Uw toekomst
in de Delta!
„De vrijheid gaat gepaard met vele moeilijkheden"!
17
f\P een moment als dit bij het begin van onze
studiedag doorkruisen vele gedachten
elkaar. De voorbereiding, maar vooral de keuze van
het thema van deze dag, eist een volledige her
oriëntatie van de tot nu toe gevolgde gedachten-
gang. Waar wij in het verleden de grote mogelijk
heden tot ontplooiing van het Zeeuwsch-Vlaamse
landbouwbedrijf in zagen zij komen nu gedeelte
lijk op de helling te staan.
Zo zagen wij in de vijftiger jaren de mechanisatie
als het doel. In de zestiger jaren bleek bij een be
drijfseconomische benadering deze uitbreiding toch
niet dè oplossing te zijn. Nu aan de vooravond van
de zeventiger jaren moeten wij „de intensivering"
aan dit geheel toevoegen. En dit zal niet de laatste
fase zijn. Aldus de voorzitter, de heer A. de Feijter,
ïn zjjn openingswoord op de negende Zeeuws-
Vlaamse studiedag die dinsdag 19 december te Ter-
neuzen onder grote belangstelling werd gehouden.
De ontwikkelingen in ons maatschappelijk bestel
gaan echter dermate snel dat wij het ons niet kun
nen permitteren om een afwachtende houding aan
te nemen.
Elke stilstand of rustperiode zal een achterstand
opleveren die moeilijk meer in te halen zal zijn.
De keuze in deze is echter zeer beperkt. Naast
de mogelijkheid van op de oude voet doorgaan be
staat er ook het wenkend perspectief van de ver
nieuwing. De structuurverandering door middel van
de intensivering kan één van deze zijn.
VOOR wij echter de oude bekende schoenen weg
gooien, zou ik samen met u eens een balans
op willen maken van wat er was en wat er nog over
is. De mogelijkheden in de vijftiger jaren, wat
keuze uit winstgevende gewassen betrof, waren
vele. Het opstellen van een bouwplan in die tijd,
met peulvruchten, brouwgerst, vlas, karwij, enz.
was in het licht van vandaag gezien geen moeilijke
opgave. Het geïnvesteerde kapitaal t.o.v. de bruto-
opbrengst was gunstig. Afzetprobblemen waren
geen algemeen beeld, terwijl er per 8 ha grond ge
middeld één arbeidskracht aanwezig was. Stellen
wij hiernaast een beeld van 1967 dan moeten wij tot
de conclusie komen, dat de zojuist aangehaalde teel
ten nauwelijks meer tot ons bouwplan behoren. Zelfs
door een sterke daling van het aantal arbeiaskracn-
ten nu nog 1 man per 15 ha zijn deze teelten
niet meer winstgevend te noemen. Naast tarwe, sui
kerbieten en aardappelen biedt ons de huidige struc
tuur weinig perspectief. Als wij daarbij nog beden
ken dat de Europese prijzenpolitiek voor gra
nen en suikerbieten weinig aanpassing meer zal
geven, dan kunnen wij gezamenlijk uitrekenen, dat
ook hiervan de rentabiliteit zal dalen, ondanks me
chanisatie en meer rationele aanpak van de teelt
techniek.
Het was dan ook de heer Wellen (directeur-gene
raal van de landbouw) die op onze vorige Studiedag
zei dat onze bedrijven in oppervlakte te klein (ge
middeld 20 ha) en de grondprijs veel te hoog was,
om de traditionele graanprodukten in ons bouw
plan te kunnen handhaven. Daar vloeit uit voort,
volgens de heer Wellen, dat de landbouw een deel
van de tuinbouw zal moeten overnemen. Dit om op
die manier de bruto-omzet op zulk een niveau te
brengen dat er in de toekomst mogelijkheden blij
ven voor een inkomenspositie die gelijkwaardig is
aan die in andere sectoren. Bedenken wij hierbij
dat de economen verwachten, dat over twintig jaar
het inkomen gemiddeld verdubbeld zal zijn in de
andere sectoren van onze samenleving, dan ziet u
dat economisch, maar zeker ook sociaal gezien, de
aanpassing en structuurverandering in de landbouw
op gang dient te komen. Hoe deze verandering voor
een ieaer van u precies zal worden, is niet te voor
spellen omdat de wegen van de specialisatie een
scheiding in zich zullen hebben. De aanpak tot in
tensivering zal een sterk individueel karakter dra
gen. De belangstelling en deskundigheid van veel
ondernemers is verschillend.. Zo zal de één grote
eenheden vee aantrekkelijk vinden, de ander fruit
teelt verkiezen boven de bloembollen. Ook de keuze
van grote akkerbouwbedrijen of concentratie van
deze, zijn niet ondenkbaar. Dit laatste zal echter
ten koste gaan van velen die nu nog zelfstandig zijn.
r)CH is een ontwikkeling in die richting in
Zeeuwsch-Vlaanderen ook reeds zichtbaar.
Waren er in 1955 nog ruim 3100 geregistreerde on
dernemers in de landbouw, in 1965 telde men er nog
25000. Een afname van ruim 600 bedrijven, het
geen zich hoofdzakelijk afspeelde in de grootte
klasse beneden de 10 ha. Men moet zich wel reali
seren dat als de categorie tot 10 ha gedeeltelijk ver
dwenen is, de groep van 1020 ha aan de beurt
komt, en dat dit dan zeker nog in versneld tempo
zich zal voltrekken. Een gelukkige oorzaak kan
zijn dat de generatiedruk in ons gebied niet te groot
is. Recente cijfers wijzen in de richting dat voor
elke drie bedrijven er ongeveer twee opvolgers zijn.
Doch als wij dit alles bij elkaar optellen dan zou
theroretisch gezien de gemiddelde bedrijfsgroot-
te tegen de 40 ha komen te liggen.
En dan vraag ik u: Vindt u dit het ideale akker
bouwbedrijf, met de bekende akkerbouwgewassen
voor over twintig jaar? Hierop kan alleen met klem
„neen" worden gezegd. Ook al beweren onze land-
bouwvoormannen nog zoveel het tegendeel. Zij
zwijgen als ze de Franse minister van landbouw in
de E.E.G.-mimsterraad horen verkondigen dat in
1985 nog eens 50% van de nu nog aanwezige boeren
het veld zullen moeten ruimen. En dat is dan de
realiteit, daar wordt een E.E.G.-beleid op uitgestip
peld. Dit is dan de prijs aan de landbouw toege
kend voor een haast onmenselijke inspanning en
expansie van de laatste twintig jaar. De prouukti-
viteit en het opbrengend vermogen in de landbouw
is na 1950 dermate gestegen dat de industrie, vol
gens de Amerikaanse econoom Boulding, zich heeft
kunnen ontplooien tot de nu alom bekende hoogte.
r)EN in de Middeleeuwen het drieslagstelsel in
de landbouw werd ingevoerd, kwam er zoveel
arbeid uit die landbouw vrij, dat met deze vrijko
mende arbeid de kathedralen van Europa gebouwd
zijn. Evenzo zijn de fundamenten voor de grote
groei der industrie, ook hier in Terneuzen, aan de
agrarische revolutie van de twintigste eeuw te dan
ken. En wij leven nu in de periode van de naweeën.
Het is onze opdracht om los van het verleden een
beeld te vormen voor de komende generatie. De
keuze nu gemaakt kan ver strekkende gevolgen
hebben, omdat wij weliswaar nu nog leven tussen
de barrières van de landsgrens en de Schelde, doch
straks open komen te liggen als een Delta tussen
het Nederlands/Belgische en Noord-Franse indus
triebekken. Een opeenhoping van mensen, in een
cirkel van ongeveer 100 km rondom ons, wier aantal
in miljoenen geschreven wordt, die dan hun eisen
zullen stellen. Zij zullen hun boterham willen be
leggen, voor groente en fruit willen betalen en met
bloemen hun leefruimten willen versieren. De
vraagtekens van het wanneer en hoe" zullen van
daag niet beantwoord worden. Vandaag is het de
bedoeling te komen tot een gedachtenvorming,
mogelijk een positiebepaling. Voor de keuze en
uitwerking zelve, bent u zelf het instituut. Het
landbouwconsulentschap, onverbrekelijk aan ons
gebied verbonden, zal op haar praktische wijze ons
steunen en begeleiden, daar waar wij een beroep
op hen doen.
Wijlen president Kennedy heeft eens gezegd:
„De vrijheid gaat gepaard met vele moeilijkheden."
U Zeeuws-Vlaamse boeren, die in het verleden ge
toond hebt niet bang te zijn, ook nu weer gaat het
om uw bedrijf en zult u weer beslissingen moeten
nemen. U mag echter nog in volle vrijheid de stra
tegie bepalen, binnen de barrières, voor uw toe
komst in de Delta! aldus de heer De Feijter.
PINGEM VAN DE WEEK
Van velerlei beschouwingen over tal van onder
werpen hebben we in de afgelopen weken kennis
kunnen nemen. De kranten, tijdschriften en vakbla
den stonden vol met overzichten en prognoses. Er
waren optimistische en pessimistische geluiden.
Verheugend is. het dat de grote mannen in het
Nederlandse industriële leven allemaal ervan over
tuigd zijn dat de economische vooruitzichten voor
de komende tijd gunstig zijn. Er is het vertrouwen,
dat we weer voor het begin staan van een periode
van economische opbloei. Duidelijk werd echter ook
naar voren gebracht, dat daarbij zelfbeheersing van
alle bij het produktieproces betrokken partijen een
eerste vereiste is, terwijl er ook flink aangepakt zal
moeten worden om zijn of haar partij mee te kun
nen blijven blazen.
De beschouwingen en overzichten in de fruit-
sektor waren dikwijls in mineur gesteld. 1967 was
vooral voor de appelteler een moeilijk jaar. De oogst
was niet geweldig groot, maar de prijzen waren te
laag. Ze dekten op geen stukken na de kostprijs.
Op de meeste bedrijven neemt de appel een over
heersende plaats in en hierdoor werd 1967 voor de
fruittelers een mager jaar. Velen zullen het jaar
met verliescijfers hebben afgesloten. Gelukkig
deden de peren het belangrijk beter, maar vooral op
de jonge bedrijven neemt de perenteelt geen grote
plaats in.Het duurt lang voor een perenaanplant in
produktie is en pas beginnende fruittelers kunnen
daar dikwijls niet op wachten.
Op het ogenblik zijn er nog grote voorraden ap
pels van de oogst 1967 aanwezig. De afzet had de
laatste weken een iets vriendelijker verloop. Er zal
veel moeten gebeuren alvorens alles verkocht is,
maer er kan ook veel gebeuren en graag spreken
we de hoop uit dat de afzetsituatie zich in de ko
mende maanden in blijvend gunstige zin zal ontwik
kelen. Het zal echter van zeer grote betekenis zijn
dat er een regelmatig aanbod is van kwaliteitsfruit.
Dankzij de poolvorming, kan dat in veel gevallen
worden bereikt. In feite zou het zo moeten zijn, dat
alle afzet van bewaarfruit plaats vond door middel
van poolvorming. We zijn er vast van overtuigd, dat
we in de toekomst die kant op moeten. We zullen
het ons eenvoudig niet meer kunnen permiteren om
ieder voor zich te bepalen wanneer men gaat ver
kopen. Gelukkig is er wat dat betreft in Zeeland
sprake van een bevredigende ontwikkeling.
Uit de overzichten welke ter gelegenheid van de
jaarwisseling in de fruitsektor werden verstrekt
blijkt ook dat het kleinfruit het in 1967 heel wat
beter heeft gedaan dan in het voorgaande jaar en
er wordt gesproken van een gunstige gang van za
ken in deze sektor. De produktie van kleinfruit
(aardbeien, frambozen, bessen en bramen) is niet
meer wat het enkele jaren geleden was, maar over
het algemeen was de oogst wel groter dan in T966
en de prijzen vielen niet tegen. Tenslotte mogen we
nog wijzen op de redelijke resultaten welke werden
behaald door de glastuinders welke eerst aardbeien
in hun kassen hadden, gevolgd door tomaten. Deze
groep kan ook tevreden zijn over het teeltresultaat
in 1967.