jV.erigmeststöiïen in Zeeuws-Vlaanderen a) 2) Gerst Gerst Gerst 200 a 300 kg 23 -f 23 -f 0 200 a 300 kg 23 23.+ 0 f™ So K 15 30'«i 300 a 400 kg 17 17 17 dü0 a Mü Kg 10 Vlinderbloemigen Vlinderbloemigen Vlinderbloemigen 400 a 500 kg 0 J5 30 2) 300 a 400 kg 0 -f 20 20 2) 400 a 500 kg 0 15 30 Vlas 350 a 450 kg 0 -f- 20 20 2) 400 a 500 kg 12 10 -f 18 Vlas 200 a 250 kg 23 23 -f 0 250 a 350 kg 0 20 20 Graszaad 250 a 350 kg 17 17 -f 17 2) 200 a 300 kg 23 -f 23 0 2) Grasland (uitsluitend weiden) 250 a 350 kg 25 15 0 300 a 400 kg 20 10 0 6 Graszaad 200 a 300 kg 23 23 0 2) Grasland (uitsluitend weiden) 250 a 350 kg 25 15 0 300 a 400 kg 20 10 0 6 Graszaad 350 a 450 kg 0 15 30 450 a 600 kg 17 11 22 Grasland (uitsluitend weiden) 300 a 400 kg 20 10 0 6 250 a 350 kg 25 15 O lx maaien weiden 500 a 600 kg 20 10 10 350 a 450 kg 25 15 0 Naar behoefte aanvullen met 1 x maaien weiden 350 a 450 kg 25 15 0 500 a 600 kg 20 10 0 6 kali of 2) stikstofmeststoffen. 1 x maaien weiden 500 a 700 kg 17 11 22 400 a 500 kg 0 15 30 2) K-toestand 140 K-^O per ha gegeven. Aardappelen vragen veel kali in verband met opbrengst en kwa liteit. Het huidige advies voor aardappelen is 240 kg K-jO per ha. Aardappelen na bieten geteeld vragen zelfs 60 - 80 kg K^O per ha extra. Bieten nemen kali gemakkelijk op uit de grond en kunnen met minder volstaan (80 kg K2O per ha is voldoende bij goede K-toestand van.de grond). Wanneer granen worden verbouwd en heeft het voorgaande gewas extra fosfaat of kali ontvangen, dan kan" veelal P en K achterwege blijven, wat in de praktijk veelal gebeurt. Op lichte kleigronden geeft men na bieten 40 kg kali extra. Worden bietenkoppen en -blad on- dergeploegd dan komt er weer een behoorlijke hoe veelheid meststoffen in de grond terug. DIJ een bemestingstoestand „goed" op kleigrond kan men rekenen op de volgende hoe Veel - heden P*Or, en K^.O in kg per ha. PlO.-, K..O Konsumptieaardappelen, uien, wortelen 90 230 Pootaardappelen 90-120 230-320 Bieten, vlas, karwij 70 80 Erwten, stambonen, luzerne, witlof 70 120 Gerst 70 20 Tarwe, haver, zaderijen 40 20 Uit het grondonderzoek kan men nagaan of de toestand van de grond afwijkt van „goed". Men zal dan de gewassen meer of minder moeten bemesten. De volgende verhoudingen hebben bij Zeeuws- Vlaamse omstandigheden de grootste kansen van bruikbaarheid Tabel voor de bemesting met meng meststoffen in Zeeuws-Vlaanderen Normale fosfaat- en normale kalitoestand Aardappelen Kleigrond Normale fosfaat- en hoge kalitoestand Hoeveelheid meststoffen in kg per ha Aardappelen Zandgrond Normale fosfaat- en normale kalitoestand Aardappelen 1000 a 1200 kg 16 10 20 700 a 800 kg 25 15 0 1000 a 1200 kg 16 700 a 800 kg 25 15 0 900 a 1100 kg 16 10 20 700 a 800 kg 25 1100 a 1300 kg 12 10 18 1100 a 1300 kg 12 800 kg 0 15 30 700 a 800 kg 0 Bieten Bieten Bieten 750 a 900 kg 20 10 10 600 a 700 kg 25 15 0 800 a 900 kg 17 700 a 850 kg 21 14 14 700 a 800 kg 21 14 7 600 a 700 kg 0 500 a 600 kg 17 17 17 600 a 700 kg 25 15 0 Tarwe Tarwe Tarwe 300 a 400 kg 25 15 0 300 a 400 kg 25 15 0 400 a 500 kg 17 350 a 450 kg 20 10 10 350 a 450 kg 21 14 7 300 a 350 kg 0 350 a 450 kg 21 14 14 0 15 30 2) Door bij het opmaken van een bemestingsplan een prijsvergelijking te maken (gelijkwaardige produk- ten met elkaar vergelijken) kan men meestal ko men tot een zeer beperkt meststoffensortiment. Veelal is met enkele soorten het gehele bedrijf rond te zetten. De bedrijfsvoorlichter zal u hiermede be hulpzaam zijn om een zo beperkt aantal te reali seren. Door gebruik te maken van het grondonder zoek zal *men een kontrole hebben op het gevoerde bemestingsbeleid. Dit kan aanleiding zijn om meer of minder te strooien. Een goed bemest gewas kan de hoogste opbrengst geven. Opmerkingen P is 50 in water oplosbaar 7 MgO toegevoegd chloorarm chloorarm P is 50 in water oplosbaar J. VAN AEKTS, Specialist Bodem en Bemesting R.L.V.D., Axel ÏIET aanvullen met kali kan geschieden met kali- zout 60 en 40 (beide gekorreld verkrijg baar), met zwavelzure kali of met patentkali. Het aanvullen met stikstof kan geschieden met kas, kalksalpeter (Ks), chili of magnesamon (Mg- Kas). Op de lichte gronden, vooral grasland, ver dient de aanvulling met magnesium als MgKas alle aandacht. De volgende meststoffen zijn met elkaar verge lijkbaar: HET aanbod van mengmeststoffen wordt be- invloed door een (van fabriekswege) zo ra tioneel mogelijke produktie en distributie. Een vruchtbaar onderling kontakt tussen fabrikant/ handel en boer/voorlichting kan leiden tot een be perkt assortiment mengmeststoffen. Er zijn veel meststoffen in de handel. Meestal kan de plaatselijke bandelaar alle soorten niet leveren. Dat is ook niet nodig, omdat men als regel streeft naar zo weinig mogelijk mengmeststoffen per be drijf. Praktijk en handel zullen gebaat zijn bij die samenstellingen, welke gemiddeld het beste vol doen voor de te verbouwen gewassen. Welke meststoffen men kiest is afhankelijk van grondsoort en het te verbouwen gewas. Jonge zee- kleigronden hebben veelal een hoge kalitoestand, men kan daardoor met minder kali volstaan. Vroeger werd aan aardappelen bij een'normale vervangbare soort (en) 26 14 0 20 20 0 23 10 11 16 8 8 14 14 14 15 15 15 14 14 14 Soort Ieder gewas stelt zijn bepaalde eisen; Boontje komt om zijn loontje.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 24