Haver
6
PoJykuhn bereikt een hoge tot zeer hoge wortelopbrengst bij een zeer be
vredigend suikergehalte. De biet is goed gevuld, vrij regelmatig van vorm en
met een brede kop die vaak sterk wisselend boven de grond uitsteekt. Door
matige tot vrij sterke vertakking van de biet en vrjj gemakkelijke optredende
breuk, kunnen bij het rooien verliezen ontstaan. De neiging tot schieten is bij
vroege zaai sterk en bij een latere zaaitijd nog vrij sterk.
Polyx bezit een geringe neiging voor schietervorming. Ook dit ras voldoet
qua opbrengst en suikergehalte aan hoge eisen. De biet is vrij regelmatig van
vorm en heeft een vrij brede kop die soms maar enkele centimeters boven het
grondoppervlak komt. De vertakking is matig tot vry sterk.
THrave heeft een hoge tot zeer hoge wortelopbrengst. Het suikergehalte js
matig; de suikeropbrengst vrij hoog tot hoog. De vorm van de biet is regelmatig
en de kop is breed. Deze steekt weinig boven de grond uit. Trirave vormt veel
loof.
Polyrave E maakt veel loof met een vrij geringe neiging tot schieten. De
biet is vrij lang, vrij breed van kop en heeft een kophoogte van slechts enkele
centimeters boven de grond. De opbrengst aan wortels en het suikergehalte is
hoog tot vrij hoog.
Hilleshög standaard polyploid bereikt een matig hoge wortelopbrengst, zo
wel bij het rooien in oktober als in november. De biet vertakt weinig doch
staat wat los in de grond. De kophoogte wisselt sterk.
/té
De weersomstandigheden waren in 1967 van dien aard dat er vrij vroeg ge
poot kon worden. Een gedeelte van het aardappelareaal in het zuidwesten is
zelfs vóór de regenperiode van eind maart gepoot. Het gedeelte wat tussen
poten en opkomst geen regen heeft gekregen vertoonde soms een onregel
matige opkomst; een oorzaak hiervan kunnen vochtverschillen in de rug zijn.
De maand juni en de eerste helft van juli zijn droog geweest, mede door de
vaak hogere temperaturen trad op een aantal plaatsen doorwas op. Omdat dit
niet overal het geval was is het een bewijs dat meer faktoren hierbij een rol
spelen.
Globaal kunnen we zeggen dat weinig loofontwikkeling tijdens hoge tem
peraturen aanleiding gegeven heeft tot doorwas. Daar de loofontwikkeling per
ras sterk kan verschillen door de pootdatum en toegepaste teelttechniek, is het
gevaarlijk om aan de hand van gegevens uit een viertal rassenproeven in het
zuidwesten conclusies voor een bepaald ras te trekken ten aanzien van door
was. De phytophthora is over het algemeen geen groot gevaar geweest, veel
gewassen konden uitgroeien als de tijd van rooien het toeliet.
De opbrengsten waren hoog tot zeer hoog
Opbrengst consumptierassen
Knolopbrengsten
Sortering in
in 1967
in verhoudingsgetallen
Rassen
Gebiedsgem.
Gem. 1965
40
40 - 60
60
1967
t/m 1967
Eigenheimer
104
104
17
15
68
Profita
92
91
12
28
60
Dalco
109
106
6
44
50
Bintje
115
115
12
26
62
Spartaan
116
114
9
33
58
Eba
101
103
8
32
60
Furore
86
90
16
24
60
Emergo
112
115
6
52
42
Irene
84
89
11
38
41
Saturna
93
93
21
10
69
Korte beschrijving van enkele belangrijke rassen en rassen die de aandacht
verdienen:
Bintje: Produktief ras met mooie knol vorm. Zowel geschikt voor binnen
landse consumptie als export. Geschikt voor alle bereidingswijzen. De vat
baarheid voor phytophthora is een bezwaar.
Eigenheimer: De hoogst gewaardeerde consumptie-aardappel voor binnen
lands gebruik. De knolvorm laat vaak veel te wensen over. Gevoelig voor
doorwas en phytophthora. Hoort thuis op de betere aardappelgronden. Is ge
schikt om te worden gerooid na de oogst van vroege aardappelen op de hier
voor geëigende gronden. Verdient aanbeveling. Verdient belangstelling als
Furorevervanger..
Irene: Roodschillig ras, weinig gevoelig voor phytophthora, heeft, een zeer
goede consumptiekwaliteit. De knollen kunnen te grof worden, zodat dicht
poten en het gebruik van grote poters is gewenst. De sortering is goed, weinig
uitval, de opbrengst valt tegen. Voldoet het beste op lichte klei en goede zand
grond.
Dalco: Fors gewas met rondovale knollen die onder gunstige, omstandigheden
gemakkelijk te grof worden. Dicht poten in de rij verdient aanbeveling. De
consumptiekwaliteit is goed tot zeer goed.
Is niet geschikt voor patat.
Profita: Middenvroeg ras met aardappelmoeheidsresistentie. Weinig gevoe
lig voor phytophthora. Goede consumptiekwaliteit. Verdient belangstelling als
eigenheimérvervanger (ook voor vroeg rooien) na het in werking treden van
de nieuwe aardappelmoeheidswet.
Furore: Rode consumptieaardappel van goede kwaliteit. Heeft een vrij late
ontwikkeling en grondbedekking. Kan in opbrengst niet goed mee komen.
Emergo: Dit roodschillige ras is zeer produktief. Groeit onder gunstige om
standigheden gemakkelijk wat grof. Dicht poten en flink aanaarden verdient
aanbeveling. Verdient belangstelling als Furorevervanger.
Opbrengst vroege aardappelrassen in
Proefveld
Z.W. Z-H
1258
Z 2793
Sortering in (Z.W. Z-H 1258)
le rooidatum 2e rooidatum
22-6-'67 4-7-'67
E
3
S
3
O*
E
3
Vroege rassen
le rooid;
22/6/67
2e rooidi
4/7/67
le rooidi
6/7/67
2c-
o co
HC-
<D C-
CM CS
30
30/40
40
30
30/40
40/60
60
Tanja
97
92
97
84
13
35
54
7
22
67
4
Eigenheimer
81
88
11
43
46
4
24
71
1
Lekkerlander
91
97
91
94
7
29
64
4
13
80
3
Doré
95
100
96
98
8
34
58
5
18
73
4
Eersteling
112
104
94
97
7
28
65
4
16
77
3
Parel
87
91
5
29
66
2
13
85
Prefect
99
96
7
32
61
5
18
75
2
100 kg/are
280
401
196
332
Dit jaar is weer gebleken dat de Eersteling en de Doré moeilijk te ver
vangen zijn. Belangrijk voor de keuze van een vroeg aardappelras:
a. een vroege opbrengst boven 30 mm; b. een verkoopbaar produkt (geen
schurft of groeischeuren); c. een redelijke smaak.
Vooral aan het laatste konden de rassén: Tanja en Lekkerlander niet vol
doen. Voor de Lekkerlander was dit in vergelijking met voorgaande jaren
vreemd, de oorzaak is waarschijnlijk het afvriezen van dit ras dat toen in
ontwikkeling voorlag op de anderen. Hierna is de groei zeer snel gegaan
wat de smaak slecht kan beïnvloeden. Lelijk van kleur en vorm waren Tanja,
Eigenheimer en Parel. Prefect heeft een goede indruk gemaakt en dient eerst
verder beproefd te worden.
BELANGRIJKSTE RASSEN
EERSTELING: zeer vroeg rooibare aardappel, waarvan de consumptie
kwaliteit goed is. De knollen zijn lang ovaal, vlakogig en geelvlezig. Gevoe
lig voor phytophthora.
DORÉ: Kort na Eersteling rooibare aardappel met een betere consumptie
kwaliteit De knollen zijn ovaal, vlakogig en geelvlezig. Het pootgoed eist
een zorgvuldige bewaring. Vooral bij dit ras verdient het gebruik van een
grote poter aanbeveling. Gevoelig voor phytophthora.
LEKKERLANDER: Vrij vroege consumptieaardappel, die wat kwaliteit be
treft een goede indruk heeft gemaakt. Ronde knollen, vlakogig en bruingeel
van schil. Kan gelijk of iets na Doré geoogst worden. Moet vóór de vroege
Eigenheimer geoogst zijn omdat de kwaliteit minder is. Is weinig gevoelig
voor phytophthora.
De teelt van haver op de kleigronden neemt maar een klein areaal in beslag.
Oorzaken hiervan zijn op de eerste plaats de grotere oogstrisico's ten opzichte
van andere gewassen. Daarnaast is de kg-prijs in het algemeen lager dan van
de andere granen.
Voor de goede kleigronden komen de rassen Astor, Condor en plaatselijk
ook Marino voor uitzaai in aanmerking.
Het nieuwe ras Bento, onder nummer als MGH 63-274 bekend, heeft ook
het afgelopen oogstjaar weer goede opbrengsten gegeven en komt voor advies
in aanmerking.
Hieronder enige belangrijke eigenschappen van de haverrassen in cijfers
weergegeven.
Rassen
Stevigheid
van stro
Vroegrijp
heid
Marktbaar-
gedeelte
Korrel-
uitval
Schotgevoe
ligheid
Astor
9
6®
8
7
7
Condor
8"
7
75
6
5
Marino
8
8
8
6
7
Bento
85
6»
7®
6
6
RASOMSCHRIJVING
Astor. Geeft op goede kleigronden hoge opbrengsten. Het stro is kort en
zeer stevig. Heeft een matige grondbedekking en is daardoor een goede dek-
vrucht. Astor is vrij laat rijp. De grote korrel is goed gevuld, maar heeft een
vrij hoog bastgehalte. Is matig gevoelig voor schot en korreluitvaL