1968
Suikerbieten
Y
Rassenberichten
De cijfers in de opbrengsttabel hebben uitsluitend betrekking op resultaten
van proeven op de Zeeuwse Eilanden. Op de proefboerderij „De Scheldemon-
den" werden de proeven steeds aangelegd in 6-voud met één rooitijd; op de
proefboerderij „Zeeland" bij twee rooitijden, per rooitijd in 4-voud.
Per rooitijd geeft de tabel twee reeksen cijfers: 1. de gemiddelde bietenop
brengst; 2. het gemiddelde suikerghalte.
Steeds zijn de omstandigheden waaronder de proeven zijn genomen op de
praktijk afgestemd. Zo werd uitgegaan van precisiezaad, zaaien met een pre-
cisiezaaimachine, chemische onkruidbestrijding en mechanisch rooien zonder
extra voorzieningen. Hierdoor werden de resultaten op praktijkomstandig
heden aangepast.
Gezien de steeds doorgaande ontwikkeling naar minder handwerk, zal het
bietenzaad met een zeer hoge eenkiemigheid en een goede kiemkracht steeds
meer in de belangstelling komen. Het is daarom verheugend dat de kweek-
bedrijven op dit terrein goede vorderingen maken. Het eerste genetisch-één-
kiemig bietenras staat in de Rassenlijst.
Een belangrijke faktor bij de opkomst van de bieten bleek ook in 1967 de
diepte van de grondbewerking in het voorjaar en de daaraan zo sterk ver
bonden zaaidiepte.
In het afgelopen najaar is duidelijk het belang van weinig „zaadpeeën" ge
bleken. Vooral als een zeer hoge stikstofgift had meegewerkt aan de forse ont
wikkeling van de zaadbieten, ging dit veelal ten koste van de kapaciteit en
de kwaliteit van het werk. Een goede resistentie tegen schieten blijft daarom
onverminderd van kracht.
Ook is de machinale rooibaarheid te bevorderen als uitgegaan wordt van
een stevig in de grond staande biet met een zo regelmatig mogelijk niet te
hoog boven de grond uitstekende kop. Niet elk ras is op dit punt gelijkwaardig,
vandaar dat met een bewust gerichte rassenkeuze ook langs deze weg nog wel
wat is te bereiken.
Zwaanpoly vormt een lange, forse biet van een regelmatige vorm en met
een kleine kop, die afwisselend en soms hoog boven de grond uitsteekt. De
sterkere vertakking en de kans op breuk bevorderen de rooibaarheid niet. De
wortelopbrengst is het hoogst hetgeen ondanks het matig hoog suikergehalte
tot een zeer hoge suikeropbrengst leidt. Dit geldt zowel voor de vroege als bij
de latere leveringen.
Monohil heeft erfelijk éénkiemig zaad. De wortelopbrengst, het suikerge
halte en bijgevolg ook de suikeropbrengst zijn vrij hoog tot hoog. De neiging
tot schieten is bij vroege zaai sterk en bij latere zaai vrij sterk. In 1967 toonde
het ras zich in dit opzicht beter.
Klein Wanzleben Polybeta bereikt een vrij hoge tot hoge wortelopbrengst
en een zeer goed suikergehalte. De biet is lang, van boven goed gevuld, vrij
regelmatig van vorm en heeft een vrij kleine kop die meestal weinig boven de
grond uitsteekt. De biet breekt bij het rooien vrij gemakkelijk in de grond af.
Bij normale zaai vrij geringe neiging tot schieten.
Aabece gaf een lange, goed gevulde, wat onregelmatig gevormde biet met
een brede rondhoekige kop die vaak sterk wisselend boven de grond uitsteekt.
De wortelopbrengst en het suikergehalte is vrij hoog tot hoog. De schietervor
ming is bij vroege zaai matig. Overigens vrij geringe neiging tot schieten, vaak
door ontwikkeling van z.g. late schieters.
Klein Wanzleben E blijkt als diploide biet een hoge wortelopbrengst en een
goed suikergehalte te handhaven. Klein Wanzleben E kan bij vroege zaai aan
leiding geven tot schieters; overigens blijkt dit vanouds bekende ras weinig
schietlustig. De biet is vrij lang, vaak wat onregelmatig van vorm en grootte
met een weinig boven de grond uitstekende kop.
Maribo Anglo Poly is eveneens een biet waarvan de kop meestal weinig
boven de grond uitkomt. De grootte en de vorm van de biet is vrij regelmatig.
Het ras vormt matig loof. De schietervorming is vrij gering en neemt bij vroege
zaai tot vrij sterk toe. Maribo Anglo Poly voldoet zowel wat de wortelopbrengst
als het suikergehalte betreft aan hoge eisen.
MIETTEGENSTAANDE een aaneenschakeling van feest-
dagen, zaterdagen en zondagen in de laatste weken van
1967 is het ons, dank zij de zeer gewaardeerde medewerking
van de Rijkslandbouwconsulenten en specialisten in het
Zuid-Westelijke kleigebied en van de Stichting Nederlandse
Uien Federatie te Middelharnis toch gelukt in ons eerste
nummer van het nieuwe jaar 1968 de rassenkeuzeberichten
voor 1968 te brengen.
Uit de vele ter beschikking staande gegevens van de
proefvelden selecteerden de vier Consulentschappen in dit
gebied en de SJtf.Ui.F. het voor onze lezers belangrijkste
cijfermateriaal en gaven daarop per gewas een nadere toe
lichting.
Dit overzicht geeft echter niet de volledigheid van de
43e Rassenlijst voor Landbouwgewassen 1968. Deze geeft
een schat van gegevens over alle landbouwgewassen. De
Rassenlijst kan besteld worden bij N.V. Leiter-Nijpels te
Maastricht, giro 1037754, tegen de prijs van 3,60 per stok,
bij vooruitbetaling te voldoen. Bij afname van vele exem
plaren tegelijk wordt reduktie gegeven.
BI.
<4
Opbrengst suikerbietenrassen 1964/1967
Gerooid Gerooid
le week okt. Ie week nov.
Wortel- Suiker Wortel- Suiker
Rassen opbrengst opbrengst
kg/are kg/are
624.1
564.6
573.7
580.4
576.7
575.3
580.4
567.6
582.4
570.2
536.0
Zwaanpoly
Monohil
Klein Wanzleben Polybeta
Aabece
Klein Wanzleben E
Maribo Anglo Poly
Polykuhn
Polyx
Trirave
Polyrave E
Hilleshög standaard polyploid
591.6
532.6
533.4
540.7
542.3
558.2
534.2
537.2
540.4
540.8
511.1