Vlas
s
lSmE V
;^t>%
.-, '^;::>;:C'V
pt WB& - ww
RASSEN VOOR DIREKTE LEVERING EN BEWARING
Rijnsburger
Voor direkte verkoop van het veld in de maanden september/oktober ver
dienen selekties met een hoge produktiviteit de voorkeur. Voor de bewaring
is de houdbaarheid van de uien van overwegende betekenis.
Van de hoofdselekties, die voor deze doeleinden kunnen worden gebruikt,
is Luctor het vroegst oogstbaar.
Met uitzondering van Luctor, sel. Onderdelinden en Victoria ligt de pro
duktiviteit van de overige selekties boven het berekende gemiddelde van
alle hoofdselecties. Vooral Bola en Enormus treden hierbij als hoogproduk-
tieve rassen op de voorgrond. Bij de selekties Grobol, Primeur, Bola en
Victoria blijkt de eigenschap duurzaamheid minder goed ontwikkeld te zijn
dan bij de overige selekties.
Behalve de algemeen voor de teelt van zaai-uien gebruikte selekties van
het Rijnsburger en Noordhollandse Strogele type, wordt jaarlijks ook een
zeer beperkte oppervlakte beteeld met Noordhollandse Bloedrode en Zit-
tauer uien.
De uien van de Noordhollandse Bloedrode selekties komen in vroegrijpheid
en duurzaamheid overeen met de voor de hoofdteelt (oogst september) ge
bruikte Rijnsburger selekties. Eveneens in vergelijking hiermede is de pro
duktiviteit ongeveer 20 lager. Zittauer uien komen in vroegrijpheid het
meest met de in de tabel voor direkte afzet en bewaring aanbevolen Rijns
burger selekties overeen. Afhankelijk van de herkomst is de produktiviteit
echter 1020 lager.
tig, het stro heeft echter een lange en wijd uitstaande vertakking. Het wordt
de laatste jaren in opbrengst overtroffen door het ras Reina, hoewel het ver
schil niet groot is. Het ras bezit een goede resistentie tegen roest en zwart-
stip. Gevoelig voor vlasbrand. Zeer goede zaadopbrengst.
Reina. Produktief witbloeiend vlas, dat in lengte en tijd van rijpen veel
met Wiera overeenkomt. Het stro heeft een zelfde stevigheid als van Wiera;
is echter veerkrachtig en gelijkmatiger. Heeft een goede droogte resistentie.
Geeft wat hogere stro-opbrengsten dan Wiera, met een hoger lintgehalte.
De zaadopbrengst is goed. Onvatbaar voor roest en zwartstip. Vatbaar voor
brand.
Fibra. Stevig witbloeiend vlas met een zeer goede resistentie tegen vlas
brand. Onvatbaar voor roest en zwartstip. Komt in aanmerking voor verbouw
op de goede vlasgronden. Droogte en slechte struktuur zijn van invloed op
de opbrengst. Vraagt een wat ruimere hoeveelheid zaaizaad en kan een wat
hogere stikstofbemesting verdragen dan Wiera. Heeft gemiddeld goede stro
opbrengsten gegeven met een zeer goed lintgehalte. De zaadopbrengst is
matig.
Hera. Witbloeiend fijn gelijkmatig vlas met een zeer goede vertakking. Is
door zijn steile en korte vertakking wat korter dan Wiera. Lijkt iets steviger
dan Wiera.
OPBRENGSTEN VLAS RASSENPROEFVELDEN
Rassen
Gemiddeld 1967
kg per are
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemid.
ongerepeld ongerepeld zaad vezel-
1963—1967 1964—1967 1964—1967 opbr.
Wiera
93.2
67.8
13.2
87.4
99
61.1
100
12.5
102
99
Reina
93.7
68.4
12.6
88.6
101
63.1
103
12.1
98
103
Fibra
95.4
69.9
11.6
86.9
99
60.5
99
11.2
91
104
Hera
92.8
65.1
14.8
87.5
99
59.1
98
13.7
111
Primo
92.6
67.1
12.2
88.5
100
62.2
101
12.0
98
Na een reeks van ongunstige oogstjaren met matige opbrengsten, is het
oogstjaar 1967 aanmerkelijk beter geweest. Hoewel men niet van topop-
brengsten kan spreken, is de opbrengst in 1967 aan ongerepeld en gerepeld
vlas beduidend hoger dan het gemiddelde van de laatste jaren. De rassen-
keuze was tot hiertoe beperkt tot de rassen Wiera, Reina en Fibra. Van deze
rassen neemt in het Zuidwestelijk Kleigebied Wiera nog altijd de belang
rijkste plaats in. In 1968 zijn voor het eerst in de rassenlijst opgenomen de
rassen Hera (LBW 5102) en Primo (LBW 5172).
Deze rassen komen voor beproeving in aanmerking.
Wiera. Neemt in het Zuidwesten nog steeds de eerste plaats in. Het is een
produktief ras dat goede opbrengsten geeft op alle grondsoorten. Stelt geen
hoge eisen aan de grond. Wiera is middelmatig stevig en tamelijk veerkrach