£h t it Is Hij wel dood HET oude verhaal van Maria en Jozef en het ezeltje. Het kerkje midden in het dorp en nog wat sneeuw erbij en het lijkt op het geijkte romantische kerstplaatje. En tochzo eenvoudig is het niet, want in onze pro vincie zijn er tal van dorpen, waar het er zo uitziet: een kerk, wat huizen, een schuur en een paar kale bomen. Het kan ons eigen dorp zijn, of het dorp, waar we gewoond heb ben of geboren zijn. In die huizen wonen mensen, heel gewone mensen, die elke dag vroeg opstaan, hard werken, trouwen, kinderen krijgen en oud worden. De buitenstaander, de vakantieganger, die zomers onze provincie bezoekt, ziet niet anders, dan die kerk, die huizen en die schuur. Weet die veel van ons „mens zijn", onze arbeid, onze zorgen en natuurlijk gelukkig ook: onze vreug den. En dan romantiseert men nog steeds het boerenbestaan en meent dit het „rustig" is en heel verschillend van het eigen bestaan. helemaal gevuld met ons bezig zijn, met onze arbeid. Daar schijnt voor God geen plaats. HET oude Kerstverhaal ontdaan van de romantiek probeert eigenlijk te vertellen, dat God op zoek is naar ons mensen en dat zij alle deuren gesloten houden. Geen tijd! Geen plaats! Maar God houdt vol. Hij zoekt naar een kier, om de deur verder open te kunnen doen. Die kier, dat is in het verhaal de stal. En als er dan in de huizen geen plaats is, dan is de stal goed genoeg. Kijkt U maar op de plaat. Maar dat is juist het Evangelie, vertaald in de situatie van 1967. Dat oude Evangelie, dat in deze dagen weer zoveel gelezen wordt, dat soms bedolven wordt onder de kerst diners, ons moderne lawaai, onze sentimentaliteit en zoveel meer. WAT men dan niet ziet, is b.v. wat er allemaal in één nummer van het „Zeeuws Land- en Tuinbouwblad" kan staan over moderne bedrijfsvoering, marktonderzoek, bouwplan, E. E. G.-problemen en zo meer. In die huizen rondom die kerken, in onze dorpen en op ons platteland wonen mensen. Mensen, die hard werken en soms geen tijd hebben voor andere dingen. En meestal staat op de voorpagina van ons blad ook niet zo'n stichtelijk stukje, maar gaat het ook daar om keiharde landbouwbelangen. MAAR nu met Kerstmis is er deze plaat en dit artikeltje. Als U kritiek op de plaat zou hebben, moet U toch nog even wachten. Want wij stelden dat al vast, die kerk, die schuur en die huizen, daar horen mensen bij. Maar wat moeten we dan met die twee mensen en dat ezel tje? Wel: deze plaat vertaalt het oude Kerstevangelie in een West-Europees beeld. Er is immers niet zo veel veranderd sedert Bethlehem. Ook daar hebben Maria en Jozef rond gelopen, lopen zoeken, omdat er voor hen geen plaats meer was. Het was te vol en ze hadden geen tijd. Dat wil deze plaat ook zeggen in voor ons verstaanbare taal. En als we nu eerlijk tegen elkaar mogen zijn: daarin is deze tijd niets beter dan vroeger. Het is bij ons te vol, wij hebben geen tijd, ons leven wordt MAAR dat er niet anders uitziet dan deze sobere plaat: een Zeeuws dorp, waar God thuis wil zijn bij gewone mensen. En lees nu maar verder in dit blad, vier straks Oud en Nieuw, en in de a.s. zomer het grote Z. L. M.-feest. Dit ene blijft: God zo dicht bij! Dezer dagen bladerde ik in een boekje, om een verhaal te vinden voor de kerstdagen en kwam een gedicht tegen van Elisabeth Wijnands, waarvan de laatste coupletten zo zijn: Wij ijlen razend door 't heelal en peilen ruimtelijk gebied. Wij vorsen naar wat komen zal maar kennen nog de grenzen niet. Gpen tijd! Heer maak ons rustig, stil, verlangend naar het kind, dat steeds verlossing brengen wil, ons tot de eeuwigheid verbindt. Nu ons haast niets versteld doet staan kom met Uw echo door 't' heelal wijs ons de juiste weg te gaan naar Bethlehem en naar de stal. Goes. Ds. A. M. STRATING. De klokken verheffen hun stem in 't verschiet, de klokken verkondigen vreugd en verdriet. Zij galmen met Kerstmis het wondere lied: Het Kindeke Jezus geboren! En tóch is met Kerstmis niet open elk hart, Toch doet de mensheid zo vreemd en verward. De mens wil de klokken niet horen. En roept „God is dood" in mijn oren Het machtig geluid van de klokken zwelt aan en wie op de wereld wil 't Woord niet verstaan En wie hier op aarde zal Zijn stem weerstaan? Het Kindeke Jezus geboren! En tóch zijn er, die deze boodschap niet deert, zij hebben zich van God en kerk afgekeerd. De dwazen bedekken de oren, zij wilen Gods stem niet meer horen! De klokken beklijven met hemelse kracht, hun klanken verklinken voluit in de nacht: De Heer heeft Zijn Zoon hier op aarde gebracht, het Kindeke Jezus geboren! Al zegt de t.v. en al zegt men op straat dat bidden niet helpt en dat God niet bestaat, De twijfel is velen beschoren: Is Hij nu wel doodof geboren? E. EECKHOFF, 1967.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 3