TUINBOUWKLANKEN Beginnen met een schone lei Fruitafzet heeft veel belangstelling Wat hebben we het afgelopen jaar verdiend DINGEN VAN DE WEEK 4 Na de betrekkelijke rust van het vieren van Kerstmis en ae jaarwisseling hebben ook de Thool- se en St. Philipsiandse boeren en tuinders weer het werk ter hana genomen. Bij velen zal wel de gedachte overheersen? hoe komen wij voor 1968 tot een betere exploitatie onzer bedrijven. Noodgedwongen zit men dan ook bij het begin van het nieuwe jaar, wéér aan het onafgemaakte werk van 1967. Dat wij op 31 dec. 1967 toch geen streep konden zetten onder de ver schillende vragen en moeilijkheden in het afgelo pen jaar, bleek wel uit de openingsrede van onze voorzitter van de Z.L.M. ir. Prins op de algemene vergadering van 18 dec. j.l. In bijna eindeloze rij memoreerde hij de verschillende moeilijkheden in de land- en tuinbouw, zoals hij ze bij het verschei den van het oude jaar aan het nieuwe moest over geven. Men ontkomt niet aan de indruk dat onze geachte voorzitter de gehele agrarische sektor af schilderde als „zwaar ziek". Allerwege wordt dan gezocht naar het juiste geneesmiddel voor de zieke patiënt en verschillen de medicijnflesjes heeft hij in zijn rede uitgestald, ais daar zijn: verantwoord loonoverleg, een voedsel - bank, een beterwerkende E.E.G., minder belastin gen, rooipremiés, schadevergoedingen, subsidies, herstruktuëring en nog diverse potjes zalf. Bij het nagaan van deze hele apotheek slaat de schrik om ons hart en vraag! men zich af hoeveel kans heeft de zieke nog, om in leven te blijven? Als enige troost in de rede van ir Prins mag ons wel opvallen dat de patiënt „de aandacht" heeft van diverse specialisten, en die zullen wij dan ook het vertrouwen moeten geven, dat hun toekomt. Er wordt door ons, leken, dikwijls gedacht dat de oorzaak van de ziekte hierin is gelegen, dat de regering bewust aanstuurt op „geleide economie", zodat bij de vrije ondernemingen praktisch nooit meer sprake zou zijn van het maken van winst. In hoeverre dit bestreden of aangevallen moet worden, is een zaak waar wij zéér voorzichtig mee moeten zijn. Er zijn al zo dikwijls „boerenleiders" geweest, die wel wisten hoe het niet moet, maar die óók niet wisten hoe het dan wél moet! De waarde van zulke dokters is dan ook wel zeer twijfelachtig! Zullen wij als kleine mensjes nu „Gods water, maar over Gods akker" laten lopen? Neen, want niets is funester dan deze houding! En juist nü is het een levensbelang dat iedereen op de plaats die hem gegeven is, helpt mee te werken om te komen tot een zo goed mogelijke verdeling van de beschikbare dingen van ons aller levensbe hoeften. Het kan misschien toch wel zijn nut hebben dat door het opsommen van de bestaande moeilijkhe den in de land- en tuinbouw, de gewone man mede leert nadenken en dat een ieder het als een plicht voelt, om niet altijd voor 100% te denken: „Word ik er zélf wel beter van?" Als leden van een Bedrijfsorganisatie zullen wij als gewone leden, dienen mee te leven, en niet alles gemakshalve aan'het bestuur moeten overlaten. Het bestuur heeft de laatste jaren zo dikwijls het ge voel: „Leeft de vereniging nog wel bij de leden?" Het dikwijls zo geringe bezoek op een jaarvergade ring geeft daartoe soms wel aanleiding. Het is geen wonder dat een bestuurslid, oat zien gezien zijn leeftijd, genoopt voelt om plaats te maken voor de jongere generatie, zich ernstig afvraagt of er bij de jongere leden nog genoeg bereidheid en opoffe ringsgezindheid is om een bestuursfunktie te aan vaarden! De leden zullen goed moeten beseffen, dat het beste bestuurs- en regeringsapparaat nog altijd moet komen van onderaf. Het zou anders misschien zó kunnen worden, dat er op den duur méér vereni gingen dan mensen, aan „aderverkalking" gaan lij den. En dan ziet het er, mede door onze eigen schuld, niet zo best uit! De beste medicijn voor een zieke (zoals ir Prins hem afschilderde) is nog altijd, dat de zieke voor 100 meewerkt aan zijn eigen genezing. Laten wij zó 1968 beginnen en het werk weer op nemen. Of. indien niet meer mogelijk, dóórgeven aan het volgende geslacht, onverwacht komt er soms toch nog bruikbaar kader uit te voorschijn. Het kan ook voor vele oudere bestuursleden zwaar zijn om plaats te maken voor het jonge geslacht, maar indien zij tijdens hun soms jarenlange zit tingsperiode. een goed voorbeeld zijn geweest, zal dit óók dikwijls zijn nawerking hebben op hen aan wie zij het roer overgeven. Minder goede tijden kunnen nog altijd overwon nen worden door een verstandig geleid idealisme, gedachtig aan de Zeeuwse wapenspreuk: „Luctor et Emergo!" Die geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft». jr/ET nieuwe jaar is op Zuid-Beveland rustig, be gonnen. Wel erg nat, want het regent zoveel dat het hier en daar op inundatie gaat lijken. We heb ben liever wat zonniger weer met lichte vorst. Dat is ook veel beter voor de struktuur van de grond. De snoei gaat in kalm tempo door. De echte stem ming is er nog niet voor. Met de feestdagen raakt men een beetje van slag en bovendien zijn ook de dagen te kort om flink op te schieten. Óp een mooie dag in begin maart doe je bijna twee maal zoveel als nu op een korte, mieserige, regenachtige dag. Met de afzet wil het nog steeds niet lukken. De prijzen blijven laag, vooral van de appels. Natuur lijk blijven we hopen dat het straks toch nog beter wordt, maar de voorraden zijn zo groot dat er veel geveild moet worden voor er wat ruimte komt. Met die, slechte prijzen zitten velen te hopen dat buur man en overbuurman op flinke schaal verkopen, zo dat de voorraden in het voorjaar zo verkleind zijn dat de prijs aantrekt. Maar als de één op de ander zit te wachten houdt iedereen zijn fruit en loopt het straks fout. Daarom is „poolen met regelmatig ver kopen toch wel het beste. Met dat alles staat de afzet sterk in de belang stelling. Nog nooit tevoren is er zoveel over gepraat. Hoe het moet is niet duidelijk, want de meningen lo pen nogal uiteen. Men wil iets anders, men praat over een verouderd veilingssysteem en over meer actief verkopen. Maar tegelijk willen de meesten zolang mogelijk volledig zeggenschap over hun fruit houden en dat wordt een moeilijk punt. Bij dat alles mag niet vergeten worden dat het by overproduktie steeds moeilijk zal zijn om goede prijzen te maken. In Frankrijk heeft men een ander afzetsysteem, maar men heeft er ook te lage prij zen. Het grootste probleem is dat er deze winter eigenlijk te veel fruit is. Jammer dat er in E.E.G.-verband internationaal geen regeling van de aanvoer en afzet mogelijk is. Nu maakt men elkaar het leven maar zuur. Als in ons land een minimumprijs voor kroet wordt vast gesteld, spuien onze Zuiderburen hun rommel hier tegen een lagere prijs. Ze worden er zelf niet beter van en ze bederven het tegelijk voor een ander. We hopen dat 1968 een jaar wordt met betere uit komsten in de fruitteelt. Na twee slechte jaren wordt het hard tijd dat er wat meer geld in het laatje komt. Ook de fruittelers van Schouwen-Duiveland slui ten per 31 december hun boeken af, want vele boekhoudingen, zo niet alle, gaan gelijk op met het kalenderjaar. Dat betekent dus dat we deze keer (gesteld dat maandelijks de gegevens naar de bu reau's worden gezonden) meer uitgebreid op de diverse posten wordt ingegaan. Het is nu geen kwestie van alleen een staat van inkomsten en uit gaven opsturen, maar, u weet het zelf, veel meer dingen moeten nu worden geregeld. Het betref fende bureau verlangt van u een volledige opgave van alles wat er verhandeld en veranderd is in het afgelopen jaar. Vergeet vooral uw kasgeld niet te tellen, schrijven ze ons enkele dagen voor het nieuwe jaar. Na korte of langere tijd ontvangt u dan deze cijfers keurig uitgewerkt en samengevat (Zie verder pagina 6.) In de tweede helft van december werd een ver gadering gehouden van de Raad van Advies van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen, tij dens welke bijeenkomst voorzitter M. Prins van deze organisatie o.m. heeft gesproken over de om zetten van de aangesloten veilingen. Het Centraal Bureau van Veilingen beschikte over de juiste cijfers tot en met november en de schattingen per veilingen van de omzet in decem ber. Uit de gegevens blijkt dat de veilingomzetten in 1967 ten opzichte van het vorig jaar vrijwel onver anderd zijn, namelijk 1043 miljoen gulden, tegen 1043 miljoen in 1966 en 1052 miljoen in 1965. In .Groenten en Fruit", waaraan we dit ontlenen, werd vermeld dat de fruitomzet met 218 miljoen gulden precies gelijk is aan die van 1966. In onder delen zijn er echter nog al wat verschillen. De om zet van glasfruit steeg namelijk met 7 miljoen gul den, waarvan 6 miljoen gulden voor rekening komt van de kasaardbeien en 1 miljoen gulden voor re kening van de meloenen. Er kwamen in 1967 ruim V/2 miljoen kg meer kasaardbeien aan de veilingen dan in 1966. Wan neer we bedenken dat de Zeeuwse produktie on geveer 75.000 kg hoger lag, betekent dit, dat elders in het land de produktie van kasaardbeien aanzien lijk sneller is uitgebreid dan in ons gebied. Verder is de omzet van zachtfruit met ongeveer 5 miljoen gulden gestegen, waarbij de natuuraard- beien voor de grootste stijging zorgden. De aan voer was 4 miljoen kg hoger dan in 1966. De overige produkten in de zachtfruitsektor ga ven praktisch gelijke omzetten te zien, met uitzon dering van de frambozen, waarvan de opbrengst met f 700.000,terug liep. Door een laag prijspeil in de tweede helft van 1967 daalde omzet van appelen met 3,5 miljoen gulden; terwijl de peren landelijk gezien 5 mil joen gulden minder opbrachten door een geringe oogst en de pruimen 3,5 miljoen gulden minder door een misoogst. Pit- en steenvruchten van de nieuwe oogst brach ten in 1966 op de Nederlandse veilingen bijna 95 miljoen gulden op, dit jaar 80 miljoen gulden. Uit het omzetoverzicht per provincie blijkt, dat in Zeeland de veilingomzetten stegen van 36,4 mil joen gulden in 1966 tot 38,5 miljoen gulden in 1967. Door een groter aanbod, maar een gemiddeld lager prijspeil daalde de opbrengst van de aard appelen op de Nederlandse veilingen in 1967 met 5 miljoen gulden. Het belangrijkst is uiteraard de sektor glasgroen ten voor de Nederlandse tuinders. Het areaal tomaten was vrijwel gelijk aan dat van 1966 namelijk 3196 ha, maar de kilo-opbrengst lag 40.000 ton hoger. De geldelijke opbrengst van to maten steeg ten opzichte van 1966 met 12 miljoen gulden. Ook bij komkommers was er geen sprake van een teeltuitbreiding maar een daling met 90 ha be- teelde oppervlakte. Toch werden er 8 miljoen stuks komkommers meer geoogst dan het jaar daarvoor en de geldelijke opbrengst van dit produkt steeg met 8 miljoen gulden. Anders lag het met de sla. De produktie was ca. 80 miljoen kroppen hoger dan in 1966, maar de geldelijke opbrengst van dit produkt daalde met 3 miljoen gulden. Het areaal augurken onder glas bedroeg ïn 1967 reeds 269 ha. De produktie viel echter wat tegen en ondanks de teeltuitbreiding daalde de opbrengst van dit produkt met een half miljoen gulden. Een grote omzetdaling vond plaats bij de vollegronds- groenten namelijk met niet minder dan 12 miljoen gulden. Dat was voornamelijk te wijten aan het lage prijspeil en gesproken wordt over een bijzonder teleurstellende gang van zaken in deze sektor. Door een lagere produktie daalde de opbrengst van as perges met 5 miljoen gulden ten opzichte van het vorig jaar. Verder brachten ook de natuuraugurken belang rijk minder op. Het verschil bedroeg met 1966 voor dit produkt 3 miljoen gulden en ook de dubbele princessebonen brachten in 1967 3 miljoen gul den minder in het laatje van de tuinders. Opmerkelijk in het overzicht van de veilingom zetten is opnieuw de stijging van de geldelijke op brengst van de champignon. De geldelijke op brengst bedroeg in 1965 17,9 miljoen gulden in 1966 22,4 miljoen gulden en in 1967 27 miljoen gulden. Het gemiddelde prijspeil van dit produkt lag lager dan in 1966 maar geconstateerd wordt, dat er geleidelijk meer afzetmogelijkheden komen voor champignons. De aanvoer in 1967 bedroeg 10 miljoen kg. Zon der twijfel zijn er daarbij ook heel wat van de champignonskwekers uit Yerseke, al is dit maar een bescheiden teeltcentrum, gezien tegenover de omvang welke deze teelt heeft genomen in Bra bant en Limburg. De heer Prins heeft op genoemde vergadering ook gezegd dat goede vorderingen worden gemaakt op de weg naar een nieuw afzetsysteem voor be paalde tuinbouwprodukten. Het program dat hiervoor wordt ontworpen voor ziet in de oprichting van een gemeenschappelijke organisatie van het Centraal Bureau van de vei lingen met de gezamenlijke exporthandel, voorts de participatie in exportbedrijven en een aktieve prijspolitiek voor tuinbouwprodukten. Met belang stelling wachten we af waartoe dit alles zal leiden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 4