Elektrische hulpapparaten
op het Landbouwbedrijf
Slijpmachines
Landbouwschap steunt tuinder in beroep tegen
schadeloosstelling
8
De kracht die nodig is om een maaiende of snij
dende machine door een gewas te trekken, is sterk
afhankelijk van de scherpte van de snijdende onder
delen. Doordat de machine de kracht heeft overge
nomen die nodig is voor het snijdende gedeelte,
wordt er te weinig gelet op het al of niet scherp
zijn van snijdende onderdelen aan maaiapparaten.
De machine moet het verhoogde energieverbruik
bij botte snij kanten maar opbrengen! Men vergeet
daarbij dikwijls dat de kans op storingen daarmee
wordt vergroot.
REGELMATIG SLIJPEN IS NOODZAKELIJK
In de landbouw worden aan de snijdende onder
delen van machines zeer hoge eisen gesteld. Het te
maaien gewas kan van zeer uiteenlopende aard zijn,
terwijl grond, stenen en andere vreemde voorwer
pen moeten kunnen worden „verwerkt". Vaak
wordt het mes daardoor niet alleen bot, maar ook
beschadigd. Het is niet verstandig om zo lang door
te werken tot het beslist niet meer gaat. De snij-
kant wordt dan dermate stomp dat te veel materiaal
moet worden weggeslepen. Er moet daarvoor te
lang op één plaats worden geslepen, wat kan leiden
tot het gevreesde blauw aanlopen. Het mesmate
riaal is door de fabrikant met zorg gekozen en be
handeld. Door kostbare hardingsmethoden is het
staal veredeld. Deze onmisbare eigenschap kan ver
loren gaan door onjuist uitgevoerd slijpwerk.
MAAIMACHINEMESSEN
Het is van groot belang dat de mesjes onder de
juiste slijphoek worden geslepen. De meest gewen
ste slijphoek is ongeveer 25 graden. De vingerplaat
jes moeten eveneens regelmatig bijgeslepen wor
den en wel onder een hoek van plm. 75 graden. De
vingerloze maaibalk met dubbele messen mag een
grotere slijphoek hebben, namelijk ongeveer 45
graden. Het is niet nodig beide messen gelijktijdig
te slijpen; door beurtelings het bovenste en onder
ste mes te slijpen wordt de levensduur van de mes
sen verdubbeld.
MESSEN VAN HAKSELAARS
Omdat aan deze messen zeer hoge eisen gesteld
worden, is het op de juiste wijze slijpen een eerste
vereiste. Uitgloeien van de snede is funest voor de
levensdur van het mes.
INGEZONDEN
NOGMAALS: COMPRESSORINSTALLATIES
Met zeer yeel belangstelling hebben wij kennis
genomen van de voorlichting die de heer A. Remijn,
R.L.V.D. Axel heeft gegeven in uw blad betreffende
compressorinstallaties.
In grote trekken, zijn wij het wel met hem eens,
waar hij aanstipt welke werkzaamheden met pers
lucht kunnen worden uitgevoerd. Deze zijn nog
voor uitbreiding vatbaar. Toch schuilt in dit artikel
een bepaald gevaar en wel de opvatting dat met een
klein vermogen, dan wel een kleine compressor,
bijna alles mogelijk is.
Als vuistregel is ervaren dat voor het schoonspui
ten cq. verfspuiten van machines een compressor
met een capaciteit van 200 1/min. en een tankinhoud
van minstens 100 I., alsmede een max. druk van 10
atm., niet voldoende, maar wel bruikbaar is. Niet
voldoende betekent, dat de compressor het lucht-
verbruik niet kan bijhouden, doch de achterstand
tijdens bijvullen van de spuit en andere werkzaam
heden kan inhalen.
Wij meenden deze kanttekening te mogen maken
om teleurstelling te voorkomen. Overigens veel
waardering voor uw voorlichting.
Technisch Handelsbureau „Walcheren"
N. VERMAAT
St. Pieterstraat 4547
Middelburg.
De juiste slijphoek is ongeveer 45 graden, terwijl
het schuine gedeelte vrij scherp moet worden weg
geslepen.
MESSEN VOOR GRONDBEWERKING
Alle messen die voor de grondbewerking gebruikt
worden, zoals schoffels, ganzevoeten en freesmes
sen worden geslepen met een slijphoek van 20 a 25
graden. Wordt te lang doorgewerkt met stompe
snijkanten dan geeft dit aanleiding tot stropen, ter
wijl er meer trekkerskracht nodig is. Ook deze mes
sen zijn voorzien van geharde snijvlakken waardoor
uigloeien moet worden vermeden.
HAAKSE SLIJPMACHINES
Steeds meer en meer komen tegenwoordig de
haakse slijpmachines in gebruik. De schijf bestaat
uit een dunne plaat van glasweefsel, papier of an
der versterkt materiaal. De omtreksnelheid van de
schijf is bepalend voor de gebruiksmogelijkheden.
Deze moet ca 80 m/sec. bedragen. Op een 3000-toe-
rige machine past een schijf van 178 mm doorsnede,
op een 6000-toerige machine één van 230 mm. Over
heerst het slijpwerk dan moet aan de 6000-toerige
de voorkeur worden gegeven. Het grote voordeel
van deze apparaten is, dat men bijna alle hoeken en
gaten kan bereiken waardoor de te slijpen onder-
A. REMIJN. R. L. V. D.—Axel
SLIJPMACHINES
Voor het slijpen van maaimachinemessen zijn
speciale apparaten in de handel. De juiste snijhoek
wordt ingesteld door de slijpmotor zelf. De motor
wordt heen en weer bewogen, waarbij slechts bij
de achterwaartse beweging wordt geslepen. Bij een
oordeelkundig gebruik komt het blauw aanlopen
van de snede niet voor. Voor loonwerkers met veel
maaiwerk zijn deze apparaten zeer geschikt. De
prijs is naar gelang de zwaarte 350500.
Minder goed slijpwerk leveren de kleine hand
slijpmachines met cilindrische of conische steentjes.
Het toerental moet erg hoog liggen, wat kan leiden
tot overhitting van het snijvlak. Een vast opgestelde
werkhand slijpmachine heeft voordeel van een zeer
goed slijpeffect te leveren. Als bezwaren van een
vaste opstelling van de slijpmachine kunnen worden
genoemd, dat de te slijpen onderdelen gedemonteerd
moeten worden, terwijl de Arbeidsinspektie be-
schermkappen voorschrijft waardoor sommige slijp-
werkzaamheden nauwelijks uitvoerbaar zijn.
Een voor het landbouwbedrijf bruikbare slijpma
chine moet slijpschijven hebben van 200 mm (dia
meter) x 25 mm (dikte) en een toerental kunnen
leveren van 2800 omw./min. De prijs zal voor een
werkbankuitvoering ongeveer 400 bedragen.
delen meestal niet gedemonteerd behoeven te wor
den. Het gevaar voor een verbrand snijvlak is ech
ter zeer groot. Voor ontroesten van metaal kan de
machine uitgerust worden met een staaldraadkom-
borstel. De prijs bedraagt ca 450.
SLIJPSTENEN
De hoedanigheid van de slijpstenen wordt be
paald door drie faktoren: de grondstof (korrel)de
binding (hardheid) en de struktuur (poriën). Het
korrelmateriaal wordt aangegeven met de letters
N.K., E.K. en S.C. De korrelgrootte met de num
mers 8, 12, 16 (zeer grof), 20, 24 (grof), 36. 46 (mid
del), 60, 80 (tamelijk fijn) en 100, 120, 150 (fijn).
De hardheidsgraad wordt ook aangegeven met
letters, n.l. Ke (keramisch), E, F, G en H (zeer
zacht),' I en K (zacht), L, M en N (middel), O en P
(hard) en Q, R en S (zeer hard).
De struktuur wordt aangegeven met cijfers. Nor
maal gangbare schijven met een struktuur van 1
tot 9. Voor messen en werkplaatsgebruik voldoet
struktuur 68.
De volgende slijpschijven kunnen worden gead
viseerd: Voor messen: E.K. 4660, MP, 68, Ke;
voor afbramen en werkplaatsgebruik: N.K. 3046,
MO, 68, Ke. Voor haakse slijpmachines is aan te
bevelen korrel 24 en hardheidsgraad M.
Het bestuur van het Landbouwschap heeft in de
openbare vergadering van 6 december 1967 beslo
ten adhesie te betuigen met een rekest dat de Gebr.
Van den Berg te 's-Gravendeel aan de Koningin
hebben gericht. Het gaat hier namelijk om een be
langrijke vraag wanneer wél en wanneer geen
sprake is van „planschade". Het is een algemeen
belang, dat hier tot in hoogste instantie duidelijk
heid over komt.
Een deel van het tuindersbedrijf van de Gebr.
Van den Berg wordt overschaduwd door een rij
nieuwe woningen in een uitbreidingsplan. Tegen
dit uitbbreidingsplan hebben de Gebr. Van den
Berg indertijd bezwaar gemaakt, maar Gedepu
teerde Staten waren op grond van berekeningen
van burgemeester en wethouders van oordeel, dat
het plan vrijwel geen schade zou berokkenen' aan
het tuindersbedrijf.
Toen de woningen gebouwd waren bleken de
schadelijke gevolgen voor het bedrijf echter aan
zienlijk te zijn. Op verzoek van de Gebr. Van den
Berg kende de gemeenteraad van 's-Gravendeel hun
op grond van de gemeentelijke schadevergoedings
verordening een schadevergoeding toe van ruim
30.000,Gedeputeerde Staten verleenden echter
geen goedkeuring aan de hiertoe vereiste begro
tingswijziging.
Zij waren van mening dat de schadevergoedings
verordening niet toegepast had mogen worden om
dat de schade niet voortkwam uit het plan maar
uit de verwezenlijking van het plan.
De gemeente is van deze beslissing niet in be
roep gegaan bij de Kroon. De enige mogelijkheid
die de Gebr. Van den Berg nog openstond was een
rekest aan de Koningin waarin vernietiging van
het besluit wegens strijd met de wet of het alge
meen belang wordt gevraagd.
BESPREKING MINISTER VAN LANDBOUW
MET HET LANDBOUWSCHAP
In de maandelijkse bespreking tussen de minis
ter van Landbouw en de delegatie van het Land
bouwschap op 6 december 1967 heeft het Land
bouwschap o.m. de mening van de minister ge
vraagd over de besluitvorming en de advisering
over struktuurprojekten die door het Europese
fonds worden gesubsidiëerd. Telkenjare wordt een
vrij groot aantal projekten vanuit Nederland voor
subsidiëring voorgedragen, maar steeds moet uit
eindelijk een ruim aantal afvallen. Dit achtte de
minister eveneens onbevredigend. Wellicht echter
kan de situatie iets verbeterd worden, als de com
missie voor marktstruktuurprojekten, die adviseert
bij het samenstellen van de lijst met projekten,
wat anders wordt geformeerd.
De minister wilde dit gaan bezien in het licht van
de gemeenschapsprogramma's voor 1969 en de vol
gende jaren. Er zouden dan aanbevelingen tot stand
moeten komen die meer toegespitst zijn op de
mogelijkheden die het Europese fonds biedt.