VEE EN VLEES
Grote invoer uit Oostbloklanden verstoort varkensmarkt
Aanbod slachtvarkens groter dan verwacht werd
Moet de Lagere Landbouwschool 3-jarig worden
Verkoop van Domeingronden voorgesteld
Daar de prognoses voor de aanvoer van slacht
varkens altijd vrij reëel geweest zijn, valt het op dat
deze thans ver beneden de werkelijkheid liggen. De
aanvoer was in augustus en september 15 procent
hoger dan verwacht werd. Zien we daarnaast impor
ten van enorme hoeveelheden varkensvlees uit de
Oostbloklanden, dan is de druk op de varkens-
prijzen verklaarbaar. Op de slacht veemarkt zien we
een duidelijk dalende prijstendens, die gezien de
tijd van het jaar niet schrikbarend is, aldus mr.
F. G. van Dijk, voorzitter van het Produktschap
voor Vee en Vlees in de openbare bestuursvergade
ring op 4 oktober j.l. te Utrecht.
PROGNOSES KLOPPEN NIET
Het aanbod van slachtvarkens heeft de afgelopen
2 maanden ruim 200.000 stuks boven de verwachtin
gen gelegen en bedroeg meer dan 1,25 miljoen var
kens. Hierbij dringt zich de vraag op wat de oor
zaken kunnen zijn van deze verkeerde prognoses.
De prognoses voor de aanvoer van slachtvarkens
worden gebaseerd op de opgaven van het totaal
aantal dekkingen door de berenhouders en de K.I.-
stations. Dit totaal wordt vermenigvuldigd met een
factor 7,5, die de gemiddelde grootte van de koppels
biggen aangeeft." Daar de fokkers steeds de huis
vesting, de klimatologische omstandigheden, de voe
ding en de gezondheidszorg verbeteren, is het een
reële vraag of de factor 7,5 vergroot dient te worden.
Voorts vragen wij ons af, of de opgaven van het
aantal dekkingen steeds wel juist zijn. De grotere
aanvoeren worden in ieder geval niet veroorzaakt
door het afleveren op een lichter gewicht, omdat in
de slachterijen geconstateerd is, dat het gemiddelde
geslachte gewicht reeds maanden 78 kg bedraagt.
De prognoses voor de eerste maanden van 1968
wijzen op een maandelijkse aanvoer van 600.000
varkens per maand, waarbij men zich met angst
voor de prijsvorming kan afvragen of ook dan de
werkelijke aanvoeren 15 procent hoger zullen zijn.
DERDE-LANDEN HEFFING
VARKENSVLEES VERHOOGD
De prijsontwikkeling voor varkensvlees kan in
onze E.E.G.-partnerlanden flauw genoemd worden.
Behalve de grotere produktie van ongeveer 7 pro
cent varkens in de E.E.G.-landen, worden grote
hoeveelheden varkensvlees tegen zeer lage prijzen
uit de Oostbloklanden ingevoerd. Het is gebleken
dat in het tweede kwartaal van dit jaar uit met
name Roemenië en Bulgarije 15.000 ton varkens
vlees in Frankrijk is ingevoerd.
De handelskanalen die hier tijdens perioden van
grensslyiting door het mond- en klauwzeer zijn
ontstaan, blijven zich nog steeds wreken. In Frank
rijk zijn grote contracten afgesloten in die periode,
terwijl de consument het kwalitatief mindere vlees,
maar tegen goedkopere prijzen heeft leren eten.
Ook in West-Duitsland komt veel varkensvlees uit
de Oostbloklanden binnen, waarbij de grens met
Oost-Duitsland nog steeds een groot gat in de E.E.G.
is.
Politiek ziet Bonn slechts één Duitsland zodat de
E.E.G.-heffingen voor derde landen niet berekend
wordt bij de „Oostduitse vrienden". Grote kwan-
tums vlees komen zonder of met zeer lage heffingen
West-Duitsland binnen. Het geconcentreerde aan
bod uit de Oostbloklanden ligt op zo'n laag prijs
niveau, dat men ondanks een E.E.G.-heffing van
60 cent per kg varkensvlees de sluisprijs van 2,10
per kg onderbiedt. De Europese Commissie heeft
nu besloten de sluisprijsheffing van 60 cent met
21 cent per kg geslacht gewicht te verhogen.
Uiteraard treft deze maatregel ook de Deense
exporten van varkensvlees naar de E.E.G., die bijv.
in één week in september naar Italië 1250 ton be
droeg. Ter vergelijking geldt, dat wij diezelfde week
de Nederlandse export van 500 ton onderdelen naar
Italië zeer goed noemden.
Bij het vervallen van de interne heffingen tussen
de E.E.G.-landen, werd alom een gunstig prijseffect
voor onze varkens verwacht. Er is echter niets van
gerealiseerd, integendeel de varkensprijzen staan
sterk onder druk en zijn niet lonend voor de produ
cent. Misschien dat de verhoogde derde landen hef
fing enig soelaas kan geven voor de verstoring van
de markt door de te grote importen.
Het is begrijpelijk dat onze export thans kleiner
is dan vorig jaar in deze tyd. In de laatste week van
september zijn nog 22.000 levende en geslachte var
kens geëxporteerd en ruim 1000 ton onderdelen. De
prijzen die gemaakt konden worden waren echter
zodanig, dat de producentenprijs weer enigszins
terugliep.
MALAISE
IN E.E.G.-RUNDVEEPRIJZEN
In de maand september zijn de rundveeprijzen
teruggelopen van 98 tot 95,5 van de oriëntatie
prijs en bedroeg de laatste week gemiddeld 2,16
per kg levend gewicht. Indien het weer niet tegen
werkt, verwacht het P.V.V.-bestuur geen prijsdaling
tot het intervëntieniveau van 93 of wel 2,10.
In Duitsland en Frankrijk bevinden de rundvee-
prijzen zich beneden het interventieniveau van resp.
2,13 en 2,18 per kg levend gewicht. In beide lan
den heeft men reeds interventiemaatregelen getrof
fen, die echter nog weinig omvangrijk zijn. In
Frankrijk heeft men reeds 8000 ton voorvoeten uit
de markt genomen. Dat deze maatregel weinig
zoden aan de dijk zet, blijkt ook wel uit de aan
houdende acties van de Bretonse boeren. De Bel
gische rundveeprijzen liggen ver beneden de oriën
tatieprijs en bedragen gemiddeld 2,25 per kg
levend gewicht. Om de prijs niet beneden het inter
ventieniveau te laten dalen, heeft de Belgische rege
ring besloten exportrestituties te verlenen bij export
naar derde landen. Deze bedragen 94 cent per kg
levend gewicht en 1,73 per kg geslacht gewicht,
hetgeen vrij hoog genoemd mag worden. Het Pro-
duktschapsbestuur heeft zich omtrent eenzelfde
restitutieregeling voor rundvlees tot de minister ge
wend, als onze prijs onverhoopt toch beneden de
interventieprijs zou komen te liggen.
Hierop is echter nog geen antwoord ontvangen.
De invoer van rundvlees is wel teruggelopen, hoe
wel de afgelopen week toch nog 800 levende runde
ren werden ingevoerd, waarvan ruim 500 stuks uit
Engeland. Het Engelse systeem van consumptie
prijzen op wereldmarktniveau en een toeslag aan
de producenten moet toch ook wel veel geld kosten.
Bij invoer van Engelse koeien moet thans aan hef
fing en invoerrecht ongeveer 450,per dier be
taald worden, wat ongeveer de helft van de op-
brengstprijs is. r
gramma's van een vergelijkbare opzet. Verder kan
de lagere land- en tuinbouwschool veel meer aan
dacht geven aan het werkelijke schoolonderwijs in
de algemeen vormende en de beroepsgerichte vak
ken waarbij ook de praktij kvakken worden betrok
ken. Zo ontstaat een goed sluitend geheel van on
derwijskundige werkmethoden. De praktijkbegelei
ding kan daarnaast in het leerlingstelsel plaats vin
den door leerkrachten die zich speciaal hierop rich
ten.
Bezwaren
Als bezwaren zouden kunnen gelden een zekere
beweging en onrust in het lager land- en tuinbouw
onderwijs dat naar sommigen menen juist rust
nodig heeft. Daar tegenover kan echter gesteld wor
den dat onderwijsvernieuwing in tegenspraak is
met rust. Een zekere onrust en bewegelijkheid zal
in de toekomst altijd van het onderwijs worden ge
vraagd wil het aan zijn doel om „by de tijd" te blij
ven kunnen beantwoorden. Een bezwaar van de
kant van de ouders zou kunnen zijn dat de leerling
in het 3e en 4e cursusjaar nu niet meer thuis op
het bedrijf kan werken. Daar staat tegenover dat
het onderwijs met een aaneengesloten cursus veel
beter tot zijn recht kan komen.
SUBSIDIE I. R. S. NU ALLEEN
VOOR BEPAALDE GEBIEDEN
De subsidie van zes gulden per monster die het
Instituut voor Rationele Suikerproduktie te Bergen
op Zoom enige jaren heeft gegeven op grondmon
sters voor cystenaaltjesonderzoek bij het Bedrijfs-
laboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te
Oosterbeek is per 15 augustus j.l. voor het noorden
en oosten van het land beëindigd. De subsidie is ge
handhaafd in de gebieden waarin vanouds veel bie
ten worden geteeld en waar uiteraard ook de
meeste bietecystenaaltjes werden gevonden. Dit
zijn de provincies Noord- en Zuid-Holland, Zee
land en Noord-Brabant ten westen van de lijn
Heusden, Tilburg, Goirle en Gelderland tussen Rijn
en Waal. Mede door de vroege oogst zijn uit de
laatstgenoemde provincies in de afgelopen weken
reeds veel grondmonsters voor cystenaaltjesonder
zoek ontvangen.
MERCURIUS VAKDIPLOMA
Van het Instituut voor Schriftelijk Land- en Tuin-
bouwonderwijs „Mercurius" te Apeldoorn vernemen
wij dat de heer C. van Vessem te Zierikzee onlangs
geslaagd is voor het Mercurius vakdiploma „Bedrijfs
leider in de fruitteelt".
Het K.N.L.C. heeft zich onlangs uitgesproken
voor lager land- en tuinbouwonderwijs met een
3-jarige schoolopleiding gevolgd door een 2-jarig
leerlingstelsel. Daarbij is verder gedacht aan een
3-jarige middelbare land- en tuinbouwschool, die
voor de beste leerlingen van het lager land- en
tuinbouwonderwijs als vervolgopleiding zou kun
nen dienen. Als wij de huidige cursusduur van
4 jaren van het lager land- en tuinbouwonderwijs
wat nader bekijken blijkt dat deze cursusduur 610
lesdagen omvat. De 3e en 4e klas van deze scholen
krijgen 4 resp. 3 dagen per week les gedurende 30
weken per jaar. De overige tijd is bedoeld als prak
tijktijd op het boeren- en tuindersbedrijf. Nu ech
ter het leerlingstelsel, waarin naast een begeleide
praktijktijd ook nog part-time dagonderwijs op
school wordt gegeven, tot een goede praktische
voorbereiding op het beroep kan leiden ligt het
voor de hand om het schoolonderwijs tot 3 jaar te
beperken en de praktijktijd in het leerlingstelsel
onder te brengen.
Voordelen
Bij berekening blijkt dat in dit geval een cursus
van 3 jaren in werkelijkheid maar 10 lesdagen op
school minder bedraagt dan de huidige cursus van
4 jaren. Deze 10 lesdagen worden ruimschoots ge
compenseerd door het part-time onderwijs dat het
leerlingstelsel kan bieden. Van belang is ook dat een
3-jarige cursusduur het lager land- en tuinbouw
onderwijs even omvangrijk maakt als het grootste
deel van het overige lager beroepsonderwijs. Ook
het huishoud- en nijverheidsonderwijs, het groot
ste deel van het lager technisch onderwijs en het
economisch-administratief onderwijs zullen 3-jarig
zyn. Op den duur zullen ook deze vormen van lager
beroepsonderwijs door een 2-jarig leerlingstelsel
worden gevolgd. Voor een deel n.l. bij het technisch
onderwijs is dit leerlingstelsel al tot grote ontwik
keling gekomen. Een gelijk trekken van de cursus*-
duur voor al deze vormen van onderwijs voorkomt
dat een leerling op grond van een langere cursus
duur het lager land- en tuinbouwonderwijs zou
vermijden. Het brengt de mogelijkheid mee om met
name in scholengemeenschappen te komen tot pro
IVE mogelijkheid van verkoop van domeingron-
den zal volgens de memorie van toelichting op
de begroting 1968 van Financiën worden geopend,
in het kader van het door de regering te voeren
grondbeleid. De mogelijkheid van koop wordt voor
gesteld voor:
reeds uitgegeven agrarische domeinbedrijven,
voor zittende pachters en erfpachters;
niet reeds uitgegeven agrarische domeinbedrij
ven voor hen aan wie in het kader van het uit-
giftebeleid zoals de bewindsman dat denkt te
voeren, een bedrijf kan worden toegewezen.
Verkoop van gronden zal niet plaatsvinden, in
dien deze zou leiden tot schade van een goede ruim
telijke ordening. Voorts zal ter voorkoming van
ongewenste speculatie in de koopcontracten een
bepaling worden opgenomen, waarbij behoudens
door de Staat te verlenen ontheffing, een vervreem
dingsverbod voor de duur van tien jaar wordt op
gelegd. De richtlijn voor de prijsbepaling zal zijn,
dat de prijs zal moeten overeenkomen met de prijs,
die op het oude land wórdt gemaakt voor vergelijk
bare bedrijven.
WAT de uitgifte van domeinbedrijven betreft, is
de minister van financiën voornemens, de
mogelijkheden voor toewijzing van bedrijven aan
boeren, die hun bedrijf door wijziging van de be
stemming van daartoe behorende gronden geheel of
grotendeels moeten beëindigen, te verruimen en
deze mogelijkheid tevens te openen voor boeren, die
hoewel zelf niet door onteigening bedreigd, bereid
zijn hun bedrijf beschikbaar te stellen voor wél door
onteigening bedreigden. Hetzelfde zal voorts gelden
voor boeren, wier bedrijven de overheid buiten het
kader van onteigening wenst te verwerven voor
doeleinden van algemeen nut. Als regel zal de toe
wijzing van bedrijven aan eigenaren-gebruikers
slechts in de vorm van verkoop geschieden.
UERRUIMING van de mogelijkheid tot toewijzing
kan, behalve door verhoging van het toe
wijzingspercentage, tevens worden gevonden door
een zoveel mogelijk soepele toepassing van de thans
geldende toelatingseisen, welke eveneens kan gel
den voor zg. ruilverkavelingskandidaten.
Wat betreft het voorkomen van schade aan be
langen der ruimtelijke ordening wordt opgemerkt,
dat reeds in 1965 een begin is gemaakt met het over
leg inzake de afbakening van de om planologische
redenen niet voor verkoop in aanmerking komende
domeingronden in de IJsselmeerpolders. In verband
met nieuwe en verdere ontwikkelingen zal dit over
leg nog moeten worden afgerond.