Stoken,
waarmee
Hoe?
22
EISEN, DIE WE AAN EEN WARMELUCHT
KACHEL E. D. MOETEN STELLEN.
Vroeger waren er stooktuinders en koudglas-
tuinders. Later is er de categarie warmelucht tuin
ders bijgekomen. Tegenwoordig is er ook nog de
groep „ploffertuinders" bijgekomen. We bedoelen
daarmee dat de laatste tijd bijna iedere tuinder wel
eens wat bijstookt, hetzij voor warmte, hetzij voor
CO2 of voor beide. Zijn dit ook stooktuinders of is
men dat alleen maar als men met buisverwarming
werkt? Over deze vraag zullen we ons niet het
hoofd breken.
Wel constateren we dat warmeluchttuinders het-
delfde trachten te bereiken als hun collega's met
buisverwarming en dat ploffertuinders ook al die
richting uitgaan.
We willen hier duidelijk stellen dat alle andere
verwarming dan buisverwarming slechts bijverwar
ming is. We kunnen nu eenmaal geen tomaten
Eenvoudige C Oa kachel.
Bij de warmeluchtkachel treedt de lucht op als
transporteur van de warmte. De ventilator blaast
de lucht langs de warmtebron x vervolgens in de
kas. De opgewarmde lucht verwarmt de kas en
keert weer naar de kachel terug. (Zie tekening II.)
De lucht, die door de ventilator in beweging
wordt gebracht, zal de weg van de minste weer
stand volgen. Dit heeft tot gevolg dat er dode hoe
ken ontstaan, waar de temperatuur aanzienlijk lager
blijft. De opgewarmde lucht stijgt eerst naar boven
en gaat vervolgens de kasruimte vanonder ver
warmen. Zodoende zal de temperatuur bij de grond
lager zijn dan boven in de kas. (Zie tekening III.)
Bij warmeluchtkachels ontstaat door de lucht,
die langs de grond strijkt, wateronttrekking van de
bovenlaag. Bij buisverwarming wordt de koude
van de buitenkanten opgevangen door buizen
langs de gevel. Bij warmeluchtkachels is dit niet
1.
2.
Hoog rendement. Dit moet minstens 80 zijn,
dus er mag hoogstens 20 van de geprodu
ceerde warmte verloren gaan.
Voldoende luchtverplaatsing. Per 10 kcal, te
leveren warmte moet ongeveer 1 ma lucht
per uur worden verplaatst om een vrij goede
warmteverdeling te krijgen. Hoe hoger de tem
peraturen, hoe meer hrchtverplaatsing er moet
zijn.
Degelijke constructie. Bij goed onderhoud moet
de kachel minstens 10 jaar mee kunnen gaan.
Gemakkelijk schoon te maken. De kachel moet
hiervoor niet helemaal uit elkaar gehaald be
hoeven te worden.
Niet te moeilijk verplaatsbaar.
Goed regelbaar in verschillende standen.
Voldoende capaciteit. Hiervoor moeten we de
warmtebehoefte kennen.
DE BENODIGDECAPACITEIT
We moeten niet lukraak een kachel kopen en
maar eens proberen. Het is gewenst om de warmte
behoefte, te berekenen. Deze hangt o.a. af van de
inhoud, vorm, constructie en ligging van de kas.
Globaal kunnen we zeggen dat om 1° C tempera-
tuursverhoging te krijgen t.o.v. de buitenlucht er
812 Kcal. per uur en per m- grondoppervlakte
nodig is.
Om dus voor 1000 m2 kas 'één temperatuursver-
hoging te verkrijgen van 15° C., is ongeveer 120.000
180.000 Kcal. nodig.
Voor grotere kassen is het beter om meer kleine
re kachels te nemen dan één hele grote kachel, bijv.
als we meer dan 100.000 Kcal. moeten aanwenden.
De ervaring is, dat de luchtverplaatsing niet veel
verder gaat dan 30 m. Bij de opstelling moet hier
mee rekening worden gehouden.
MOGELIJKHEDEN IN DE PRAKTIJK
Bij aardbeien en sla worden warmeluchtkachels
veel gebruikt. En met succes.
Bij aardbeien begint men 1 februari wat bij
V s/TQ/Z'igS cour/n
/HCAti/Z-OOfTI
Warmteverdeling huisverwarming.
Luchtstroom bij warmeluchtkachel van bovenaf gezien.
planten in februari als we alleen maar warme
luchtkachels hebben. Ook is het moeilijk mei plof
fers en dergelijke apparaten in december en janu
ari sla groot te krijgen. De mogelijkheden zijn dus
beperkt.
In dit artikel willen we stilstaan bij de verschil
len van buisverwarming met andere verwarmings
apparatuur en bij de eisen die we moeten stellen
aan de apparatuur en de mogelijkheden in de prak
tijk.
VERSCHILLEN BUIS VERWARMING
ANDERE VERWARMINGSAPPARATEN
Bij een goed aangelegde buisverwarming kan in
alle delen van de kas dezelfde temperatuur wor
den verkregen. Er ontstaat een zwakke luchtstroom,
die veroorzaakt wordt door de opstijgende warmte
van de buizen.
Bovendien verhoogt de stralingswarmte van de
buizen de temperatuur van de grond en het blad
oppervlak. (Zie tekening I.)
het geval, waardoor de buitenkanten achterblijven.
Bij warmeluchtkachels is er een groot verschil tus
sen uitblaas- en aanzuigtemperatuur. Het gevolg
daarvan is een afwijkend gewas in de buurt van
de kachel. Het gebeurt wel dat afgekoelde lucht
weer door de ventilator wordt meegezogen voor
dat deze is opgewarmd.
In hoge gewassen zal de warmteverdeling minder
goed zijn door de weerstand die de lucht van het
gewas ondervindt. Een belangrijk punt is ook, dat
de grondtemperatuur bij warmeluchtkachels teveel
achterblijft.
Bij buis verwarming is de mogelijkheid van grond-
verwarming aanwezig. Het brandstofverbruik van
warmeluchtkachels is hoog. De brandstofkeuze is
beperkt tot petroleum en huisbrandolie.
Voordelen t.o.v. de buisverwarming zijn: lagere
investering, gemakkelijk te verplaatsen, men kan
er COi> mee doseren. Gewassen, zoals aardbeien en
sla, hebbben geen hinder van de stralingswarmte
van de buizen. De luchtstroom, die in de kas ge
bracht wordt, kan soms gunstig werken. Men kan
de ventilator ook alleen gebruiken om de lucht in
beweging te brengen.
te stoken om het gewas te vervroegen. Na enige
tijd brengt men de minimum-nachttemperatuur op
10° C. en de minimum-dagtemperatuur op 15° C.
Men kijkt ook naar de hoeveelheid licht. Bij don
kere dagen deze genoemde temperaturen wat
lager en bij lichte dagen wat hoger.
Op zonnige dagen in het vooriaar mag de tem
peratuur gerust oplopen tot 25" C.
Sommige tuinders beginnen in aardbeien met
warmeluchtkachels begin januari al bij te stoken.
Een bezwaar is dat de grondtemperatuur teveel
achterblijft. Met buisverwarming gaat dit beter.
Bij sla is de warmeluchtkachel ook goed te ge
bruiken. Sla vraagt ook geen hoge temperaturen.
Bij vorst moet natuurlijk de capaciteit voldoende
zijn en de warmteverdeling niet te wensen over
laten.
Om in december en januari sla oogstbaar te krij
gen met deze apparatuur is moeilijk. De grond
temperatuur is dan laag en is moeilijk op te voeren.
Vele tuinders laten de grondtemperatuur eerst te
veel zakken en dan wordt het nog moeilijker om
deze op te voeren. Wilt U werkelijk in deze tijd sla