J
VRIJDAG 15 DECEMBER 1967
55e Jaargang No. 2910
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tninbouw en Veeteelt in Zeeland
ÉwfiÜtfïi
Nieuwe opzet van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds
Algemene Vergadering
der Z. L. M.
Ook dit jaar is door de Rijkslandbouwconsulentschappen Axel en Goes, de gezamenlijke Verenigingen voor Bedrijfsvoorlichting
op de Zeeuwse eilanden en de Stichting ter Bevordering van het Landbouwkundigonderzoek in Zeeuwsch-VIaanderen een uitgave
van ,,Landbouwaktualiteiten in Zeeland" verzorgd. Een publikatie waarvan de waarde vooral gelegen is in de vele informatie die er in
verwerkt is en waarmee iedere boer zijn nut kan doen. Meer hierover op pagina 9 en 10.
f-NE minister van Landbouw en Visserij heeft zijn goedkeuring gehecht aan een nieuwe regeling van 't
Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw voor de bedrijfsbeëindiging. De nieuwe rege
ling treedt 1 januari 1968 in werking en komt in de plaats van de reeds enige tijd geschorste Bedrijfsbe-
eindigingsregeling I (maandelijkse vergoeding) en (uitkering ipeens). In vergelijking met de oude rege
lingen zijn er belangrijke verschillen, die samenhangen met het versterkte streven van het fondsbestuur
en minister Lardinois naar een groter structuurverbeterend effect van de regeling, met behoud van het^
3ociale aspect.
De verschillen hebben in hoofdzaak betrekking op de in aanmerking komende agrarische ondernemers,
de overdracht van de grond van beëindigende bedrijven aan de Stichting Beheer Landbouwgronden en
de uitkeringen.
Gemiddeld genomen zullen de uitkeringen volgens de nieuwe regeling kleiner zijn dan die volgens de
oude regelingen. Deze kwamen, gekapitaliseerd, neer op maximaal ƒ40.000 a ƒ45.000 per geval. Bij de
nieuwe regeling zal men gemiddeld op 60 a 70 procent van dat bedrag komen. Dat is dan echter een heel
„ruw" gemiddelde, want de verschillen tussen de verschillende gevallen kunnen heel groot zijn, nu, door
de toepassing van het puntenstelsel, de bedrijfsgrootte in alle gevallen meetelt. Wie een klein bedrijf stop
zet krijgt, gekapitaliseerd, minder dan hij volgens de oude regeling zou hebben gekregen; voor wie met
een groot bedrijf ophoudt is de nieuwe regeling aantrekkelijker dan de oude. Bedoeling is de uitkeringen
groter te doen zijn naarmate de bijdrage aan de sanering groter is.
De leeftijdsgrens, die bij de oude regeling I wel gold (50 jaar), bij de oude regeling II niet, is nu geheel
vervallen. Bij de oude regeling kreeg hij die op zestig-jarige leeftijd zijn bedrijf beëindigd had laatstelijk
tussen zijn zestigste en zijn 65ste jaar ƒ450 per maand, zijnde ongeveer zestig procent van het landarbei-
dersloon. Het bedrag dat deze man in vijf jaar tijds ontving kreeg hij, die er al voor zijn zestigste mee
was opgehouden, over een langere tijd verdeeld, zodat zijn maandelijkse uitkering kleiner werd. Na het
65ste jaar kreeg men nog 90 a 100 als aanvulling op de A.O.W.
Onder de oude regeling waren de uitkeringen gekoppeld aan de indexcijfers van de lonen, nu zijn
ze gekoppeld aan de indexcijfers van de kosten van levensonderhoud. De oude regeling eiste dat min
stens de helft van het inkomen uit het landbouwbedrijf kwam. Omdat de toepassing van die eis moei
lijkheden opleverde heeft men ervan gemaakt dat het hoofdberoep landbouw moet zijn.
In de oude regeling werden geen eisen gesteld wat leeftijd en inkomen betrof, het ging slechts om
de grond: bij stopzetting van het bedrijf kreeg men tienmaal de pachtwaarde ineens uitgekeerd.
Het fonds biedt nu, door de uitkering ineens en 't puntenstelsel, meer mogelijkheden dan voorheen aan
de tuinbouw, maar voor het landbouwbedrijfsleven ,,zit" er niet zoveel meer „in".(£ie verder pagina 3.)
op MAANDAG 18 DECEMBER 1987 te 14.00
uur in het „City-theater", Lange Delft te
Middelburg.
Agenda:
1. Openingsrede door de Algemeen Voorzitter.
2. Notulen van de vergadering van 23 juni 1967.
3. Mededelingen en ingekomen stukken.
4. Begroting en contributievaststelling 1968.
5. Rondvraag.
Pauze
6. Inleiding door de Weledelgestrenge Heer Ir.
H. H. Smeenk, plaatsvervangend Algemeen
Secretaris van het Landbouwschap over het
onderwerp: „Boer en ondernemer".
7. Gedachtenwisseling.
8. Sluiting.
Namens het Hoofdbestuur der Z. L. M.,
J. PRINS, voorzitter.
E. WAGE, secretaris.