Bespreking Minister van Landbouw en Landbouwschap 11 Be varkensstal staat er. het resultaat van durf. Doch nu ook vol houden. lijken bij een voederomzetting van 3,5 kg voer per kg groei, wat bepaald niet gunstig is. Per varken k het arbeidsinkomen dan 12. Akkerbouwbedrijf als a 500 varkens per jaar afmesten Netto overschot, zie a. Bruto-opbrengst mestvarkens 94.500 Kosten incl. gebouwen 88.500 Verhoging netto-overschot met Nieuw netto-overschot Arbeidsinkomen per persoon Beschikbare arbeidsuren Voor veldwerk 1100 Algemene werkzaamheden 1100 Varkenshouderij 1200 1.615 6.000 7.615 13.807 4400 3400 Niet benut 1000 uren! Een fokzeugenstal, die plaats biedt aan 30 fok- Beugen met bijbehorende opfokzeugen kost onge veer ƒ40.000. Uitgaande van 17 biggen per zeug per jaar en een opbrengst per big van 55 is de bruto-op brengst per zeug (inclusief opbrengst oude zeugen.) te stellen op 1060. Bij een kostenniveau van 860 (voer, verwarming, huisvesting, veearts, rente) is het arbeidsinkomen per zeug dus te stellen op 200. We krijgen dan een gelijksoortige bereke ning als voor mestvarkens. e. Akkerbouwbedrijf als a 30 fokzeugen Netto-overschot zié a. Bruto-opbrengst biggen 31.800 Kosten incl. gebouwen 25.800 Verhoging netto-overschot Nieuw netto-ovetschot Arbeidsinkomen per persoon Beschikbare arbeidsuren Voor veldwerk 1100 Algemene werkzaamheden 1100 Zeugen 1200 1.615 6.000 7.615 13.807 4400 Niet benut 3400 1000 uren! CONCLUSIE Op een akkerbouwbedrijf van 30 ha is een twee mansbezetting verantwoord, waarmee arbeidsaan bod en arbeidsbehoefte met elkaar in evenwicht wordt gebracht Bij een intensief bouwplan zonder meer is er een groot overschot aan onbenutte arbeidsuren. De melkveehouderij en ook de varkenshouderij bieden de mogelijkheid om dit overschot op een produktieve wijze te besteden. Men overwege daarbij: dat deze produktietakken alleen dan tot hun recht komen, wanneer er de waarborg is van vakmanschap. Doch waar een wil is, is ook een weg. dat het niet alleen om durven gaat, maar ook om volhouden, vooral bij nieuwbouw van een stal. dat, wanneer iedereen de oplossing zou zoeken en trachten te vinden in de varkenshouderij, men elkaar economisch gezien het leven be hoorlijk zuur zou maken. Het is evenwel een ondenkbeeldige zaak, dat iedereen het in deze produktiesector zou zoeken. "TIJDENS de eerste periodieke bespreking in het nieuwe jaar tussen de minister van Land bouw en het Landbouwschap deelde de minister mede, dat het politieke meningsverschil in de E.E.G. tot nog toe geen vertraging in de behandeling der E. E. G.-landbouwvraagstukken ten gevolge heeft gehad. De minister stelde zich op het standpunt dat aan de verplichtingen moet worden voldaan, welke men in de E. E. G. op zich heeft genomen. Dit betreft in de eerste plaats de landbouwintegratie en de totstandkoming van de douane-unie. De mi nister meende echter dat door de politieke tegen stelling over de onderhandelingen met Engeland het klimaat voor belangrijke beslissingen in de E. E. G. niet gunstig is. De Nederlandse regering wenst de gang van zaken in de E. E. G. niet te be vriezen. Geïnformeerd werd voorts naar het zuivel- en rundvleesbeleid aangezien voor deze produkten op 1 april a.s. de gemeenschappelijke markt in moet gaan. Hoewel de minister de voorstellen hiervoor van de Europese Commissie nog niet heeft ont vangen, ging hij ervan uit dat dit nu spoedig zou gebeuren, opdat inderdaad de vrije markt voor zui vel en rundvlees op 1 april gerealiseerd kan wor den. Overigens wees de bewindsman erop dat de situatie op de E. E. G.-zuivelmarkt ernstig is en dat het nemen van „onpopulaire" maatregelen wellicht niet is te voorkomen. Met het oog op het te voeren suikerbeleid ver zocht de minister het Landbouwschap om advies over de keuze tussen de twee systemen (mengprijs- systemen en contingenteringscontracten) die de E. E. G.-regeling biedt. Dit advies werd op de kortst mogelijke termijn toegezegd. Voorts kwam het mededingingsbeleid in de E.E.G. aan de orde. De minister achtte het gewenst af te wachten hetgeen de Europese Commissie zou gaan doen op grond van de enquête die zij heeft gehou den naar de nationale subsidies in de onderschei dene lid-staten. Bij de z.g. gemeenschapsprogram ma's van de E. E. G. zei de minister vooral te wil len voorkomen dat daarin concurrentievervalsende elementen opgenomen zouden worden. Tenslotte werd van gedachten gewisseld over de recente maatregelen ter verbetering van de Ame rikaanse betalingsbalans. De minister wees op de mogelijkheid dat de rentestand in ons land hier door in opwaartse richting wordt beïnvloed. Boven dien vestigde hij de aandacht op een tendens in de V. S. om de bescherming bij invoer te vergro ten. f^AAR reeds vroeg in het jaar op verschillende ministeries de voorbereidingen voor het op stellen van de begroting voor het volgend jaar be ginnen vroeg het Landbouwschap reeds nu de aan dacht en de minister voor enkele posten in begro ting 1969. Naar de mening van het Landbouwschap zullen de begrotingsposten voor cultuurtechnische werken en ruilverkavelingen zodanig moeten wor den vastgesteld dat uitvoering in een normaal tem po gewaarborgd is. De begrotingspost voor de z.g. A-2-werken buiten ruilverkavelingsgebieden dient volgens het Landbouwschap te worden verhoogd; deze werken zijn vooral van belang in gebieden met werkloze landarbeiders. Voor onderwijs, onder zoek en voorlichting zal volgens het Landbouw schap in het komende jaar een gelijke inspanning van de overheid nodig zijn. Omtrent de marktstructuur werd opgemerkt dat de begroting ook voldoende ruimte moet bieden voor nationale bijdragen welke nodig zijn om de plannen welke door de Europese Commissie zijn goedgekeurd te kunnen verwezenlijken. Voor het Ontwikkelings- en Saneringsfonds werd naast uiteraard voldoende gelden om aan de ver plichtingen voor de sanering te voldoen, bijzon dere aandacht voor het ontwikkelingsgedeelte ge vraagd. Het bestuur van het fonds dient over zo veel gelden te kunnen beschikken dat het een ef fectief ontwikkelingsbeleid kan realiseren. Voorts vroeg het Landbouwschap de minister te willen overwegen, dat de overheid de kosten zou gaan medefinancieren van enkele taken welke door de overheid aan het Landbouwschap zijn toever trouwd. Het gaat hierbij o.a. om de uitvoering van de Wet erkenningen tuinbouw en de financiering van de bestrijding van de aardappelmoeheid. De minister kon tijdens de gedachtenwisseling over de door het Landbouwschap genoemde pun ten uiteraard geen enkele toezegging doen. De be windsman was er echter erkentelijk voor dat een Landbouwschap in een zo vroeg stadium reeds zijn mening over de komende begroting heeft kenbaar gemaakt. TENTOONSTELLING „HET LANDBOUWWERKTUIG" GEOPEND (Vervolg van pag. 6) kant echter opent dit stelsel de mogelijkheid de voorbelasting op korter termijn terug te ontvangen. De minister was ingeleid door de heer H. Lems, voorzitter van de Federatie „het landbouwwerk tuig", die de tentoonstelling heeft georganiseerd. Die wees erop dat de tuinbouw op deze tentoon stelling een bijzonder accent heeft gekregen. Een nieuwe vinding op tuinbouwgebied, die op de ten toonstelling in schematische vorm is te zien, zo ver telde de heer Lems, is het plantenrad, dat het waar schijnlijk mogelijk zal maken op een beperkte ruimte een veelvoud van de normale produktie te bereiken. (Het plantenrad dient om verschillende groepen planten beurtelings licht en eventueel be sproeiing te geven, zodat men van de totale opper vlakte van een kas een groter rendement krijgt). De heer Lems ried de gebruikers van landbouw machines aan zichzelf meer te bekwamen in klei nere reparaties en onderhoudswerkzaamheden om zo bij te dragen tot lagere onderhoudskosten en had ook een lijstje van wensen en verlangens van de machinehandel. Hij vroeg de klanten hun leveran cier zijn winst, zowel op verkopen als op reparaties te gunnen. U hebt geen belang bij een verlies lijdende leverancier, zo zei hij, want die moet u vroeg of laat in de steek laten. Ook vroeg hij namens de handel om contante betaling. De onder afnemers uitstaande, moeilijk incasseerbare bedragen staan nu in geen verhouding tot de draagkracht van vele mechanisatiebedr ij ven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 11