Het middel Eptapur en de toepassing in Veldbeemdgras De chemische bestrijding van duist en windhalm in wintertarwe |ÖBF^ 11 Dit bericht werd samengesteld door het Proefstation voor de Akker- en Weidebouw, het Instituut voor Biologisch en Scheikundig Onderzoek en de Rijkslandbouwconsulent voor Plantenziekten. MU het nieuwe straatgrasbestrijdingsmiddel Eptapur is goedgekeurd voor praktijktoepas sing, is het gewenst dit middel wat nader toe te lichten. Eptapur bleek een uitstekende straatgras- doder te zijn, mits deskundig toegepast. Voor de straatgrasbestrijding is men jarenlang afhankelijk geweest van kalkstikstof en endothal, waarvan de werking sterk afhankelijk is van de weersomstan digheden. Hierdoor zijn de resultaten zeer wisse lend, zowel ten aanzien van de straatgrasbestrijding als van de schade aan het veldbeemd. Eptapur lijkt een veel handzamer middel, al moet ook hier bij toepassing aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. In onze toetsingsproeven van na jaar 1964 kwam Eptapur als een goed middel naar voren. In de opbrengstserie van najaar 1965 vol deed het aan de verwachting t.a.v. de straatgras doding en gaf het bij juiste toepassing geen op brengstderving. Dit werd in najaar 1966 in praktijk percelen getoetst en bevestigd. Het werkzame bestanddeel van Eptapur is bu- turon, dat voor 50 in het middel aanwezig is. De opname van de werkzame stof geschiedt hoofd zakelijk via de wortel, maar er is ook een duidelijke bladopname. In proeven die genomen zijn op klei en zavelgronden met verschillend humusgehalte kon geen duidelijke invloed worden geconstateerd van de grondsoort. Het praktijkonderzoek met Eptapur werd ons mo gelijk gemaakt door medewerking van de graszaad firma's en N.V. Color Chemie te Arnhem, de ver tegenwoordiger van de Badische Anilin und Soda- fabrik, die het middel heeft ontwikkeld. De distri butie geschiedt door N.V. Luxan te Eist. VOORWAARDEN VOOR TOEPASSING Eptapur moet worden gespoten onder groeizame weersomstandigheden. Een vochtige bodem be- invloedt de werking gunstig. Onder de droge bodemomstandigheden gaat het straatgras pas reageren als er wat regen is gevallen. De indruk bestaat dat de temperatuur circa 10° C hoger moet zijn voor een goede werking. Een lage temperatuur beneden 5° C. vermindert de werking sterk en kan tot onvoldoende straatgrasdoding leiden. Om een goede straatgrasdoding te krijgen bleek 4 kg van het handelsprodukt noodzakelijk. Deze do sering is nodig om al het straatgras van jong tot oud en van klein tot groot te bestrijden. Met deze dosering van het middel kan alleen gewerkt wor den op goed ontwikkelde veldbeemdpercelen, d.w.z. er moeten reeds uitlopers boven de grond zichtbaar zijn en de bewortelingsdiepte moet meer dan 5 cm zijn. Bij onvoldoende ontwikkeling wordt het veld beemd ook beschadigd. Het verschil in reaktie tussen veldbeemd en straatgras komt door een versch" bewortelings diepte. Veldbeemd wortelt in hc «meen dieper dan het meestal oppervlakkig wortelende straat gras. Bovendien maakt het veldbeemd na een be schadiging van Eptapur opnieuw wortels, wat bij straatgras niet het geval is. Bij het spuiten moet aan de spuittechniek veel aandacht worden besteed, met name wat betreft de menging in de tank en een regelmatige verdeling van de spuitvloeistof over het perceel. Men moet 600 liter water per ha gebruiken. REAKTIE VAN HET STRAATGRAS Kort na de bespuiting komen de bloeistengels van het straatgras overeind te staan. Reeds na en kele dagen kan een bladreaktie worden waargeno men. Er is een kleurverandering en het blad wordt slapper. Spoedig treedt nu een geelverkleuring van het blad op, die overgaat in bruinverkleuringen. Ook de wortels vertonen een bruinachtige verkleu ring. Na enige tijd gaat de plant bovengronds af sterven, waarna het blad gaat verrotten. Ook de wortels gaan dood en verrotten. De indruk bestaat dat kleine straatgrasplanten en oude planten gemakkelijker te bestrijden zijn dan halfwaspollen. Dit zijn pollen, die krachtig in de groei zijn, maar nog geen zaad produceren. Naar mate de beworteling oppervlakkiger is, rehgeërt het straatgras beter. Dit laat zich verklaren uit het feit, dat het grootste gedeelte van het middel in de bovenste grondlagen blijft. REAKTIE OP VELDBEEMD Na enkele dagen wordt het veldbeemd slap en krijgt het een donkerder kleur. Vaak is een deel van de wortels aangetast en vertonen een lichtbrui ne verkleuring. Deze verkleuring verdwijnt na en kele weken weer, terwijl er sprake is van een ge deeltelijke vernieuwing van het wortelstelsel. Na verloop van tijd, soms pas na de winter, herstelt het veldbeemd zich ook bovengronds. Door de be spuiting kan bij het in bloei komen een kleine ver traging optreden, die echter geen verdere gevolgen voor de opbrengst heeft. Bij goed ontwikkelde planten werd in onze proe ven geen opbrengstderving geconstateerd. Hebben wij evenwel te maken rtiet een minder goed ont wikkeld gewas, dan doen dezelfde verschijnselen zich voor als beschreven bij de reaktie op straat gras en wordt de toepassingsmogelijkheid dubieus. Men zal, als tenminste het perceel gehandhaafd kan blijven, dan zeker rekening moeten houden met een opbrengstderving. Met laat gezaaid veldbeemd, b.v. na conservenerwten of vroege aardappelen, zijn nog geen ervaringen opgedaan. Het laat zich aanzien, dat dergelijke jonge gewassen deze be spuiting niet kunnen verdragen. TOEPASSING Uit de proeven en praktijkervaringen is duidelijk naar voren gekomen dat de bespuiting in de eerste helft van oktober moet worden uitgevoerd. 1. Het veldbeemd is dan goed ontwikkeld en heeft een zekere leeftijd. 2. Er dient te worden gespoten bij groeizaam weer; temperatuur boven de 10° C. en een hoge lucht vochtigheid, wat in die tijd vaak het geval is. 3. De bodem moet liefst vochtig zijn, wat ook zel den een probleem vormt. Uit de praktijkserie 1967 kon worden afgeleid dat het goed ontwikkelde veldbeemd geen op brengstderving gaf. Hoewel een geringe opbrengst derving niet is uitgesloten, lijkt een bespuiting met Eptapur hier steeds verantwoord. Het wat minder tot slecht ontwikkelde veld beemd liet een opbrengstderving van 10 tot 50 zien, afhankelijk van de ontwikkeling. Het veldbeemd waar de uitlopers zich pas gingen ontwikkelen werd volledig gedood. Hier kregen we zwart land. Op minder goed ontwikkeld veldbeemd zal bij de toepassing de overweging, dat er straat- grasvrij zaad kan worden geleverd, dikwijls be palen of de bespuiting al dan niet rendabel is voor het desbetreffende perceel. Als de opbrengstder ving gecompenseerd wordt door een hogere kg-prijs lijkt dit verantwoord. TWEEDEJAARS GEWASSEN Het kan voorkomen dat na de eerste zaadoogst in holle percelen zich toch weer straatgras ontwikkelt. Gezien het bovenstaande kan zonder enig bezwaar met 4 kg Eptapur gespoten worden op het meest gunstige moment voor de straatgrasbestrijding. NEVENWERKING In onze proeven werd geconstateerd dat in per celen, met Eptapur behandeld, geen roest voor kwam. De behandelde stroken veldbeemd lagen als een groen lint in de geel gekleurde percelen. Ook neemt Eptapur enkele breedbladige onkruiden mee, o.a. muur, ereprijs en jonge kamille. Wellicht zijn er meer onkruiden die met Eptapur bestreden kunnen worden, maar dit kon door ons nog niet exact worden vastgesteld. Ten aanzien van de duistbestrijding kan nog wor den opgemerkt dat deze duidelijk minder was dan bij een juiste toepassing van endothal. MAAST Avadex BW voor najaarstoepassing zijn er thans ook enkele middelen goedgekeurd voor bestrijding in het voorjaar. Tegen duist kan in het vroege voorjaar Eptapur-Speciaal (op grond van 30 en meer afslibbaar) en Gesaran 2088 (op lichtere grond) gebruikt worden. Bij de bestrijding van windhalm worden in het voorjaar soms goede resultaten bereikt met DNOC en kan onder be paalde omstandigheden Simazin aangeraden wor den. Of men nu Avadex BW zal aanwenden of het laat aankomen op de voorjaarsbehandeling met de an dere middelen, is van verschillende faktoren afhan kelijk. Wij zijn geneigd om te zeggen: stel niet uit tot het voorjaar wat gij heden doen kunt. Dat wil in dit geval zeggen: als één tot drie weken na het zaaien het weer en de grond geschikt is voor Ava- de BW dus niet te droog of te grofkluiterig en het land berijdbaar dan moet men spuiten. HET is namelijk zo dat voor een optimaal effekt ook de voorjaarsbehandeling aan hoge eisen, moet voldoen. Het tijdstip van toepassing luistert nauw, vooral wat de grootte van de onkruiden be treft Lang niet altijd kan men tijdig qp het land. Bovendien is de kans op gewasbeschadiging (be halve bij gebruik van DNOC) nogal wat groter dan bij gebruik van Avadex BW in het najaar. Boven- een OBF-polis: waardevol en winstdelend dien bleek ons het afgelopen seizoen dat in een be paald geval, naast duist en windhalm, ook de na- jaarskiemers van wilde haver gedood werden. Weliswaar bevriest wilde haver gemakkelijk, maar dat dit toch niet elke winter het geval is kwam dit jaar weer naar voren. En voor chemische be strijding van wilde haver in het voorjaar is er nog geen middel goedgekeurd in wintertarwe. Toch wel een faktor om rekening mee te houden bij de vraag of men nu Avadex BW zal spuiten ja dan neen. Hier staat tegenover dat de werking van Avadex BW zich beperkt tot de grasachtigen en dat het tijd stip van toepassing wat ongelukkig valt. Spuiten vanaf een week na het zaaien tot op het moment dat de eerste duistplantjes verschijnen houdt in dat men het risiko loopt dat het öf te droog, öf te nat is voor een bespuiting. Avadex BW hoeft namelijk niet ingewerkt te worden maar bij schraal of zon nig weer zou het middel dan toch te snel verdam pen. Een relatieve luchtvochtigheid hoger dan 75 en een temperatuur niet boven 10° C., geven, wat het weer betreft, de meeste waarborgen voor een goed resultaat. Ook de toestand van de grond spreekt een woord je mee. Toepassing op een droge, korrelige grond (sintels) zal niet veel effekt sorteren. Een enigszins bezakte, vochtige (niet natte) grond, zoals men die ook voor een zaaibed wenst, voldoet het meest aan de eisen die Avadex BW aan de grond stelt. BIJ middelen die direkt na het zaaien gespoten kunnen worden is de kans op moeilijkheden door uitdrogen of regen vanzelf minder groot. Van deze middelen zijn er thans enkele in beproeving. Naast de eisen aan weer en grond dient als be zwaar van Avadex BW genoemd te worden dat laat in het najaar en vroeg in het voorjaar kiemende duist en windhalm aan de werking kan ontsnap pen, de werking dus soms te kort is. Hoewel het meestal wel mogelijk zal zijn om deze (dan nog kleinere) plantjes mechanisch of chemisch te be strijden, is dit toch inderdaad een reëel bezwaar. Opgemerkt dient echter te worden dat dit be zwaar minder groot is nu Eptapur-Speciaal of Ge saran 2088 voor voorjaarsbehandeling beschikbaar zijn. Op kiemplanten is men hierbij namelijk van een goede werkzaamheid vrijwel verzekerd, terwijl de schadekansen voor het gewas kleiner worden naar gelang men gezien de grootte van de on kruiden met de hoeveelheid naar beneden kan. Het lijkt ons niet onmogelijk dat wij in de toe komst voor een afdoende bestrijding van deze gras- achtige onkruiden in wintertarwe, toch naar een tweemalige behandeling toe moeten. Ook in België wordt er zij het met betrekking tot andere mid delen al in die richting gedacht. Het zoeken is daarbij naar middelen zowel bij najaars- als voor jaarstoepassingen, die èn grasachtige èn niet-gras- achtige onkruiden bestrijden. Tenslotte: welk middel men ook gebruikt, de snelheid waarmee het gewas in het voorjaar de grond bedekt is in sterke mate bepalend voor het effekt van duist- en Windhalmbestrijding. P. VERHAGE, R.L.V.D. - Axel/Goes. voor objektieve voorlichting:

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 11