Dankdag VRIJDAG 17 NOVEMBER 1967 55e Jaargang No. 2906 181i •- *1 4Ji mi w Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en leeMl in Z'ciand Frankering bij abonnement: Terneuzem Dinsdag 7 november werd te Kapeile de nieuwe Tuinbouwschool der Z. L. M. officieel geopend. Een modern gebouw, ruim van opzet en een heel verschil met de huisvesting in de beginperiode van deze school. Bijzonderheden over de opening op pag. 5. Verder onder meer in dit nummer Belangrijke vergadering der Provinciale Tuinbouw Com missie der Z. L. M. Tuinbouwklanken en Dingen van de week. Nieuws van de trekkermarkt. Suikerbietenaktualiteiten. ETR zijn niet zoveei bladen meer buiten de landbouwbladen waarin over de Dankdag geschreven wordt. Het gebruik In een kerk op een speciale dag de Schepper te danken voor de oogst lijkt, nu de agrariërs geen 10 meer van de bevol king uitmaken, een aflopende plattelandszaak. Het zegt zoveel mensen, die tussen asfalt en beton op groeien blijkbaar niets. Zoiets noemt men tegen woordig een communicatieprobleem. in het Fries Landbouwblad schreef een predikant naar aanleiding van de dankdag voor het gewas vorige week in dichtvorm: Een vruchtbaar jaar is snel voorbij een warme zomer vliegt. Wie zegt dat ieder dankbaar is die zwijge, want hij liegt. Het zal je gezegd worden en dan door zo'n do minee, die de last van de hitte des daags toch eigenlijk niet uit eigen ervaring kent. Maar durven wij dan te zeggen dat deze dominee liegt? Is deze Bijbelkenner niet tevens de mensenkenner, die wel niet Gode gelijk het harte kent en de nieren proeft maar die toch wel degelijk weet wat er in een men senhart, een boerenhart, omgaat. Die weet van onze opstand, onze ontevredenheid, bij de zegen van een rijke oogst, tegen het verloop van de prijzen en de moeilijkheden der overschotten. Het is toch waar ontkent het maar als u kunt dat niet telkens in ons gemoed bovendrijft de dankbaarheid voor het gunstige klimaat en de daarmee gepaard ge- gane wasdom maar dat veeleer telkens de onvrede bovendrijft over onze machteloosheid in bepaalde marktgebeurens e.d. Onvrede, die voortkomt uit ons boze hart, zegt de Schrift. Onvrede die voor komt omdat wij de schuld bij anderen zoeken en recht menen te hebben op een betere behande ling". En als wij gelovig zijn, zoeken wij onze op standigheid af te reageren niet in verzet tegen de hemel, maar in verzet tegen de regering, de in dustrie, de vakbonden, als uitlaatklep en afleidings manoeuvre. IK bedoel natuurlijk niet dat alles rechtvaardig toegaat tussen de mensen op deze wereld en dat er geen gerechtvaardigd verzet zou mogen zijn tegen het kwade in de juist door en namens mensen geschapen verhoudingen. Maar daar gaat het op de Dankdag niet om. Wij menen te mogen vast houden aan ons eigen op maat gesneden eigen recht. Wij oordelen eigenrechtelijk naar de mens. De broer van de verloren zoon is zo'n figuur. Ik heb het ook vele jaren niet begrepen. Hij had mijn sympathie. Hij was de man die ijverig op het veld werkte, terwijl de broer zijn erfdeel doorbracht met vrouwen in een ver land. Het gemeste kalf ging naar die broer, voor hem kon er al die jaren geen bokje af. En ik vond dat die vader in al zijn blijdschap toch ook wel eens wat begrip had mogen tonen voor de reaktie van die broer. Onze fout is steeds weer dat wij menselijke maatstaven aanleggen en niet ver staan dat de wijze waarop God de wereld regeert een andere is dan ons goeddunkt. JEZUS heeft ons Gods handelen met de men- sen, in gelijkenissen voorgehouden. Zo ook die, ons inwendig ergerende, gelijkenis van de wer kers in de wijngaard, waar nota bene die werkers van het elfde uur hetzelfde loon ontvangen als zij die de ganse dag gezwoegd hebben. Is dat toch eigenlijk niet onredelijk, hoewel wij weten dat zo'n potentaat met zijn geld kan doen en laten wat hij wil. Met onze huidige sociale opvattingen en met de C.A.O. klopt het in ieder geval niet. Waar klopt het dan wel mee? Het klopt met dat wat wij genade hebben leren noemen. Genade is geen recht, geen eigen wijsheid; genade heeft niet met uw macht te maken, of met mijn kennis, niet met uw verdienste of mijn beloning. Genade valt toe vrij, uitverkoren, wordt uitgestort over ons men sen naar God's welbehagen. En wanneer God zich dan milddadig betoont in Zijn loutere goedheid, in een oogst, waarop wij niet uit enige verdienste voor Hem aanspraak mogen en kunnen maken, dan is het weinige wat wij daartegenover stellen, maar dan ook mogen stellen, de Dankdag voor het gewas. Poortvliet, november 1967. M. A. GEUZE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 1