aanvoeren, wees dan niet bang voor een hoge olie-
rekening.
Tomaten kunnen we in het voorjaar belangrijk
vervroegen door in de periode 1520 maart te plan
ten en er bij te stoken. In verband met de grond-
t^mperatuur niet eerder planten dan half maart.
Het verschil in dag- en nachttemperatuur moet
minstens 5 C bedragen, dus overdag zo nodig ook
wat bijstoken. Stoken met een kiertje lucht kan
nodig zijn.
Voor deze teelt nemen we een vroeg ras, b.v.
Maascross*-of Extase..
Een bezwaar van de warmeluchtteelt is, dat het
gewas gauw zwaar en welig wordt.
In de herfst kan er wat worden bijgestookt om de
afrij ping te bevorderen en een goede kwaliteit te
handhaven. Met dit bijstoken moet niet te laat wor-
een thermostaat is aan te bevelen; dit bespaart
stookkosten. Hang deze op een koude plaats. Con
troleer met meerdere thermometers de tempera
tuur op verschillende plaatsen in de kas, zodat U
weet waar de temperatuur te sterk achterblijft.
Warmeluchtkachels kunnen geheel of gedeeltelijk
geautomatiseerd worden. Er zijn kachels met vak
branders en met drukverstuivers. Geperfectioneer
de warmeluchtkachels zijn zuiniger in gebruik dan
een eenvoudig type, maar vragen een hogere in
vestering.
KUNNEN WE MET ANDERE KACHELS
HETZELFDE EFFECT BEREIKEN
De laatste tijd worden er veel kachels aangeschaft
met het doel hetzelfde effect te bereiken als met
al heeft bij CO--dosering de warmte een gunstig
neveneffect.
Als we niet te hard bijstoken kunnen we met
deze apparaten in sla wel wat doen. Sla kan wel
wat hebben. Bij aardbeien wordt het moeilijker.
Daarvoor moeten we deze apparaten alleen zien
als CC>2-bron.
Bij tomaten moeten we ook oppassen. Deze
kachels zijn wel geschikt om in een koude nacht
wat te verwarmen als we begin april planten. Ech
ter niet om fiks bij te stoken als we half maart
planten. In de herfst zullen de overtollige rook
gassen waarschijnlijk minder kwaad doen.. Een
voordeel van de meeste van deze kachels is
dan wel, dat we ze onderdoor het gewas kunnen
laten blazen.
Een bezwaar van deze apparaten is ook dat we
Eenvoudige warmeluchtkachel.
Salamander met mantel. Geperfectioneerde warmeluchtkachel, hangend model.
Luchtstroom bij warmeluchtkachelverwarming van de zijkant af gezien.
Geautomatiseerde C Ou brander.
den begonnen.
Als de nachttemperaturen te laag zijn, moeten
we hier half augustus al mee beginnen. Een be
zwaar van dit stoken is, dat de warmte moeilijk
door het gewas te krijgen is. We kunnen dit be
zwaar enigszins opvangen door ruim blad te pluk
ken en bij de uitblaasmond van de kachel het ge
was uit te buigen, zodat luchtkanalen ontstaan.
Komkommers kunnen in het voorjaar ook wat
worden vervroegd, mits er ook een broeiveur is,
aangebracht.
Tegenwoordig zijn vele warmeluchtkachels zó
uitgerust dat de rookgassen zowel in als buiten de
kas gebracht kunnen worden. Ze kunnen dus ook
gebruikt worden voor CC>2-dosering. Wel moet dan
petroleum en geen huisbrandolie worden gestookt.
We stoken dan b.v. 's nachts voor temperatuurver-
hoging en vanaf één uur vóór zonsopgang laten we
de rookgassen in de kas stromen. We hebben dan
warmte en COo.
Het is wel aan te bevelen om bij het gebruik van
warmeluchtkachels plasticfolie aan te brengen langs
de kaswand om voldoende de koude van buiten te
weren door een isolerende laag. Het gebruik van
een warmeluchtkachel. Dit zijn salamanders, R. G.
B., Propjet, Wing Flame, Holland Heating, Priva
COj-.kanon, Master enz.
De salamanders zijn aanvankelijk ontwikkeld als
een eenvoudige warmtebron voor loodsen e. d. De
andere apparaten zijn CCh-branders. Constructie,
materiaal en prijs lopen sterk uiteen. De meeste
zijn verdampingsbranders. De duurste zijn uitge
rust met een drukverstuiver.
Salamanders vragen een lage investering, maar
meer controle bij gebruik. Na enkele jaren zijn ze
versleten.
Nu zijn er tuinders die met salamanders hetzelfde
bereiken als met een warmeluchtkachel. Ze hebben
op deze kachels een rookafvoer en kunnen de rook
gassen zowel binnen als buiten de kas klaren.
Door middel van een lange afvoerpijp door de kas
trachten ze zoveel mogelijke warmte te benutten.
Ventilators zorgen voor de verdeling.
Kachels die hun rookgassen altijd in de kas lozen
zijn voor een behoorlijke bijverwarming niet te ge
bruiken.. Moetep we hiermee flink stoken, dan kan
er schade ontstaan. In dit opzicht moeten we onder
scheid maken tussen verwarming en C02-dosering,
naast CO2 ook waterdamp in de kas brengen, wat
de luchtvochtigheid verhoogt.
CONCLUSIES
1. De temperatuurbeheersing en warmteverdeling
zijn het beste bij buis ver warming.
2. De warmteverdeling bij andere verwarmings
apparatuur is maar matig, de grondtempera-
tuur blijft ook sterk achter.
3. Vóór men tot aankoop van een kachel over
gaat moet men zich afvragen welke eisen aan
de verwarming moeten worden gesteld, welk®
capaciteit nodig is en hoe we de beste opstel
ling krijgen.
4. De warmeluchtkachel biedt voor de praktijk
een aantal mogelijkheden. 41
5. Met andere kachels kunnen we hetzelfde b«*
reiken als er een rookafvoer is.
6. Kachels zonder rookafvoer moeten we hoofA»
zakelijk zien als CC>2-bron.
B. BAIJENSE
R T. V. D, Goe®.