Wist U dat....?
Verzekeringszaken
DOET UW VOORDEEL
De Onderlinge Verzekerings Maatschappij van
de Z. L. M. groeit gestadig. Eind november werd de
20.000e polis ingeschreven, waardoor opnieuw een
mylpaal is bereikt. Dat de maatschappij zich vooral
de laatste jaren sterk heeft ontwikkeld valt af te
leiden uit de volgende cijfers:
Opgericht in 1951, werd in januari 1959 de 5.000e
polis ingeschreven; in januari 1963 de 10.000e po
lis; in juli 1965 de 15.000e post en eind 1967 de
20.000e post. Over deze ontwikkeling kunnen wij
tevreden zijn. Toch blijkt uit een onderzoek, dat
nog lang niet alle motorvoertuigen van de leden
van Z. L. M. en N. B. M. L. bij onze maatschappij zijn
verzekerd. Wat de personenauto's betreft is het
percentage wel zeer hoog, n.l. rond 85 Met name
in de sector traktoren en bromfietsen is echter nog
een groot percentage elders verzekerd. Daarvoor
is een eenvoudige verklaring te geven, n.l. dat bij
de personenauto's het premieverschil met partiku-
liere maatschappijen in de honderden guldens loopt,
terwijl dit premieverschil bij traktoren en bromfiet
sen minder in het oog springt. Toch zijn voor deze
sectoren de premieverschillen en gunstiger voor
waarden evenmin te verwaarlozen en eigenlijk
evenzeer in het oog springend. Het gaat alleen om
kleinere bedragen.
Enkele voorbeelden ter illustratie:
Object
Personenauto's
Traktoren
Bromfietsen
Wij zouden deze voorbeelden nog uit kunnen
breiden met combines, landbouwmachines, cara
vans etc.
De verschillen zya by een all-risksverzekering
groot. Uiteraard zijn de verschillen voor een W.A.-
dekking minder groot maar toch altijd nog zó, dat
het zin heeft de verzekering elders op te zeggen
en bij de eigen Onderlinge onder te brengen. Daar-
by gaan we dan maar voorbij aan het feit, dat uw
belangen bij de eigen organisatie beter gewaar
borgd zijn. Overigens zijn de genoemde premies van
partikuliere mijen een gemiddelde. Bij sommige
mijen liggen ze zelfs nog hoger; bij andere mogelijk
wat lager dan in ons voorbeeld genoemd.
Verzekeringsvoorwaarden
Behalve de grote premieverschillen biedt onze
Onderlinge nog andere, niet te onderschatten, voor
delen; Zo is de W.A.-dekking by ons 1.000.000 ter-
wyl de meeste maatschappijen slechts tot 250.000
(de wettelijk voorgeschreven W.A.-dekking) gaan.
Onze W.A.- en kaskoverzekering dekt het risiko
in geheel Europa, behalve enkele Oosteuropese lan
den. De groene kaart is gratis.
De partikuliere maatschappijen vragen voor een
buitenlanddekking extra premie.
Het eigen risiko is bij personenauto's, wat de
kaskoschade betreft, 50 zowel in binnen- als
buitenland. Bij andere maatschappijen is dat 100
in het binnenland en 150 eigen risiko in het bui
tenland.
Verder zou er nog te praten zijn over het in
rekening brengen van extra kosten bij wijzigingen
etc.; hetgeen bij ons niet geschiedt.
U ziet, dat vooral ook onze voorwaarden gunsti
ger liggen.
Hoewel een Onderlinge of Coöperatie nooit
op 100 deelname mag rekenen moet wel het
streven daarop gericht blijven. Dat we met de trak
toren maar ruim 60 halen en bromfietsen nog
een lager percentage, is wellicht te wijten aan on
bekendheid van de leden met de vele voordelen,
die de eigen Onderlinge biedt. Aan onvoldoende
voorlichting op dit punt zouden wy schuldig kun
nen zijn.
Vandaar bovenstaand relaas met enkele voor
beelden. Laten de leden zich de voordelen die de
eigen organisatie biedt, niet ontgaan. Onze ver
tegenwoordigers kunnen u nader inlichten, even
tueel opzeggingen elders en aanvragen voor eigen
maatschappij voor u verzorgen.
de L.
p
otl
O
*'E'
O a
D
OC
en c
ÏÏM
Ue 0)
i TJ
S C
CO
■ïïj*
I
U
-J CO
CL.
43
is,
>.s
8.000 ƒ282 ƒ525 ƒ243
10.000 68 ƒ125 57
800 38 56 18
DE OOGSTEN IN DE E. E. G.
Volgens het bureau voor de statistiek van de
E. E. G. is de graanoogst van de gemeenschap 800.000
ton groter dan men oorspronkelijk had voorzien en
wordt nu geraamd op 68,7 miljoen ton. Dit komt vol
gens het bureau door een verhoging van de opbrengst
per hectare tot 32.800 kg tegen 32.400 kg per hec
tare bij de raming van november. De oogst voor de
verschillende graansoorten is nu als volgt; tarwe 31,4
(vorige raming 31,1) miljoen ton, waarvan 2,8 (2,7)
miljoen ton harde tarwe, gerst 15,9 (15,7) miljoen
ton, haver en gemengde zomergranen 8,7 (8,5) mil
joen, mais 7,7 (7,6) miljoen ton en gepelde rijst
709.000 (707.000) ton.
De peulvruchtenoogst van de gemeenschap kan vol
gens een voorlopige raming uitkomen op 1.013.000
ton tegen 983.000 ton in 1966 en 1.071.000 ton als
gemiddelde over de jaren 1962/66. Van deze oogst
bestaat ongeveer 53 procent of 539.000 ton uit tuin
bonen.
De aardappeloogst van de E. E. G. wordt dit jaar
geraamd op 42,4 miljoen ton tegen 39 miljoen ton in
1966 en 43,6 miljoen ton als gemiddelde over de jaren
1962/66. Volgens de raming bestaat 2,2 miljoen ton
van de oogst uit vroege aardappelen tegen 2,1 mil
joen in het voorgaande jaar en 2,3 miljoen ton als
gemiddelde over 1962/66.
L, il in fiscale kringen soms vragen rijzen die
E* op het eerste gezicht voor boer of tuinder
helemaal geen vragen zijnStel U voor de vraag
„wat is een landbouwbedrijf?"
Deze vraag is evenwel, hoe eenvoudig ook lij
kend, op het fiscale erf een strijdvraag. Bij de be
handeling van de Rijksbegroting 1968 zijn hierover
door één onzer agrarische kamerleden vragen ge
steld aan de Minister van Financiën en deze heeft
hierop geantwoord.
In het Besluit Ink. Bel. 1948 was in art. 18 een
wettelijke omschrijving gegeven van wat onder
landbouwbedrijf was te verstaan.
Voorzover van belang laten we dit artikel hier
volgen:
art. 18. 1. Landbouwbedrijf in de zin van dit be
sluit is elk bedrijf, dat gericht is op het
met behulp van natuurkrachten winnen
van planten of plantendelen, dan wel op
het fokken, telen of houden van dieren,
INDIEN DAARBIJ HOOFDZAKELIJK
VOORTBRENGSELEN VAN HET
EIGEN LANDBOUWBEDRIJF WOR
DEN VERBRUIKT, zoals:
1. akkerbouw, tuinbouw, fruitteelt,
bloemenbollenteelt en boomkweke-
rij;
2. veehouderij, vetweiderij en pluim
veeteelt.
J\jU was het begrip landbouwbedrijf onder het
Besluit I.B. 1941 vooral van belang in ver
band met de landbouwvrijstelling van art. 6 lid 2.
Daar deze „landbouwvrijstelling" in het ontwerp
van de nieuwe Ink. Bel. niet voorkwam, was ook
geen omschrijving van dit begrip in het wetsont
werp opgenomen. Toen door het bekende amende
ment Lucas de landbouwvrijstelling echter toch
weer in de wet kwam, is verzuimd het begrip land
bouwbedrijf weer op te nemen.
Blijkens zijn antwoord aan de Tweede Kamer
meende de toenmalige staatssecretaris van Finan
ciën, dat dit tot gevolg zou hebben dat de oude
opvatting zou kunnen blijven gelden, wat dan ook
vrij algemeen werd aangenomen. Geheel zeker was
dit echter niet.
iyu waren er ook onder de werking van het
I.B. 1941 wel moeilijkheden. Deze zaten in
de met hoofdletters gezette tekst van art. 18 hier
boven. Een pluimveehouder die b.v. vrijwel alle
voeder door aankoop en dus niet uit eigen land
bouwbedrijf verkreeg, was volgens art. 18 lid 1 als
pluimveehouder wel opgenomen in de groep land
bouwbedrijven, maar viel daar weer uit omdat hij
niet hoofdzakelijk voortbrengselen van eigen land
bouwbedrijf als voeder gebruikte. Volgens de juris
prudentie zou dan tenminste 70 van het voeder
uit eigen landbouwbedrijf moeten komen. Dit is
voor onze veredelingslandbouw een kwalijke zaak.
JV U was indertijd door Financiën in uitzicht ge-
steld dat men de zaak bestuderen zou. Naar
de resultaten van deze studie vroeg nu het lid van
de Tweede Kamer mr. Brouwer, en thans kreeg hij
antwoord van de tegenwoordige staatssecretaris van
Financiën dat als volgt luidt: ,Jflede namens de
minister van Landbouw en Visserij, met wie ik
hierover uitvoerig overleg heb gepleegd, kan ik
mededelen dat het begrip restrictief (beperkend)
moet worden geïnterpreteerd (uitgelegd) op de
wijze zoals het in 1964 werd uitgelegd. Dit betekent
dat bij nieuwe ontwikkeling en in de landbouw,
waardoor op het bedrijf veredelingslandbouw ont
staat, die meer een industrieel karakter heeft, dit
bedrijf niet voldoet aan het begrip „landbouwbe
drijf" in de zin van de wetgeving, welke zegt, dat
hoofdzakelijk voortbrengselen uit eigen bedrijf
moeten worden gebruikt in geval van veeteelt,
pluimveeteelt en dergelijke. Ik meen dat een der
gelijke interpretatie juist is, zowel historisch ge
zien als ten opzichte van andere ondernemers, die
deze vrijstelling niet hebben."
Tot zover het antwoord van het Departement van
Financiën. Het is stellig even duidelijk als teleur
stellend. Over de consequenties en mogelijke ge
volgen wil ik in een volgend artikeltje nog enkele
opmerkingen maken.
MEIJERS.
DE HEER A. M. GELUK VOORZITTER
VAN CEBECO
In de op donderdag 21 december j.l. te Amster
dam gehouden algemene vergadering van Cebeco-
Rotterdam is de heer A. M. Geluk te Schuddebeura
gekozen tot voorzitter van deze landbouwtopcoöpe-
ratie. De heer Geluk die in landbouwkringen in Zee
land grote bekendheid geniet, is onder meer Dijk
graaf van het Waterschap Schouwen-Duiveland en
kring voorzitter van en dagelijks bestuurslid namens
de Kring Schouwen-Duiveland der Z. L. M. Bij de
vele gelukwensen, die de heer Geluk bij zijn be
noeming tot voorzitter van deze voor onze boeren
zo bijzonder belangrijke overkoepelende coöpera
tieve instelling mocht ontvangen, willen wij gaarne
de onze voegen
Verzekeringszaken
DE ZIEKENHUISKOSTENVERZEKERING
In het Kerstnummer van het Zeeuws Land- en
Tuinbouwblad is er onder de titel „Goed nieuws
voor de Z. L. M.-leden" mededeling gedaan van het
feit, dat de verzekeringinstellingen van de Z.L.M. 'n
overeenkomst hebben aangegaan met de Vereni
ging voor Ziekenhuisverpleging op Zuid- en Noord-
Beveland (verder te noemen Z.H.V.). Deze overeen
komst houdt in, dat met ingang van 1 januari 1968.
de Z. L. M.-leden zich kollektief kunnen verzekeren
tegen ziekenhuiskosten etc. bij de Z. H. V.
Diè Z. L. M.-leden, die reeds bij de Z. H. V. ver
zekerd zijn, kunnen op eenvoudige wijze naar deze
kollektieve van de Z. L. M. overstappen. Zij dienen
slechts een briefje aan de Z. H. V. te schrijven,
waarin verzocht wordt de lopende verzekering met
ingang van 1 januari 1968 via de kollektieve van de
Z. L. M. te laten lopen.
In de verzekeringsvoorwaarden komt er dan geen
enkele wijziging. Wat zich wel wijzigt is de premie
betaling. Deze dient éénmaal per jaar te geschie
den. Men ontvangt, bij deelname aan de kollektieve
verzekering, de nota in het vervolg van de verzeke
ringen van de Z. L. M. Op deze nota zal dan een
Z. L M.-premiekorting van 8 gegeven worden.
Dit laatste is uiteraard zeer belangrijk.
Haast U.
Willen diè Z. L. M.-leden, die reeds bij de Z. H. V.
verzekerd zijn, nog met ingang van 1 januari 1968
van voornoemde 8 premiekorting profiteren, dan
zullen ze zeer snel moeten handelen. Dan dient nog
deze week het eerder genoemde briefje aan de
Z. H. V. geschreven te worden. Doet u dit niet
dan zult u met overschrijving naar de kollektieve
verzekering moeten wachten tot 1 juli 1968. Over
het 1e halfjaar 1968 mist u dan de 8 premiekor
ting
Wie elders verzekerd is
Dié Z. L. M.-leden die elders tegen ziekenhuis
kosten etc. verzekerd zijn, kunnen uiteraard niet
metéén van voornoemde kollektieve verzekering
profiteren. Ons advies aan hen is in ieder geval te
informeren naar de gunstige premie- en dekking-
voorwaarden van de Ver. Ziekenhuisverpleging op
Zuid- en Noord-Beveland. In vele gevallen zullen
zij tot de ontdekking komen, dat het een belangrijk
voordeel geeft hun verzekering elders te beëindi
gen en over te stappen naar de kollektieve van de
Z. L. M. Daarbij zal uiteraard de geldende opzeg
gingstermijn in acht genomen moeten worden. Een
verzoek om nadere inlichtingen kunt u richten aan
de Verzekeringen van de Z. L. M., Postbus 72 te
Goes, of telefonisch 011005010.
Stel niet uit tot morgen, wat u heden kunt doen I
de L.
19