Samenwerken ook op het gemengde bedrijf 5 GEWESTELIJKE RAAD VERGADERDE Voldoening over de „tijdelijke'' oplossing die met het Wegschap Walcheren bereikt kon worden over de opslag van bieten in de bermen van de Walcherse secundaire wegen. Dit bleek in de op 27 september j.l. gehouden vergadering van de Ge westelijke Raad voor Zeeland van het Landbouw schap. Van de mogelijkheid tot aanvragen van ont heffing op het verbod is, daar men zijn bieten toch „ergens" kwijt moet, op zeer ruime schaal gebruik gemaakt. Het Wegschap heeft dan ook in de mees te gevallen deze ontheffing verleend. Toch zullen er binnen redelijke termijn andere voorzieningen door betrokkenen moeten worden getroffen en wel in de vorm van opslag op eigen terrein dan wel door verbreding van de dammen. Tegen het voorlopig uitgestippelde tracee pers leiding afvalwater Bergen op ZoomWaarde ble ken, mede naar aanleiding van de mening hierover van de Districtsraad Oost Zuid-Beveland, in de Raad een aantal bezwaren te bestaan. Bij G. S. zul len dan ook door de Raad de nodige wijzigings voorstellen ingediend worden. Tevens werd beslo ten dat in samenwerking met de Guituur Tech nische Dienst een regeling op gemaakt zal worden voor het herstel van de grond na het beëindigen van de werkzaamheden van het leggen van de pers leiding. De resultaten van de bestrijding wilde haver in Zeeland bleken niet overal onverdeeld gunstig te zijn geweest in het afgelopen seizoen. Alhoewel de praktijk in het algemeen veel begrip heeft voor een grondige aanpak van het wilde haver-probleem bleek de medewerking hier en daar bepaald nog te wensen over te laten. De Raad kwam tot de con clusie dat de wilde haver-bestrijding, wil deze vol doende effect sorteren, nog intensiever zal moeten worden uitgevoerd. Maatregelen zullen dan ook moeten worden getroffen die tot een zo goed mo gelijk resultaat kunnen leiden. Ingrijpend maar af doend zou een teeltverbod voor haver zijn voor diè gebieden waar nog veel haver/gerstteelt plaats vindt en die zwaar met wilde haver zijn besmet. Een tussenweg zou kunnen zijn een haverteeltver- bod voor diegenen die om een ontheffing van de verplichting tot bestrijding wilde haver verzoeken. Ook de voor de toekomst te verwachten rege ling inzake de bestrijding aardappelmoeheid was een uitvoerig punt van bespreking. De Raad be sloot voor die gebieden in Zeeland, waar de vroege aardappelteelt van betekenis is, een afzonderlijke regeling te bepleiten evenals die voor het gebied in de kop van Noord-Holland mogelijk in de maak is. Moeilijkheden worden ondervonden, onder meer met de gemeente Middelburg, met betrekking tot de bouwvoorschriften voor boerderijen. Indien men bijvoorbeeld daarbij golfplaten wil gebruiken als dakbedekking wordt dit niet goedgekeurd. Dit ter wijl bij industriële bouw geen bezwaren worden ge maakt. Met het oog op de kosten achtte de Raad het buitengewoon belangrijk dat ook de landbouw zo voordelig mogelijk kan bouwen. Besloten werd op de nodige soepelheid bij het hanteren van de bouw voorschriften aan te dringen. HET O.- en S.-FONDS Herziene regeling van de bedrijfsbeëindiging in de landbouw op komst Tijdelijke opschorting aanvragemogelijkheid Naar het bestuur van de Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw heeft mede gedeeld, wordt met ingang van 1 oktober 1967 de mogelijkheid tot het indienen van aanvragen om een vergoeding voor bedrijfsbeëindiging in de land bouw (saneringsregeling) tijdelijk opgeschort. Wijziging van de tegenwoordige regeling voor de bedrijfsbeëindiging is n.l. in de laatste fase van voorbereiding. De opschorting zal dan ook per 1 januari 1968 eindigen of zoveel eerder als de gewijzigde bedrijfs beëindigingsregeling van krachf wordt. In dit ver band is de reeds eerdere opschorting van de be drijfsbeëindigingsregeling II, die "in plaats van maan delijks uit te keren vergoedingen onder bepaalde omstandigheden een uitkering ineens bij bedrijfs beëindiging mogelijk maakte, verlengd eveneens tot uiterlijk 1 januari 1968. Veel is reeds geschreven en gesproken over samenwerkingsvormen in de landbouw. Het betrof dan veelal echter samenwerking tussen akkerbouw bedrijven met als doel dure machines gezamenlijk te exploiteren en op die manier de bewerkingskos- ten te drukken. Samenwerking tussen gemengde bedrijven blijkt echter ook financieel bepaald voordelig te kunnen zijn! 3300,goedkoper werken per jaar door sa men te werken lijkt ons voor velen een aantrekke lijk idee en een welkome verlichting van de tegen woordig niet geringe lasten die opgebracht moeten worden. DE werkgroep voor het gemengde bedrijf van de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting „West Zuid-Beveland" heeft in een publikatie aan de samen werking op 't gemengde bedrijf aandacht besteed. Dit mede omdat bij deze bedrijfsvorm tevens de gebonden arbeid als knelpunt naar voren komt. Uitgegaan wordt van een bedrijf van 25 ha, met minder goede bodemstructuur, waarvan 17 ha akkerbouw, 8 ha niet scheurbare wei, een veebezetting van 20 stuks melk vee en 10 stuks jongvee. Nadat bouwplan, organische stofvoorziening, benodigde hoeveelheid voer uit eigen bedrijf en de hoeveelheid arbeid die op dit bedrijfs- type verzet moet worden, besproken is, worden er twee manieren van bedrijfsvoering tegenover elkaar gesteld en de kosten die daaraan verbonden zijn ver geleken. IN het eerste geval (A) blijft de boer geheel eigen baas in huis en schakelt slechts voor bepaalde werkzaamheden de loonwerker in. Bij de andere be drijfsvorm (B) is de boer minder zelfstandig doordat verschillende werkzaamheden tesamen met twee an dere gelijksoortige bedrijven verricht worden en het machinepark daarvoor gezamenlijk eigendom is. Bij vergelijking van de kosten van deze twee bedrijfs vormen komt het rapport tot de volgende becijfering: Wist U dat t1 EN onzer lezers mij weer eens een moeilijke vraag heeft gesteld? Hij had in een onzer dagbladen gelezen dat we in Nederland met een tekort van 1200 miljoen gulden worstelen en dat om dit tekort te dekken maar 300 miljoen gulden moet worden geleend. Verder merkte hij op dat op een andere plaats gesproken wordt van een te kort van 3 miljard gulden. Hij vraagt naar dit verschil maar speciaal hoe de Staat een tekort van 1200 miljoen kan dekken met 300 miljoen. Hij merkt op, als ik f 1.200 tekort kom ben ik niet uit de brand met het lenen van f 300. Nu, ik ook niet, maar wij zijn ook geen ministers van financiën. De tweede vraag is zeer eenvoudig te beantwoor den. Het tekort aan financieringsmiddelen voor 1967 is 1200 miljoen gulden en het tekort op de be groting voor 1968 is een kleine 3 miljard gulden (2777 miljoen). Hier is dus van geen onjuistheid sprake van één der beide bedragen, het zijn twee verschillende zaken. Het eerste gedeelte, de eerste vraag is veel moei lijker. Niet op zichzelf, maar omdat met deze vraag zo verbazend veel samenhangt. Het bovengenoem de financieringstekort over 1967 is dus 1200 mil joen groot en hiervoor wil de regering 300 miljoen lenen (afgeronde bedragen). Meer niet, zegt mijn vraagsteller, maar hoe komt hij dan aan het restant van maar eventjes 900 miljoen? 1\[ U heeft minister Witteveen wel degelijk ge- J- zegd waar hij deze 900 miljoen denkt te halen. Hij bezigde de volgende zin: „Bij een lening van ongeveer 300 miljoen gulden blijft een tekort van ongeveer 900 miljoen gulden, DAT MET MONE TAIRE MIDDELEN MOET WORDEN GEDEKT." Over het onderstreepte uit de mededeling van onze minister las mijn vraagsteller heen ofwel hij begreep dit niet. Ik denk dat onze minister van financiën dit -ook -wel bedoeld heeft. De regering moet zorgen voor de rust in het land en door nu deze zin te redigeren als aangegeven loopt de eenvoudige man in de straat niet tegen „schrikdraad" We kunnen deze zin ook wel als volgt weergeven: „Om deze 1200 miljoen te dekken, d.w.z. om dit bedrag te kunnen betalen, zullen we 300 miljoen lenen en de rest zullen we uit verdere inflatie vin den. d.w.z. we zullen de bankbiljettenpers 900.000 briefjes van 1.000 laten drukken, waarmee we Bedrijfs- Bedrijfs vorm A vorm B per ha per ha Arbeidskosten: alleen de boer 12.000, berekend loon 25 ha 480,480, Werktuigkosten 278,— 246,- Loonwerkkosten f 342,f 242,— Totale bewerkingskosten 1100,ƒ968, Per ha werkt bedrijf B 132,goedkoper dan be drijf A of 25 x 132,3300,totaal. Aan ma chines behoeft voor bedrijfsvorm B 7007,- minder ge ïnvesteerd te worden hetgeen 797,aan lasten per jaar scheelt. Ieder kan zich dus afvragen of dit verschil opweegt tegen de mindere zelfstandigheid van bedrijfsvorm B! HTER om de juiste conclusies te kunnen trek ken moeten de vele cijfers die in dit rapport zijn verwerkt, eerst bestudeerd worden. Want, zoals daarin wordt opgemerkt, behoeft iedere vorm van samenwerking niet zo'n groot voordeel op te leveren als hier berekend is. Ook zijn hierin niet verwerkt de mogelijkheden van het samenvoegen van bijv. de melkveestapel. Een hoofdstuk apart omdat hierbij- met vele mogelijkheden rekening gehouden moet worden, zoals: 1. gaat men uit van volkomen nieuwbouw der be drijven (b.v. in ruilverkavelingsverband); 2. bouwt men een nieuw, uitsluitend melkbedrijf, en houdt het jongvee thuis (is hierbij de oude stal rendabel te maken 3. bouwt men één veebedrijf (melk- en jongvee) als onderdeel van meerdere deelnemende bedrijven; 4. bij gezamenlijk melken is het oog van de meester niet altijd nabij, wat financiële konsekwenties heeft (vooral bij de veehouderij). Hierop geeft de werkgroep wellicht te zijner tijd antwoord. Wij wachten met belangstelling afIn elk geval geeft dit vlugschrift mogelijkheden ter over denking om aan de stijgende arbeid- en machinekosten op het gemengde bedrijf het hoofd te kunnen bieden BI. dan de genoemde f 900.000.000 kunnen betalen." Dit is nu wat de regering WEL en wat wij als burgers (gelukkig NIET kunnen. ET zal onze lezers wel duidelijk zijn, dat tegenover deze nieuwe duizendjes geen wer kelijke tegenwaarden staan, geen enkele goederen voorraad neemt hiermee en hieraan evenredig toe. Het is een zuiver inflatoire maatregel, een zuivere waardedaling van ons betaalmiddel. Nu wil ik niet misverstaan worden. Hoewel deze monetaire maatregel zeer wel gecritiseerd kan wor den en mij op zichzelf in geen geval sympathiek is, wil ik daarmee niet zeggen dat zij voor 100 ver oordeeld moet worden. Ieder mens, ook een minis ter van financiën, staat wel eens voor de keuze tus sen twee kwaden. Ook hij kiest dan naar zijn mening de beste, of liever de MINST KWADE. DE positie van zulk een minister van financiën is niet eenvoudig, want een andere keuze dan tussen deze twee kwaden heeft hij niet. Hij zou in een dergelijke situatie kunnen zeggen „ik zal 900 miljoen gulden minder uitgeven." Bijv. om maar wat te noemen: f 500 miljoen minder voor salaris sen, f 200 miljoen minder voor gebouwen en f 200 miljoen voor militair materieel. Volkomen wille keurige posten en bedragen, maar mijn vraagstel ler begrijpt zeer wel dat dit zonder meer onmogelijk is. Evenmin als hijzelf tegen zijn vrouw en zijn werknemers zeggen kan, dat hij onvoldoende geld heeft om tot 1 januari 1968 het volle huishoudgeld te geven en het volle loon te betalen en ze dus maar met de helft genoegen moeten nemen. Hij zou in zulk een situatie wel moeten lenen en nu is het ver schil dat de regering maar één vierde van het tekort wil lenen en de rest via de bankbiljettenpers oplost. Nu is die verdeling van '4 en niet zo maar willekeur. De minister huldigt de mening dat de opgaande lijn van ons economisch leven de infla toire maatregelen verantwoord doet zijn. Simpel voorgesteld zouden we het zo willen zeg gen, dat de opgaande lijn van het economisch leven ons wel in staat stellen zal dit tekort straks weer terug te verdienen (hopelijk reeds in 1968). Heel mooi voorgesteld, dus een tijelijke waarde daling van de gulden. Dat kan, maarnu ja, laat ik maar zeggen, we moeten het afwachten. MEIJERS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 5