebruikt wordt,
Zo ziet de stal er van binnen uit. De koeien gaan graag in de boxen liggen. In dl
boxen is zaagsel gestrooid, want de koeien houden van een zacht ligbed. He|
gangpad in het midden wordt schoongemaakt met een trekker met schuit
montagestal, een gewone dubbele Hollandse grup-
stal die al van 1963 af in gebruik is.
Verder zijn er vier loopstallen met ligboxen,
waarvan één met binnen voedering en drie met bui-
tenvoedering. Tenslotte is er een experimenele com
binatiestal in „Friese" opstelling. Een combinatie
stal is een „kruising" van een loopstal en een grup-
stal. In de nazomer zijn er twee open loopstallen
met ligboxen bijgekomen.
Dit zijn heel goedkope gebouwen voor elk een
40-tal koeien. De ene stal heeft wanden van per
ronstukken, met daaroverheen een dak van golf
platen. De andere is een z.g. Romney-loods. Het
onderzoek van deze goedkope stallen is aangepakt
omdat gebleken is dat een koe wel hoge eisen stelt
aan de ligbox, maar niet aan de stal zelf. Als een
koe maar droog en beschut kan liggen in een ge
rieflijke box, vindt zij het best. Wanneer U belang-
opgevangen. In de dubbele Hollandse grupstal
wordt gewoon gemolken, maar ook met een melk
leiding.
HET UITMESTEN
Drie ligbovenloopstallen worden uitgemest met
een trekker waaraan een schuif bevestigd is. Deze
mest wordt in een z.g. mestfilter geschoven. Dit is
een betonplaat waar betongaas omheen gespannen
is. Op deze wijze kan het vocht eruit sijpelen. Het
overblijvende dikke deel is een soort stijve pud
ding die gemakkelijk met een voorlader aan de
trekker weggeschept kan worden. In een andere
ligboxenloopstal is een roostervloer in het gangpad.
Hier gaat de mest doorheen en komt als drijfmest
in een kelder. Het uitmesten vraagt zo maar heel
DE VOEDERING
Op dit gebied is er ook heel wat te zien. Op de
grupstal wordt een normale voedering toegepast.
Het hooi wordt hier binnengereden met een land-
bouwwagen, voorzien van hoge oogsthekken. Bij
de loopstallen is er een grote variatie. In sleufsilo's
wordt zelf voedering van kuil toegepast. Bij de ge
sloten ligboxenloopstal is er voorraadvoedering van
hooi en kuil binnen in de stal. De dieren krijgen
daar het hooi aan een ruif en het kuilvoer aan een
Zweeds voerhek. Bij de ligboxenloopstallen met
buitenuitloop gaat het vrijwel op dezelfde manier,
maar dan speelt het zich buiten af.
Op de beide tweemansbedrijven bestaat het ruw-
voerrantsoen voor de helft uit hooi en voor de an
dere helft uit kuil. Op de beide eenmansbedrijven
is het verschillend: op het ene is 90 hooi, op het