r
De nieuwe wet op de omzetbelasting
VRIJDAG 13 OKTOBER 1967
55e Jaargang No. 2901
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland
Frankering bij abonnement: TerneuzaB
OP 6 oktober heeft de Minister van Financiën een wets
ontwerp ingediend waarin een nieuw stelsel voor het
heffen van omzetbelasting is ontworpen.
Het feit dat zowel door minister Witteveen als door. minis
ter Lardinois aan dit ontwerp een persconferentie is be
steed, is een bewijs dat wij hier met een ontwerp van
bijzonder ingrijpende betekenis te maken hebben.
Wij kunnen niet op details ingaan, maar moeten ons tot
de voornaamste bepalingen van het wetsontwerp beperken.
Het ontwerp van wet n.l. staat ons, op het moment dat we
dit schrijven, nog niet ter beschikking. Onze gegevens ont
lenen wij dan ook aan de persconferentie, die door de
minister van Landbouw werd gegeven,en waarin de voor
gestelde maatregelen werden toegelicht.
Er komt dus een nieuw stelsel.
Volgens het voorstel zullen in beginsel alle schakels (pro
ducent, grossier, detaillist) in de heffing worden betrokken,
tn iedere fase wordt belast de toegevoegde waarde, zodat
op het goed niet meer belasting drukt, dan het vastgestelde
tarief, als dit de consument bereikt. Men noemt dit de be
lasting over de toegevoegde waarde (B.T.W.). De belasting
wordt berekend over de verkoopprijzen van de ondernemer
(exclusief de omzetbelasting) waarop in mindering wordt
gebracht de omzetbelasting, die door een andere onderne
mer aan de ondernemer in rekening is gebracht bij diens
inkoop.
Voorbeeld:
Een ondernemer verkoopt in een maand voor
De verschuldigde B.T.W. bedraagt 12 is
De inkoop in dezelfde maand bedroeg:
Goederen 4.000,— a 12% ƒ480,—
Diensten 2.000,— a 12% ƒ240,—
10.000,—
1.200,—
720,—
Af te dragen aan de fiscus480,
ln dit voorbeeld is in totaal aan B.T.W. betaald
720,— ƒ480,— 1.200,—
ET wetsontwerp kent drie tarieven:
a. een algemeen tarief voor goederen en diensten van 12
b. een verlaagd tarief van 4
c. een aantal goederen en diensten zijn „vrijgesteld".
Onder tarief b vallen akkerbouwprodukten, groenten,
fruit, zuivelprodukten, vlees, vis, brood en nog andere eerste
levensbehoeften. (Over het algemeen de thans vrijgestelde
goederen.)
Onder tarief c vallen uitsluitend diensten zoals zieken
huizen, verzorgingshuizen, medische en culturele diensten,
diensten in de geldsfeer, de P.T.T., radio- en televisie-uit
zendingen en verzekeringen.
Hoewel de landbouwprodukten met 4 zullen worden
belast, wil dit nog niet zeggen dat de prijzen van de land
bouwprodukten met 4 zullen stijgen. Thans drukt n.l. al
een voorbelasting van enkele percenten hierop.
Heffing bij overdracht van onroerend goed blijft achter
wege, voor bestaand onroerend goed. Verhuur en verpach
ting van deze goederen is eveneens vrijgesteld. Nieuwbouw
van onroerende goederen is echter volledig belast (12%).
LANDBOUWREGELING
Wat wij hiervoren bespraken is de algemene regeling.
In het wetsontwerp is een aparte regeling voor landbouw
produkten opgenomen.
De landbouwregeling houdt in, dat de landbouwproducent
(boer en tuinder) overgeslagen wordt in de keten van be
lastingheffing in de verschillende fasen van het produktie-
proces.
Dit is alleen mogelijk indien de voorbelasting (de B.T.W.
geheven in de fase vóór boer en tuinder), ongeveer gelijk
is aan de belasting over de verkoop door de boer of tuin
der.
Berekeningen hebben aangetoond dat bij een tarief van
12% in de voorgaande schakels deze gelijkheid niet be
reikt werd. Daarom was het nodig een wijziging van de
tarieven in de voorschakels aan te brengen voor een aantal
produkten, zoals veevoeder, meststoffen, zaai- en pootgoed,
vee en brandstof en deze onder bet verlaagde tarief van
4 te brengen.
Voorbeeld:
Een landbouwer heeft aan landbouwproduk
ten verkocht in een jaar voor 50.000,On
der het normale stelsel zou hij hierover be
talen 50.000,— a 4 2.000,—
Hij betaalde aan omzetbelasting over:
Kunstmest:
3.000,— a 4% 120.
Sproeien:
2.000,— 12% 240,—
Zaaigoed:
3.000— a 4% 120,—
Traktor:
ƒ10.000,— a 12% 1200.—
Verdere leveringen en
diensten 320,
In totaal aan B.T.W.
Nog te verrekenen
2.000.-
nihil
Het wetsontwerp gaat er in de landbouw
regeling van uit dat de in het voorbeeld aan
gegeven situatie elk jaar bij elke boer aanwe
zig is en hem wordt, als van deze regeling ge
bruik wordt gemaakt, dan ook geen aanslag
opgelegd. Hij krijgt dan echter ook niets te
rug! Men noemt dit het forfaitaire stelsel.
De boer en tuinder wordt de keuze gela
ten óf om te kiezen voor de normale B.T.W.
regeling zoals in het eerste voorbeeld wordt
gegeven of voor de z.g. landbouwregeling die
in het tweede voorbeeld is verwerkt. Éénmaal
gekozen is men hieraan gebonden voor 5 jaar.
REGISTRATIEWET
Een verheugend slot is veel waard en daar
om willen wij eindigen met de mededeling
dat in het wetsontwerp B.T.W. een wijziging
van de Registratiewet 1917 is voorgesteld.
Deze wijziging houdt in, dat geen registra
tierecht meer verschuldigd is bij overdracht
van onroerende zaken, die behoren tot een
landbouw, tuinbouw, veehouderij of bosbouw-
onderneming, indien er sprake is van over
dracht van ouders aan één of meer kinderen.
Met meer dan gewone belangstelling zul
len wij de voortgang van dit wetsontwerp vol
gen!
C. P.