HERZIENING PACHTNORMEN Wist V dat 3 BLIJKENS een Koninklijk Besluit (Staatsblad no. 500) zijn ingaande 26 oktober 1967 nieuwe pachtnormen vastgestAi. Het tot dusverre gel dende systeem voor de agrarische woningen, uiteenlopend naar grootte en doelmatigheid, met een toeslag voor centrale verwarming en voor de werk nemerswoning een huurprijs gebaseerd op de bepalingen van de Huurwet, is verlaten. De hoogst toelaatbare pachtprijs voor agrarische woningen is volgens het nieuwe Pachtnormenbes luit 1967 thans de huurprijs van in het betreffende gebied gelegen vergelijkbare woningen. Hierdoor is aansluiting verkregen op de door de regering ingevoerde regionale liberalisatie van de huren. De grondkamers toetsen de pachtprijs voor agrarische woningen in de gelibe raliseerde gebieden aan de daar geldende vrije huurprijzen; in de niet- geliberaliseerde gebieden aan de daar geldende beheerste huurprijzen. HERZIENING NORMEN VOOR LAND DE herziening van de normen voor het land houdt verband met de sedert 1964 gestegen publiekrechtelijke lasten, als waterschapslasten, baat- en straatbelasting. Tevens is een verdere spreiding tussen de pachtprijzen voor goede en slechte gronden in de nieuwe normen aangebracht. De verhoging varieert van 30,per ha voor de beste gronden tot 5,per ha voor de slechtere gronden. Voor tuinland bedraagt de verhoging ongeveer 10 De hoogst toelaatbare pachtprijs voor boomopstanden, aangelegd en opge kweekt door de verpachter, is met 500,verhoogd tot 1500,per ha per jaar. Deze pachtprijs is namelijk, sedert 1960 ongewijzigd gebleven. Sedert dien zijn echter de pfijzen van het plantmateriaal en de kosten van opkwe ken sterk toegenomen. Ook de wijze van aanplant is in het algemeen inten siever dan een aantal jaren geleden. HERZIENING NORMEN VOOR BEDRIJFSGEBOUWEN IIET systeem van de pachtprijsbepaling voor bedrijfsgebouwen is gewij ld zigd. Tot nu toe werd de pachtprijs voor een bedrijfsgebouw berekend door vermenigvuldiging van het aantal hectaren met een bij een gegeven grootteklasse behorende pachtnorm. Deze norm is bijvoorbeeld voor de groot teklasse 3545 ha hoger dan die van boven de 45 ha. Dit systeem werkte in zekere gevallen onbillijk, omdat bijvoorbeeld op een bedrijf van 34 ha van goede doelmatigheid de maximale pachtprijs 34 x 90 3060,is en op een bedrijf van 35 ha van goede doelmatigheid de maximale pachtprijs 35 x 75 ƒ2625,is. Om deze onbillijkheid weg te nemen is bepaald, dat de lagere norm van de volgende grootteklasse alleen geldt voor de oppervlakte waar mee de voorafgaande grootteklasse wordt overtroffen. Zo wordt de pacht prijs volgens het nieuwe systeem in de doelmatigheidsklasse „goed", aldus berekend: aantal ha in aohtereen- corresponderende norm volgeade grootteklassen in klasse „goed" berekening 13 120 15 x 120 1800,— 10 105 10 x 105 1050,— 90 9 x 90 8»,— 34 eenkomstig de voorgestelde plannen zijn gesticht. De nieuwe bepaling is ook van toepassing ingeval van zodanig ingrijpende verbouwingen aan bestaande gebouwen, dat deze aan nieuwe gebouwen .gelijkwaardig zijn. Voor met schriftelijke toestemming van de pachter aan de gebouwen aangebrachte overige verbeteringen of bijzondere voorzieningen kent de grondkamer een toeslag toe, berekend naar de jaarlijkse afschrijving op grondslag van de vervangingswaarde, alsmede naar de rente van het ge- investeerde kapitaal. De nieuwe pachtnormen voor land en voor bestaande bedrijfsgebouwen zijn in de volgende tabellen vervat: Tabel voor land zonder opstallen Kwaliteitsklasse Toeslag I II III of aftrek in guldens per jaar per ha Grondsoort Bouw- en grasland 1. Zeekleigronden mengd bedrijf: met akkerbouw en ge- Pachtprijs 3660, De normen voor de verschillende grootteklassen zijn mede in verband met de wijziging van het systeem veranderd. De laagste grootteklassen is m^t 10 verhoogd terwille van de gestegen bouwkosten en onderhoudslasten. Omdat in het nieuwe systeem de hoogst toelaatbare pachtprijs voor bedrijfs gebouwen in de volgende grootteklassen automatisch stijgt ten opzichte van de .thans geldende hoogst toelaatbare pachtprijs, zijn om een te sterke stij ging van de pachtprijs te vermijden de normen voor de grootteklassen van 1525 ha ongewijzigd gebleven en die voor de grootteklassen van 2535 en 3545 ha resp. met 10 en 20 verlaagd. De hoogst toelaatbare pacht prijs voor bedrijfsgebouwen van bedrijven van 45 ha en groter wordt vast gesteld ©p basis van een redelijke vergoeding met betrekking tot de ge bruikswaarde, doch tenminste op het bedrag, dat voor bedrijfsgebouwen tot 45 ha wordt verkregen. PACHTPRIJS VOOR NIEUWE GEBOUWEN EN GLASOPSTANDEN MIEUW is de bepaling, waarbij de hoogst toelaatbare pachtprijs voor nieu- we bedrijfsgebouwen en glasopstanden, over de bouw en inrichting waarvan tussen verpachter en pachter schriftelijke overeenstemming bestaat, wordt berekend naar de jaarlijkse afschrijving op grondslag van de ver vangingswaarde, alsmede naar de rente van het geïnvesteerde kapitaal. Hier mede wordt beoogd, een bijdrage te leveren tot noodzakelijke vernieuwing of modernisering van bedrijfsgebouwen en glasopstanden door de verpachter, die daarvan tot duverre een te lage vergoeding in de pacht voor door hem gedane investeringen werd weerhouden. Bij de toetsing van een pachtover eenkomst zal de grondkamer reeds de pachtprijs van nog te stichten bedrijfs gebouwen en glasopstanden kunnen goedkeuren, ingaande zodra zij over a. klei- of zavelgronden 250 200 170 80 b. zware kleigronden of kleigronden met een minder goede structuur of profiel- opbouw 180 150 120 65 c. afwijkende zavelgronden (o.a. minder goede structuur of profielopbouw) 140 110 80 §5 Weidegronden: a. kleiweide 230 170 130 65 b. veenweide 170 130 80 55 120 100 70 4.5 Ei vierkleigronden a. stroomgronden 210 160 120 80 b. stroomgronden op komklei 160 130 100 65 130 100 70 55 d. uiterwaardgronden 240 160 90 40 Zandgronden: a. slib- en humusrijke zandgronden 180 130 100 65 b. normale zandgronden 100 80 60 45 c. humusarme zandgronlen 70 50 35 Voor infiltratie of ondergrondse aanvoer voor beregening worden de bedragen voor de zandgronden verhoogd met max. 65, per ha, voorzover dit door de verpachter wordt bekostigd. 160 110 70 65 Tuinland a. bloembollengronden 1100 850 155 b. fruitteeltgronden 480 360 95 c. overige tuinbouwgronden 850 500 155 Voor tuinland, dat tot de laagste kwali teitsklasse behoort, gelden de bedragen voor bouw- en grasland vermeerderd met 55,—. Tabel voor landbouwbedrijfsgebouwen Grootteklasse Doelmatigheidsklasse in ha zeer goed goed voldoende matig slecht in guldens per jaar per ha tot en met 15 160 120 100 70 30 15—25 140 105 85 55 25 25—35 120 90 70 40 20 36—45 100 70 55 30 20 fJELEGGING in onroerende goederen door alle tijden heen zeer in de belangstelling heeft gestaan en nog staat? Hiervoor zijn verschillende redenen aan te voeren. De nog meermalen gehoorde uitdrukking „de grond blijft in alle geval liggen", typeert stellig' één zijde van het vraagstuk, de meerdere zeker heid en stabiliteit van grondbezit tegenover andere waarden. Nu moeten we er direct op wijzen dat niet iedere koop win onroerend goed volledig is gekarakteri seerd met het woord beleggen. De landbouwer die voor zich of voor zijn kinderen een boerderij ofwel los land koopt is geen belegger in de gebruikelijke zin vqn het woord, maar koopt om zelf te gaan exploiteren. Geheel anders is de positie van hem die onroe rend goed koopt om uit de pacht- en huuropbrengst rente van zijn geld te trekken. Ook voor hem is er verschil of gebouwd of ongebouwd onroerend goed wordt gekocht. Men zou de vraag zo kunnen stellen, „op welke wijze kan ik mijn beschikbare geldmiddelen in onroerend goed beleggen?" Laat mij eens enkele mogelijkheden noemen: a. Men kan bepaalde onroerende goederen kopen en die dan aan derden verpachten of verhuren. Men is dan eigenaar van een bepaald onroerend goed, met uitsluiting van ieder ander. Uit pacht of huur moet dan, na aftrek van de op het on roerend goed drukkende lasten, een netto-pacht resteren als inkomensbestanddeel voor de eige naar. Het aantrekkelijke hiervan is, dat men eigenaar is van een duidelijk aanwijsbaar be paald onroerend goed. b. Men kan ook deelnemen in een z.g. beleggings fonds in onroerend goed. Vèreenvoudigd komt dit hierop neer dat een groep personen samen b.v. 25 huizen koopt voor b.v. 1.000.000, Deze gebouwen worden eigendom van deze groep in zijn geheel. Door uitgifte van b.v. 10.000 aandelen a f 100,kunnen zeer velen deelnemen en wordt de zaak gefinancierd. De netto-opbrengst wordt dan in de vorm van di vidend over de aandelen verdeeld. c. Men kan ook een aandeel of meerdere aande len kopen in een lichaam dat onroerend goed zelf exploiteert. Het rendement van het belegde geld zal dan direct afhangen van de winst die met exploitatie wordt behaald, d. Tenslotte noemen we nog de mogelijkheid om zijn geld in onroerend goed te beleggen en dan naar rendement te streven uit koop en ver koop van dit onroerend goed zelf. J?R zijn nog wel meer mogelijkheden te 5e- denken als we b.v. combinaties in de ge noemde mogelijkheden bedenken, maar hiervan zien we af. In alle gevallen gaat het om één doel, het rendement van het geld waarmee men werkt, maar de wegen naar dit doel zijn zeer verschillend. Nu valt het op dat vrijwel door alle tijden heen het netto-rendement voor de belegger die niet zelf exploiteert over het algemeen laag is. We noem den aan het begin van dit artikel reeds de stabili teit, de waardevastheid als een zeer voorname oor zaak. Toch zijn hier uit den aard der zaak grenzen. Een bepaald rendement zal het onroerend goed steeds moeten opleveren daar anders, behoudens in de zuiver speculatieve sfeer, geen beleggers te vin den zullen zijn. Dit brengt ons op het vraagstuk van de huren en pachten waarover we in een vol gend artikeltje nog eens enkele opmerkingen wil len maken. MEIJERS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 3