Dagelijks Bestuur Z.L.M. vergaderde
VRIJDAG 12 JANUARI 196S
56e Jaargang No. 2913
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en pet°e>t ir Zeeland
V
.J
De komende week zullen ook vanuit Zeeland weer duizenden boeren en tuinders zich naar de R.A.I. te Amsterdam begeven om zich
op de hoogte te stellen van hetgeen de werktuigenindustrie en -handel de agrariër te bieden heeft.
In dit nummer is ondermeer een plattegrond van de R.A.I.de lijst van de standhouders en een greep uit de „nieuwtjes" op mecha-
nisatiegebied opgenomen, (pagina 11 t/m 27).
In de eerste vergadering van het jaar 1968 van
het Dagelijks Bestuur van de Z. L. M., gehouden
op 8 januari j.l. te Goes, sprak de algemeen voor
zitter, Ir. Prins, de wens uit, dat het nieuwe jaar
voor de boerenstand een goed jaar zal mogen wor
den.
Terugziende naar 1967 merkte de voorzitter op
dat het afgelopen jaar over het algemeen goede
opbrengsten heeft laten zien, maar dat de prijzen
voor de produkten veel te wensen overlieten, tens
te meer is de land- en tuinbouw geconfronteerd
met de belangrijkheid van een goede en vlotte af
zet van de produkten. De ervaringen van het af
gelopen jaar hebben de noodzaak onderstreept om
de problematiek die er in deze materie zit aan een
nader onderzoek te onderwerpen. Van essentiële
betekenis in dit verband is ook dat de bereidheid
tot samenwerking in zijn ruimste vorm aanwezig
is.
Na het verontrustende beeld van de algehele
nationale economische situatie van het vorige jaar,
lijkt de situatie nu iets gunstiger te zijn. Wanneer
inderdaad zou biijken, aat er nog enige ruimte is
in het nationale budget, dan wordt onzerzijds een
verruiming van het structuurbeleid in de landbouw
een eerste vereiste geacht, aldus de heer Prins.
De vergadering sprak haar verontrusting uit over
de positie van de aardappelenmarkt. De afzet ver
loopt zeer onregelmatig en een nader beraad op
provinciaal en nationaal niveau over de problemen
rond de afzet is naar het oordeel van de vergade
ring dringend geboden.
Met waardering nam de vergadering kennis van
het streven van de Provinciale Zeeuwse Elektrici-
teits Maatschappij om in het kader van de bijzon
dere regeling voor aansluiting van onrendabele per
celen een laatste aantal van circa 50 percelen als
nog aan te sluiten. Het Bestuur besloot in een schrij
ven aan haar kringen nogmaals op deze mogelijk
heid te wijzen.
Naar aanieiding van enkele praktijkgevallen acht
te de vergadering de momenteel geldende regeling
voor heffing van registratierecht bij ruiling van land
onrechtvaardig. Wanneer de ruiling gaat tussen
land binnen en buiten een ruilverkaveiingsgebied
moet wèl, wanneer het geheel binnen de ruilver
kaveling blijft, behoeft geen registratierecht be
taald te worden. Aangezien ruiling bijna altijd struc-
tuurverbeterend werkt acht de vergadering het juist,
indien ruilingsovereenkomsten ook in de boven
genoemde gevallen worden vrijgesteld van regi
stratierecht.
B. T. W.
Voorts besteedde de vergadering uitvoerig aan
dacht aan het ontwerp Belasting op de 'toegevoeg
de Waarde (B. T. W.). Gezien het feit, dat voor een
groot aantal landbouwprodukten een gereduceerd
tarief van 4 zal gelden, zal het wenselijk zijn,
naar het oorueei van de vergadering, dat de voor
druk voor de agrarische ondernemer hiermee in
overeenstemming zal zijn, waardoor heffing en
voordruk tegen elkaar weg zullen vallen.
In het ontwerp wordt voorts de mogelijkheid ge
creëerd, dat een landbouwer gebruik maaKt van een
speciale landbouwregeling. In dit geval wordt hij
echter niet aangemeiKt ais ondernemer in de zin
van de wet. Dit zou inhouden, dat de landbouwer
in dit geval ook geen aanspraak kan maken op
restitutie van omzetbelasting bij export. Daarom
acht de vergadering het wenselijk, dat de landbou
wer, die van de landbouwregeling gebruik maakt,
als ondernemer aangemerkt blijft.
Bovendien achtte men het noodzakelijk, dat het
begrip landbouwer zodanig geïnterpreteerd wordt
in de nieuwe wet dat ook de veredelingslandbouw,
de loonwerkers en de bedrijfsverzorgingsdiensten
e.d. als zodanig aangemerkt worden. Discrimine
rend achtte de vergadering het, dat de landbouwer
in geen geval gebruik kan maken van de voordelige
regeling voor de kleine ondernemers. De periode
waarvoor gekozen wordt voor de landbouwrege
ling wordt in het ontwerp op 5 jaren gesteld. Het
(Zie verder pag. 3)