Zomer gerst
Zaai-uien
rasomschrijving
Kassen Stevigheid Vatbaarheid Mogelijkheid Schotge- Afrijpings-
van stro gele roest laat zaaien voeligheid ziekten
Rassen Mogelijkheid Stevigheid Lengte Resistentie Marktbaar
laat zaaien van stro stro tegen doorwas gedeelte
Orca 7 8 7 7 8
Gaby 8 5 7 5 5
Opal 6 5 Va 8 5 Va 5
Cambrinus 6% 6 6% 7% 7
Zephyr 7 6* 6% 7% 7%
Delisa 7 7 6 6 8
Bij zomergerst geteeld voor voergerst gaat het uitsluitend om een hoge
opbrengst met een goede kwaliteit. Voor dit doel lijkt Delisa goed geschikt
RASOMSCHRIJVING
Cambrinus
Cambrinus geeft op de zuidwestelijke kleigronden goede opbrengsten. Moet
vroeg worden gezaaid. Het geeft een bladrijk gewas met een goede grond-
bedekking. Is gevoelig voor een DNOC-bespuiting. Het stro is vrij kort en
matig stevig. De veerkracht is matig. Vrij weinig gevoelig voor doorwas. De
aar is groot met vrij goed gevulde korrel. Heeft een goede brouwkwaliteit
Zephyr
Zephyr geeft goede opbrengsten. Stelt geen hoge eisen aan structuur en
vruchtbaarheid van de grond. Het geeft later een vrij bladrijk en goed dek
kend gewas. Het stro is matig stevig en vrij weinig gevoelig voor doorwas.
De korrel is vrij goed gevuld. De brouwkwaliteit is goed.
Delisa
Delisa geeft de hoogste opbrengsten. Is wat vroeger rijp dan Cambrinus
en Zephyr. Stelt vrij hoge eisen aan de grond. Geeft op vruchtbare gronden
een voldoende grondbedekking. Het stro is vrij stevig met een matige veer
kracht. Vrij gevoelig voor doorwas. De korrel is groot en goed gevuld. De
brouwkwaliteit is goed.
Julia (voorheen Cebeco 6303)
Produktief voergerstras voor kleigrond. Heeft kort, stevig stro en een vol
doende resistentie tegen gele roest en meeldauw.
OPBRENGST ZOMERGERSTRASSEN IN KG PER ARÉ
Rassen
Gem. 1967
Gemiddeld in
1957—1967
Cambrinus
57.2
100
Zephyr
58.3
100
Delisa
59.3
102
SNUIF
Een belangrijk uitgangspunt bij de keuze van het te telen ras is de mate
waarin de eigenschappen vroegrijpheid, produktiviteit en houdbaarheid ont
wikkeld zijn. Als resultaat van het met zaai-uien uitgevoerde rassenonder-
zoek kon aan de in onderstaande tabel opgenomen selekties het predikaat
hoofdselektie worden verleend.
OVERZICHT EIGENSCHAPPEN VAN DE HOOFDSELEKTIES (1964—1967)
Selekties Produktiviteit leverbaar na be- Vroegrijpheid1)
621 kg/are 100 waring (1968—1966)
RIJNSBURGER
uitsluitend direkte afzet
Revro 90 72 8.5
Primodoro 83 73 9
direkte afzet en bewaring
Grobol 103 76 6.5
Primeur 103 76 6
Bola 108 76 7
Enormus 106 80 6
Victoria 98 76 6.5
sel. Onderdelinden 97 79 6.5
Produrijn 101 81 6.5
Luctor 97 81 7.5
Famo 103 80 6
Dupro 104 80 6
Wijbo 103 80 6.5
NOORDHOLLANDSE STROGELE
direkte afzet en bewaring
Plastro 101 76 7
Produnos 95 74 6.5
Nostro 93 80 6.5
Wijdehoud 89 81 7
Een punt verschil in vroegrijpheid komt overeen met 1 week verschil
in plukrijpheid.
Rassen uitsluitend voor direkte afzet
Voor vroege levering (augustus) komen de selekties Revro en Primodoro
het meest in aanmerking. Van deze selekties in Primodoro het vroegst oogst-
baar. Daarentegen zijn de eigenschappen produktiviteit en huidvastheid bjj
Revro beter ontwikkeld dan bij Primodoro.
In vergelijking met de voorheen vaak voor dit doel gebruikte Amerikaanse
rassen zijn de inlandse selekties veel minder gevoelig voor valse meeldauw.
Ook is bij het inlandse materiaal de neiging tot het vormen van bloemsten
gels veel geringer. Om deze redenen moet dan ook aan deze inlandse selek
ties de voorkeur worden gegeven.
De korte periode waarin het produkt moet worden afgezet brengt met zich
mede, dat de met vroege rassen uit te zaaien oppervlakte slechts van beperkte
omvang kan zijn.
Orca
Orca is op alle kleigronden een produktieve en oogstzekere tarwe. Is weinig
gevoelig voor ziekten en voor gele roest. Rijpt laat en moet mede daarom
vroeg worden gezaaid. Het stro is vrij kort en behoorlijk stevig en geeft
later een goede grondbedekking. Orca heeft een grote goed gevulde korrel.
Is weinig gevoelig voor schot en korreluitval. Het gewas leent zich goed voor
maaidorsen.
Gaby
Gaby geeft op goede kleigronden hoge opbrengsten, mits zij niet door
ge'e roest wordt aangetast. De beginontwikkeling is traag. Gaby is vroeg
rijp. Het stro is weinig bladrijk, fijn, kort en stevig. Gaby is gevoelig voor
ziekten en zeer vatbaar voor gele roest. Is gevoelig voor korreluitval en
schot. Zeer goede dekvrucht.
Opal
Zeer vroeg rijpende zomertarwe, welke op kleigronden met minder goede
structuur nog goede opbrengsten kan geven. Verdraagt laat zaaien zeer goed
en is daarom geschikt voor doorzaai in wintertarwe.
Opal is zêer gevoelig voor gele roest en schot.
OPBRENGST ZOMERTARWE RASSEN
Rassen 1967 Gemiddeld Gemiddeld in
le zaai 2e zaai 1967 19571967
Orca 65.7 59.9 58.9 107
Gaby 53.5 49.3 51.- 103
Opal 97
Het areaal zomergerst in het zuidwestelijk kleigebied is belangrijk en be
droeg in 1967 ongeveer 23.000 ha.
De belangrijkste brouwgerstrassen zijn Cambrinus, Zephyr en Delisa. Deze
rassen hebben een goede brouwkwaliteit, hoewel opgemerkt dient te wor
den, dat het ras Delisa ook in 1968 niet onbeperkt door het centraal brouwe
rijkantoor wordt afgenomen.
Het nieuwe ras C. I. V. 490-4 heeft zich de laatste jaren zeer produktief
getoond en is daarnaast duidelijk steviger van stro dan de huidige rassen.
Dit ras komt echter nog niet in de Rassenlijst. Wel is voor het eerst opge
nomen het ras Julia.
In onderstaand overzicht zijn enige belangrijke eigenschapen van de ras
een in cijfers weergegeven.